Thema 4 Evolutie B3 Eukaryoten

Thema 4 Evolutie

B3
Eukaryoten
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 4 Evolutie

B3
Eukaryoten

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel B3

  • Je kunt eigenschappen van eukaryoten (schimmels, planten en dieren) beschrijven
  • Je kunt beschrijven hoe schimmels zich voortplanten
  • Je kunt kenmerken van verschillende groepen van planten en dieren benoemen

Slide 2 - Tekstslide

Wat is het grootste organisme op aarde?

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Tekstslide

Schimmels
  • heterotroof
  • geen chlorofyl 
  • afbraak organische stoffen
  • Soorten:
    - gisten (eencellig)
    - meercellige schimmels (meestal met schimmeldraden (hyfen)) en sporen (soms bijv. in paddestoelen))

  • Positief: bereiding van voedsel (kaas, sojasaus, bier etc, brooddeeg, penicilli etc.)
  • Negatief: Voedselbedref, zwemmerseczeem etc.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Fusariumschimmels kunnen bij planten ziekten veroorzaken. Ze dringen via jonge wortels de plant binnen en groeien verder in de houtvaten. Tanja bekijkt door een microscoop een stukje wortel van een plant die ziek is door zo’n schimmel. Ze ziet wortelcellen en schimmelcellen. Heeft een wortelcel een celwand? En heeft een schimmelcel een celwand?
A
Geen van beide cellen heeft een celwand.
B
Alleen een wortelcel heeft een celwand.
C
Alleen een schimmelcel heeft een celwand.
D
Zowel een wortelcel als een schimmelcel heeft een celwand.

Slide 9 - Quizvraag

Maak opdracht 26 t/m 32

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Planten
  • autotroof (chloroplasten)
  • celwand bestaat uit cellulose
  • Indeling groepen op basis van:
    - aantal cellen
    - voortplanting
    - intern transport

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

In een plantenboek staat de volgende omschrijving van een plant: ‘Klein draadvormig plantje waaraan geen echte wortels, maar wel dunne stengels met blaadjes zijn te onderscheiden.’
Tot welke stam van het plantenrijk behoort deze plant?

A
Tot de mossen.
B
Tot de paardenstaarten.
C
Tot de varens.
D
Tot de zaadplanten

Slide 17 - Quizvraag

De cel van schimmel lijkt heel erg op dat van een plant. Waarin verschilt een schimmelcel van een plantencel?

Slide 18 - Open vraag

Binas 92

Afb. 23
Afb. 21

Slide 19 - Tekstslide

Dieren
  • hebben een celkern, maar géén celwand of bladgroenkorrels (heterotroof)
  • bijna alle dieren zijn diploïd (2n)
  • geslachtscellen kunnen haploïd (n) zijn

  • criteria voor indeling zijn
        - een- of meercelligheid
        - symmetrie
        - het soort skelet
        - resultaten op basis van DNA onderzoek


Slide 21 - Tekstslide

10 stammen van het dierenrijk

Slide 22 - Tekstslide

10 stammen van het dierenrijk

Slide 23 - Tekstslide

10 stammen van het dierenrijk

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Uitdaging en/of uren plezier
OneZoom - zoom bijna oneindig in op het leven.
Tree of Life - ontdek verwantschappen tussen welke organismen jij maar wilt.

Let op: oneindig leuk! Je bent zo uren verder.

Slide 27 - Tekstslide

Maak opdracht 33 t/m 35
  • Extra uitdaging?
    Neem dan de
    Samenhang 'Planten en schimmels zorgen voor elkaar' door en maak opdracht 36 t/m 38 + Olympiade opdracht 7

  • Rond de basisstof af met de Flitskaarten en Test Jezelf

Slide 28 - Tekstslide

Enkele match-oefeningen

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Link

Slide 31 - Link

Slide 32 - Link

Slide 33 - Link

Slide 34 - Link

Slide 35 - Link

Slide 36 - Link

Slide 37 - Link

Slide 38 - Link

Nog enkele uitlegvideo's

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Video

Slide 41 - Video

Slide 42 - Video