Fictie 1 HV2 les 4 H7 spanning en sensatie

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Welkom 
Doe je telefoon in de telefoontas. 
Ga op je vaste plek zitten. 
Pak je lesboek, schrift en etui.
Pak je leesboek. 
Laat de iPad in de tas. 
Geen tas op tafel.
Geen jas of kauwgom in het lokaal. 

Slide 4 - Tekstslide

Vandaag

Stil lezen

H7 fictie

PO uitleg

Slide 5 - Tekstslide

Stil lezen
timer
10:00

Slide 6 - Tekstslide

Te behandelen Kern P1


Taalverzorging
H12, 13, 27, 28, 42, 43

Fictie
7, 8, 22, 23, 37, 38





Slide 7 - Tekstslide

Lesdoelen van vandaag


Ik weet het verschil tussen spanning en sensatie. 

Slide 8 - Tekstslide

Herhaling vorige les
Hoe herken ik:
de persoonsvorm
het voltooid deelwoord
het hele werkwoord

Slide 9 - Tekstslide

 voltooid deelwoord

Slide 10 - Tekstslide

'T SeXyFoKSCHaaP gebruiken we alleen bij:

1. Persoonsvorm VT zwakke werkwoorden
2. Voltooid deelwoord
Zit de laatste letter van de stam (hele werkwoord -en) in fsfff  dan gebruikt je een 't'. 

Zit de laatste letter van de stam NIET in dfdsf  dan gebruik je een 'd'. 

Slide 11 - Tekstslide

Hoe vind je een voltooid deelwoord
Staat vaak aan het einde van de zin.

Aan het begin van het voltooid deelwoord staat vaak ge- be- ver- ont-

Eindigt op
  • -d of -t (zwakke werkwoorden) bijv. geopereerd, gevist
  • -en (sterkte werkwoorden) bijv. gegeten, gelopen

Er staat altijd een een ander werkwoord in de zin, een hulpwerkwoord: hebben, zijn, worden

Eindigt nooit op -dt!!!!!
Hoe vind je het voltooid deelwoord

Slide 12 - Tekstslide

Hoe vind je een voltooid deelwoord
  • Staat nooit als enige werkwoord in een zin. 
  • Er staat altijd een vorm van hebben, zijn, worden bij. 

Ik heb in de vakantie gewerkt (zwak). 
De brug wordt hersteld (zwak). 
Mijn zus is vertrokken (sterk).



Voltooid deelwoord

Slide 13 - Tekstslide

Hoe vind je een voltooid deelwoord
Gebruik 'T SeXyFoKSCHaaP

De brandweer heeft het vuur geblus... 
  • er staat een vorm in van hebben, zijn, worden, namelijk heeft
  • voorzetsel -ge
  • einde van de zin
Ja, we hebben te maken met een voltooid deelwoord!
Hele werkwoord: blussen
Stam: bluss
Laatste letter stam, de 's', zit WEL in 'T SeXyFoKSCHaaP; dan komt er een 't'. 
geblust
Voltooid deelwoord

Slide 14 - Tekstslide

Mijn broer moet morgen voetballen.
PV = moet
Er is geen voltooid deelwoord. 
voetballen = hele werkwoord (infinitief)

Hij moet nu gaan

Mijn vriend moet morgen optreden
Hele werkwoord

Slide 15 - Tekstslide

Hele werkwoord + d

Sabine en Claire gaan fietsend naar de training.
Lachend vertellen Jarie en Marie een grap.
Huilend vertelde ze het verhaal. 
Onvoltooid deelwoord

Slide 16 - Tekstslide

Een zelfstandig naamwoord: mens, dier of ding
Je kunt er de, het of een voorzetten. 
- het huis - de fiets - een appel

Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het zelfstandige naamwoord: de blauwe fiets, de gekke auto
Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord

Slide 17 - Tekstslide

Maak van het voltooid deelwoord een bijvoeglijk naamwoord.
Tip: schrijf het zo kort mogelijk 

verdwalen - De peuters zijn verdwaald - De verdwaalde peuters
sluiten - De winkel is gesloten - De gesloten winkel
breken - Ik heb mijn arm gebroken - De gebroken arm
Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord

Slide 18 - Tekstslide

Huiswerk nakijken
opdr. H7 1 t/m 6


Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

= startpunt spanning 

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Huiswerk voor de volgende les
Noteer in je agenda:

Maken H7 opdr. 7 t/m 12

Slide 24 - Tekstslide

Uitleg PO fictie

Slide 25 - Tekstslide

Aan de slag 
Maak je huiswerk. 

Je mag met elkaar overleggen. 

Ben je klaar? H12 en H13 zelfstandig maken. 





Slide 26 - Tekstslide


Is de opdracht duidelijk?

Slide 27 - Tekstslide

Volgende les


We gaan verder met fictie.

Slide 28 - Tekstslide

Zijn voor jou de lesdoelen behaald

Ik weet het verschil tussen spanning en sensatie. 

Vertel......

Slide 29 - Tekstslide

Hoe ging deze les?
Wat heb je geleerd vandaag?

Wat vond je leuk aan deze les? 

Heeft iemand vragen?

Slide 30 - Tekstslide

Fijne dag

Slide 31 - Tekstslide