Werkwoorden en Lidwoorden Herkennen

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkwoorden en Lidwoorden Herkennen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel van de Les
Aan het einde van de les kan je werkwoorden en lidwoorden herkennen en begrijpen wat ze betekenen

Slide 3 - Tekstslide

Leg kort uit wat de leerlingen zullen leren tijdens deze les
Wat weet jij al over werkwoorden en lidwoorden?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn werkwoorden?
Werkwoorden zijn woorden die aangeven wat er gebeurt of wat er wordt gedaan in een zin.

Slide 5 - Tekstslide

Leg uit wat werkwoorden zijn en geef voorbeelden
Voorbeelden van werkwoorden
Voorbeelden van werkwoorden zijn: lopen, rennen, schrijven, eten, drinken.

Slide 6 - Tekstslide

Geef meer voorbeelden van werkwoorden en vraag leerlingen om zelf voorbeelden te bedenken
Wat zijn lidwoorden?
Lidwoorden zijn woorden die aangeven welk zelfstandig naamwoord er wordt bedoeld.

Slide 7 - Tekstslide

Leg uit wat lidwoorden zijn en geef voorbeelden
Voorbeelden van lidwoorden
Voorbeelden van lidwoorden zijn: de, het, een.

Slide 8 - Tekstslide

Geef meer voorbeelden van lidwoorden en vraag leerlingen om zelf voorbeelden te bedenken
Begrippenlijst
Werkwoorden: Woorden die aangeven wat er gebeurt in een zin. Lidwoorden: Woorden die aangeven welk zelfstandig naamwoord er wordt bedoeld.

Slide 9 - Tekstslide

Maak een begrippenlijst van de vakspecifieke woorden die in deze les worden behandeld
Activiteiten
1. Sorteer werkwoorden en lidwoorden. 2. Schrijf een verhaal met minimaal 5 werkwoorden en 3 lidwoorden. 3. Maak een tekening en gebruik minimaal 2 werkwoorden en 1 lidwoord. 4. Maak een quiz over werkwoorden en lidwoorden.

Slide 10 - Tekstslide

Bedenk vier activiteiten op basis van de taxonomie van Bloom en leg uit hoe deze activiteiten kunnen worden uitgevoerd
Groepstaak
Werk in groepen van 3-4 en schrijf een dialoog waarin minimaal 10 werkwoorden en 5 lidwoorden worden gebruikt.

Slide 11 - Tekstslide

Bedenk een groepstaak op basis van de inhoud van de les
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 14 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.