Taal, thema 7, les 16 (groep 7)
1 / 10
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
oefening 1, zin 2
Wat is het aanwijzend voornaamwoord in de zin?
Wat is het aanwijzend voornaamwoord in de zin?
Slide 2 - Open vraag
oefening 1, zin 3
Wat is het aanwijzend voornaamwoord in de zin?
Wat is het aanwijzend voornaamwoord in de zin?
Slide 3 - Open vraag
oefening 1, zin 4
Wat is het aanwijzend voornaamwoord in de zin?
Wat is het aanwijzend voornaamwoord in de zin?
Slide 4 - Open vraag
oefening 1, zin 5
Wat is het aanwijzend voornaamwoord in de zin?
Wat is het aanwijzend voornaamwoord in de zin?
Slide 5 - Open vraag
oefening 1, zin 6
Wat is het aanwijzend voornaamwoord in de zin?
Wat is het aanwijzend voornaamwoord in de zin?
Slide 6 - Open vraag
oefening 2, zin 2
Welke aanwijzende voornaamwoorden passen het beste in de zin?
Welke aanwijzende voornaamwoorden passen het beste in de zin?
Slide 7 - Open vraag
oefening 2, zin 4
Welke aanwijzende voornaamwoorden passen het beste in de zin?
Welke aanwijzende voornaamwoorden passen het beste in de zin?
Slide 8 - Open vraag
oefening 2, zin 5
Welke aanwijzende voornaamwoorden passen het beste in de zin?
Welke aanwijzende voornaamwoorden passen het beste in de zin?
Slide 9 - Open vraag
oefening 2, zin 6
Welke aanwijzende voornaamwoorden passen het beste in de zin?
Welke aanwijzende voornaamwoorden passen het beste in de zin?
