Week 42: repetitie Nederlands > hoofdstuk 2, 3, 4, 6, 12 en 35
Slide 4 - Tekstslide
Welkom!
Stillezen
Pak je boek en ga stillezen
timer
10:00
Slide 5 - Tekstslide
Vragen beschouwen/overtuigen
1. Noem 2 kenmerken van een beschouwende tekst
Informatie, voor- en nadelen, voor- en tegenargumenten
2. Noem een voorbeeld van een overtuigende tekst
recensie, columns, blogs en vlogs
3. Wat is het belangrijkste verschil tussen een overtuigende en beschouwende tekst?
Overtuigen: wil jij van zijn/haar mening overtuigen.
Beschouwen: alle kanten laten zien + zelf laten nadenken
Slide 6 - Tekstslide
Amuseren versus activeren
Activeren
Gaat stap verder dan overtuigen: in actie komen
Je moet 'iets doen' van de schrijver
> gebiedende wijs
Amuseren
Vooral om ervoor te zorgen dat jij als lezer plezier hebt.
Het is voor grappig bedoeld / om te vermaken.
Slide 7 - Tekstslide
Melk is goed voor elk
A
informeren
B
overtuigen
C
activeren
D
amuseren
Slide 8 - Quizvraag
Melk is gezond en daarom moet je iedere dag melk drinken
A
informeren
B
overtuigen
C
activeren
D
amuseren
Slide 9 - Quizvraag
Als je veel melk drinkt, krijgt je lichaam de nodige calcium binnen, maar ook veel stoffen die niet goed voor je zijn.
A
beschouwen
B
overtuigen
C
activeren
D
informeren
Slide 10 - Quizvraag
De meeste Nederlanders drinken koemelk en geen geitenmelk
A
beschouwen
B
overtuigen
C
activeren
D
informeren
Slide 11 - Quizvraag
Knalaanbiedingen bij vuurwerkshop De Voetzoeker!
A
beschouwen
B
overtuigen
C
activeren
D
informeren
Slide 12 - Quizvraag
Aan de slag: weektaak hfst 4
Maak van hoofdstuk 4: alle opdrachten
Je mag zachtjes overleggen.
Klaar? Kijk na. De antwoorden staan op It's Learning
Slide 13 - Tekstslide
Aan de slag: Weektaak les 4
Maken: opdracht 1 t/m 4
1. Werk de eerste 5 minuten in stilte
2. Daarna mag je zachtjes overleggen.
Klaar?
Dan mag je door naar 4 t/m 7
Kijk je werk na via It's Learning
timer
5:00
Slide 14 - Tekstslide
Volgende les
Neem je mee:
Lesboek (kern), schrift en laptop
Gaan we aan de slag met:
weektaak
Slide 15 - Tekstslide
Welkom!
Welkom
Etui, lesboek, schrift, laptop dicht op tafel.
Slide 16 - Tekstslide
Deze les
Je weet wat activerende en amuserende teksten zijn.
1. bespreken opdracht 6, 7 en 8
2. (Samen) oefenen
3. Weektaak
4. Afsluiten les
Slide 17 - Tekstslide
leestekst: vrouwen bij de marine
Bespreken opdracht 6, 7 en 8
+ wat is nou het tekstdoel?
Slide 18 - Tekstslide
Wat weet je al?
1. Probeer in je eigen woorden te omschrijven (in je schrift) wat het verschil is tussen een overtuigende tekst en een activerende tekst.
timer
2:00
Slide 19 - Tekstslide
tekstdoelen
Je kent nu 5 verschillende tekstdoelen:
informeren
overtuigen
beschouwen
amuseren
activeren
Slide 20 - Tekstslide
Samen oefenen
Schrijf een kort tekstje voor je buurman/buurvrouw. Een paar regels. (Over bijvoorbeeld de herfst). Bedenk zelf wat je tekstdoel is (informeren, overtuigen, beschouwen, activeren of amuseren).
Wissel jullie tekstjes uit en bedenk wat het tekstdoel is van de ander.
Klopt dat?
timer
5:00
Slide 21 - Tekstslide
Aan de slag: Weektaak les 4
Maken: opdracht 1 t/m 4
1. Werk de eerste 5 minuten in stilte
2. Daarna mag je zachtjes overleggen.
Klaar?
Kijk je werk na via It's Learning
timer
5:00
Slide 22 - Tekstslide
Welkom!
Stillezen
Pak je boek en ga stillezen
timer
30:00
Slide 23 - Tekstslide
De auto rijdt hard
wel een bijvoeglijk naamwoord
geen bijvoeglijk naamwoord
Slide 24 - Poll
Het regent buiten
wel lidwoord
geen lidwoord
Slide 25 - Poll
De Engelse mevrouw
wel een bijvoeglijk naamwoord
geen bijvoeglijk naamwoord
Slide 26 - Poll
Maak een zin met sport/sporten als zelfstandig naamwoord
Slide 27 - Open vraag
Maak een zin met sport/sporten als werkwoord
Slide 28 - Open vraag
Ik wil een nieuwe
wel een bijvoeglijk naamwoord
geen bijvoeglijk naamwoord
Slide 29 - Poll
Aan de slag: Weektaak
Maken: opdracht 1 t/m 8 (blz. 26-29)
1. Werk in stilte en zelfstandig
2. Na 5 minuten mag je vragen stellen
Klaar?
Kijk je werk na via It's Learning
Slide 30 - Tekstslide
Ik weet de functie van zn, lw en bijv. nw
Slide 31 - Poll
Ik kan zn, lw en bijv. nw vinden in een zin.
Slide 32 - Poll
Ik kan nieuwe voorbeelden bedenken van zinnen met een zn, lw en bijv. nw.
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.