Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Repaso Español
Koppel de juiste Nederlandse persoonsvormen in het Spaans
yo
tu
el/ella/usted
nosotros
vosotros
ellos/ellas/ustedes
ik
jij
jullie
Wij
Hij/Zij/UT
zij/u
1 / 35
volgende
Slide 1:
Sleepvraag
Spaans
MBO
Studiejaar 1,3
In deze les zitten
35 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
90 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Koppel de juiste Nederlandse persoonsvormen in het Spaans
yo
tu
el/ella/usted
nosotros
vosotros
ellos/ellas/ustedes
ik
jij
jullie
Wij
Hij/Zij/UT
zij/u
Slide 1 - Sleepvraag
Lección de repaso
Pronombres personales
Verbos regulares AR, ER,IR
Slide 2 - Tekstslide
Verbos -AR-ER -IR
Regelmatige werkwoorden eindigend op -AR , -IR , -ER
Weet je de regel nog?
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
¿Qué significa lopen?
A
escuchar
B
amar
C
caminar
D
cantar
Slide 5 - Quizvraag
¿Qué significa kopen?
A
comprar
B
bailar
C
estudiar
D
pagar
Slide 6 - Quizvraag
¿Qué significa praten?
A
escuchar
B
bailar
C
pintar
D
hablar
Slide 7 - Quizvraag
Ellos cocinan una paella
A
Zij maken een paella
B
Ik maak een paella
C
Zij maakt een paella
D
Jullie maken een paella
Slide 8 - Quizvraag
Ik werk in een camping
A
El trabaja en un camping
B
Yo trabajo en un camping
C
Nosotros trabajamos en un camping
D
Vosotros trabajáis en un camping
Slide 9 - Quizvraag
Botán ama a Lucía
A
Botán houd van Lucía
B
Botán praat met Lucía
C
Botán luistert naar Lucía
D
Botán danst met Lucía
Slide 10 - Quizvraag
Carlos wint veel geld
A
ganamos mucho dinero
B
gana mucho dinero
C
gano mucho dinero
D
ganáis mucho dinero
Slide 11 - Quizvraag
Jij zingt in een kor
A
yo canto en un coro
B
usted canta en un coro
C
ella canta en un coro
D
Tú cantas en un coro
Slide 12 - Quizvraag
Helena leert Spaans
A
Helena habla español
B
Helena canta en español
C
Helena estudia español
D
Helena escucha español
Slide 13 - Quizvraag
Louis eet pizza
A
comes
B
como
C
comemos
D
come
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Tekstslide
Wij rennen in het park
A
Nosotros corremos en el parque
B
Vosotros corréis en el parque
C
Ellos corren en el parque
D
Tu corres en el parque
Slide 16 - Quizvraag
Ik drink Cola
A
nosotros tomamos
B
Ellos toman
C
Yo tomo
D
Vosotros tomáis
Slide 17 - Quizvraag
Jan mete un gol en el partido
A
een doelpunt maken
B
rennen
C
lezen
D
drinken
Slide 18 - Quizvraag
Vosotros coméis fruta
A
Ik eet fruit
B
Wij eten fruit
C
Jullie eten fruit
D
Jij eet fruit
Slide 19 - Quizvraag
Slide 20 - Tekstslide
Anchi schrijft een brief
A
Anchi recibe una carta
B
Anchi divide una carta
C
Anchi comparte una carta
D
Anchi escribe una carta
Slide 21 - Quizvraag
Ik woon in Dordrecht
A
Nosotros vivimos en Dordrecht
B
Ella vive en Dordrecht
C
Yo vivo en Dordrecht
D
Tú vives en Dordrecht
Slide 22 - Quizvraag
Zij openen de deur
A
Nosotros abrimos la puerta
B
Vosotros abrís la puerta
C
Yo abro la puerta
D
Ellos abren la puerta
Slide 23 - Quizvraag
¿Qué significa "cumplir años"?
A
schrijven
B
jarig zijn
C
wonen
D
openen
Slide 24 - Quizvraag
Verbos -ar
Voorbeeld trabajar
Slide 25 - Woordweb
Oefenen met regelmatige werkwoorden op -AR
YO
TÚ
ÉL, ELLA, USTED
NOSOTROS, NOSOTRAS
VOSOTROS, VOSOTRAS
ELLOS, ELLAS, USTEDES
HABLO
BAILO
CANTA
BAILAN
ESCUCHAS
TOCAMOS
ESCUCHÁIS
BAILA
HABLAN
CANTAMOS
ESTUDIÁIS
HABLAS
Slide 26 - Sleepvraag
Verbos -er
Voorbeeld: leer
Slide 27 - Woordweb
Verbos -ir
Voorbeeld: vivir
Slide 28 - Woordweb
Oefenen met regelmatige werkwoorden op -AR
YO
TÚ
ÉL, ELLA, USTED
NOSOTROS, NOSOTRAS
VOSOTROS, VOSOTRAS
ELLOS, ELLAS, USTEDES
HABLO
BAILO
CANTA
BAILAN
ESCUCHAS
TOCAMOS
ESCUCHÁIS
BAILA
HABLAN
CANTAMOS
ESTUDIÁIS
HABLAS
Slide 29 - Sleepvraag
Oefenen met regelmatige werkwoorden op -IR
YO
TÚ
ÉL, ELLA, USTED
NOSOTROS, NOSOTRAS
VOSOTROS, VOSOTRAS
ELLOS, ELLAS, USTEDES
VIVÍS
VIVIMOS
ESCRIBE
VIVO
COMPARTO
ESCRIBIMOS
COMPARTEN
VIVES
ESCRIBEN
VIVE
Slide 30 - Sleepvraag
Oefenen met regelmatige werkwoorden op -ER
YO
TÚ
ÉL, ELLA, USTED
NOSOTROS, NOSOTRAS
VOSOTROS, VOSOTRAS
ELLOS, ELLAS, USTEDES
COMO
APRENDES
BEBES
CORREMOS
VENDEN
APRENDEMOS
VENDÉIS
BEBE
COMEMOS
VENDO
APRENDEN
COME
CORRE
BEBÉiS
Slide 31 - Sleepvraag
YO
TÚ
ÉL, ELLA, USTED
NOSOTROS, NOSOTRAS
VOSOTROS, VOSOTRAS
ELLOS, ELLAS, USTEDES
hablo
bebo
habláis
come
vivimos
escriben
vivís
hablan
preguntamos
vives
vende
compran
escuchas
escucháis
vive
bebemos
compro
bailas
bailáis
leemos
habla
leen
escuchas
pregunto
Slide 32 - Sleepvraag
Aan de uitgang van het vervoegde werkwoord
herken je de persoonsvorm
Koppel de uitgang van de vervoeging aan de juiste persoonsvorm.
Zet de getallen erachter en geef een voorbeeld met een werkwoord
-ÁIS
-EMOS
-EN
-A
-AS
-ÉIS
-ÍS
-AN
-O
-AMOS
-IMOS
-E
-ES
YO
TÚ
ÉL, ELLA, USTED
NOSOSTROS, NOSOTRAS
VOSOTROS, VOSOTRAS
ELLOS, ELLAS USTEDES
Slide 33 - Tekstslide
Weet jij de betekenis van deze Spaanse regelmatige werkwoorden?
Zet de juiste bij elkaar.
comer
bailar
hablar
vivir
cantar
ir
vender
escuchar
escribir
compartir
beber
tocar
schrijven
gaan
dansen
drinken
praten
leven, wonen
luisteren
eten
instrument bespelen, aanraken
delen
zingen
verkopen
Slide 34 - Sleepvraag
www.verbuga.eu
Slide 35 - Link
Meer lessen zoals deze
Herhaling werkwoorden
December 2021
- Les met
23 slides
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
P1 - week 3 - W2A
September 2024
- Les met
15 slides
Spaans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
los números/ werkwoorden
Maart 2024
- Les met
21 slides
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
C2 U1 Gramática. Presente (herhaling)
24 dagen geleden
- Les met
33 slides
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
oefeningen regelmatige werkwoorden AR IR ER (verbos regulares)
Januari 2021
- Les met
11 slides
Spaans
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 2
Clase 13. Unidad 3. Gramática
November 2023
- Les met
29 slides
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Horizon herhaling P1
Juni 2021
- Les met
26 slides
Spaans
MBO
Studiejaar 1
oefeningen regelmatige werkwoorden AR IR ER (verbos regulares)
Mei 2024
- Les met
11 slides
Spaans
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 2