Week 37: amuseren en activeren

Welkom!
Welkom 

Etui, lesboek, schrift, laptop dicht op tafel.


1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Welkom 

Etui, lesboek, schrift, laptop dicht op tafel.


Slide 1 - Tekstslide

Deze week
Maandag: leesvaardigheid 4 starten uitleg
Donderdag: zelfstandig werken + lezen
Vrijdag: afronden hoofdstukken leesvaardigheid 

Slide 2 - Tekstslide

Deze les
Je weet wat activerende en amuserende teksten zijn. 

1. Uitleg: amuseren en activeren
2. Even kort aan de slag met een quiz 
3. Afsluiten les 

Slide 3 - Tekstslide

Planner
Maandag 23 september: opdracht 1 t/m 4 hoofdstuk 4
Donderdag 26 september: so woordjes hoofdstuk 2, 3 en 4

Week 40: HA1A maandag 30 sept HA1D donderdag 2 okt > diataal 
Week 42: repetitie Nederlands > hoofdstuk 2, 3, 4, 6, 12 en 35 

Slide 4 - Tekstslide

Welkom!
Stillezen
Pak je boek en ga stillezen 
timer
10:00

Slide 5 - Tekstslide

Vragen beschouwen/overtuigen
1. Noem 2 kenmerken van een beschouwende tekst
Informatie, voor- en nadelen, voor- en tegenargumenten
2. Noem een voorbeeld van een overtuigende tekst
recensie, columns, blogs en vlogs
3. Wat is het belangrijkste verschil tussen een overtuigende en beschouwende tekst? 
Overtuigen: wil jij van zijn/haar mening overtuigen. 
Beschouwen: alle kanten laten zien + zelf laten nadenken 

Slide 6 - Tekstslide

Amuseren versus activeren
Activeren
Gaat stap verder dan overtuigen: in actie komen
Je moet 'iets doen' van de schrijver
> gebiedende wijs 

Amuseren
Vooral om ervoor te zorgen dat jij als lezer plezier hebt. 
Het is voor grappig bedoeld / om te vermaken. 

Slide 7 - Tekstslide

Melk is goed voor elk
A
informeren
B
overtuigen
C
activeren
D
amuseren

Slide 8 - Quizvraag

Melk is gezond en daarom moet je iedere dag melk drinken
A
informeren
B
overtuigen
C
activeren
D
amuseren

Slide 9 - Quizvraag

Als je veel melk drinkt, krijgt je lichaam de nodige calcium binnen, maar ook veel stoffen die niet goed voor je zijn.
A
beschouwen
B
overtuigen
C
activeren
D
informeren

Slide 10 - Quizvraag

De meeste Nederlanders drinken koemelk en geen geitenmelk
A
beschouwen
B
overtuigen
C
activeren
D
informeren

Slide 11 - Quizvraag

Knalaanbiedingen bij vuurwerkshop De Voetzoeker!
A
beschouwen
B
overtuigen
C
activeren
D
informeren

Slide 12 - Quizvraag

Aan de slag: weektaak hfst 4
Maak van hoofdstuk 4: alle opdrachten 

Je mag zachtjes overleggen. 

Klaar? Kijk na. De antwoorden staan op It's Learning 

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag: Weektaak les 4
Maken: opdracht 1 t/m 4
1. Werk de eerste 5 minuten in stilte 
2. Daarna mag je zachtjes overleggen. 

Klaar? 
Dan mag je door naar 4 t/m 7
Kijk je werk na via It's Learning

timer
5:00

Slide 14 - Tekstslide

Volgende les
Neem je mee:
Lesboek (kern), schrift en laptop
Gaan we aan de slag met:
weektaak 

Slide 15 - Tekstslide

Welkom!
Welkom 

Etui, lesboek, schrift, laptop dicht op tafel.


Slide 16 - Tekstslide

Deze les
Je weet wat activerende en amuserende teksten zijn.
1. bespreken opdracht 6, 7 en 8
2. (Samen) oefenen
3. Weektaak 
4. Afsluiten les 


Slide 17 - Tekstslide

leestekst: vrouwen bij de marine
Bespreken opdracht 6, 7 en 8

+ wat is nou het tekstdoel? 

Slide 18 - Tekstslide

Wat weet je al?
1. Probeer in je eigen woorden te omschrijven (in je schrift) wat het verschil is tussen een overtuigende tekst en een activerende tekst. 
timer
2:00

Slide 19 - Tekstslide

tekstdoelen
Je kent nu 5 verschillende tekstdoelen: 

informeren
overtuigen
beschouwen
amuseren
activeren 

Slide 20 - Tekstslide

Samen oefenen
Schrijf een kort tekstje voor je buurman/buurvrouw. Een paar regels. (Over bijvoorbeeld de herfst). Bedenk zelf wat je tekstdoel is (informeren, overtuigen, beschouwen, activeren of amuseren). 

Wissel jullie tekstjes uit en bedenk wat het tekstdoel is van de ander. 
Klopt dat? 
timer
5:00

Slide 21 - Tekstslide

Aan de slag: Weektaak les 4
Maken: opdracht 1 t/m 4
1. Werk de eerste 5 minuten in stilte 
2. Daarna mag je zachtjes overleggen. 

Klaar? 
Kijk je werk na via It's Learning

timer
5:00

Slide 22 - Tekstslide

Welkom!
Stillezen
Pak je boek en ga stillezen 
timer
30:00

Slide 23 - Tekstslide

De auto rijdt hard
wel een bijvoeglijk naamwoord
geen bijvoeglijk naamwoord

Slide 24 - Poll

Het regent buiten
wel lidwoord
geen lidwoord

Slide 25 - Poll

De Engelse mevrouw
wel een bijvoeglijk naamwoord
geen bijvoeglijk naamwoord

Slide 26 - Poll

Maak een zin met sport/sporten als zelfstandig naamwoord

Slide 27 - Open vraag

Maak een zin met sport/sporten als werkwoord

Slide 28 - Open vraag

Ik wil een nieuwe
wel een bijvoeglijk naamwoord
geen bijvoeglijk naamwoord

Slide 29 - Poll

Aan de slag: Weektaak
Maken:                opdracht 1 t/m 8 (blz. 26-29)

1. Werk in stilte en zelfstandig 
2. Na 5 minuten mag je vragen stellen

Klaar?
Kijk je werk na via It's Learning


Slide 30 - Tekstslide

Ik weet de functie van zn, lw en bijv. nw
0100

Slide 31 - Poll

Ik kan zn, lw en bijv. nw vinden in een zin.
0100

Slide 32 - Poll

Ik kan nieuwe voorbeelden bedenken van zinnen met een zn, lw en bijv. nw.
0100

Slide 33 - Poll

Aan de slag: Weektaak les 4
Maken: opdracht 1 t/m 7
1. Werk de eerste 5 minuten in stilte 
2. Daarna mag je zachtjes overleggen. 

Klaar? 
Dan mag je door naar 4 t/m 7
Kijk je werk na via It's Learning

timer
5:00

Slide 34 - Tekstslide

Deze les
Afsluiten leesvaardigheid, start grammatica 

Maandag: afsluiten hoofdstuk 4 + stillezen
Donderdag: uitleg grammatica
Vrijdag: zelfstandig werken 


Slide 35 - Tekstslide

Deze les
Je weet wat activerende en amuserende teksten zijn.

1. teksten lezen met opgaves 
2. Weektaak // woordjes leren 
3. Afsluiten les 
-- pauze -- 
4. stillezen
5. start uitleg grammatica 


Slide 36 - Tekstslide

Planner
Maandag 30 september:
Opdracht 5 t/m 7 hoofdstuk 4
Opdracht 1 t/m 7 hoofdstuk 6 

Donderdag 26 september
so woordjes hoofdstuk 2, 3 en 4

Week 42: repetitie Nederlands > hoofdstuk 2, 3, 4, 6, 12 en 35 

Slide 37 - Tekstslide

Aan de slag met lezen 
Voor het lezen: 
Wat weet je al over het onderwerp?
Tijdens het lezen
1. Onderstreep de belangrijkste zin van iedere alinea
2. Onderstreep alle woorden die je niet kent. 
In duo's: na het lezen > inleveren It's Learning 
1. Zoek de betekenis op van de woorden die je niet kent.
2. Wat is het onderwerp van deze tekst?
3. Wat is het doel van de schrijver?
4. Zoek nu zelf een tekst over hetzelfde onderwerp, maar met een ander tekstdoel. 
timer
10:00

Slide 38 - Tekstslide

Aan de slag: Weektaak les 4
Maken: opdracht 5 t/m 7

Klaar? 
Kijk je werk na via It's Learning
Klaar?
Ga woordjes leren via Quizlet (zie It's Learning)

Slide 39 - Tekstslide

Volgende les
Neem je mee:
Lesboek (kern), schrift en laptop
Gaan we aan de slag met:
taalverzorging H12

Slide 40 - Tekstslide