Schrijven: Reflectieverslag

Reflectieverslag
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Reflectieverslag

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
Wat: Reflectieverslag schrijven
Hoe: Start met klassikale uitleg, vervolgens zelf schrijven
Hulp: Voorkennis uit REF-I Blok A. Klassikaal = hulp van klasgenoten & docent; Individueel = theorie in opdracht + module REF-I & hulp docent
Uitkomst: Een reflectieverslag over jouw prestaties bij het vak Nederlands
Klaar: Bijwerken van schrijfopdrachten uit eerdere lessen, eventueel eerdere schrijfopdrachten aanpassen n.a.v. feedback. 
Klaar = huiswerk voor ander vak. 

Slide 2 - Tekstslide

Waarom?
- Reflecteren is een onderdeel dat in je stageverslag moet terugkomen
- In je werk en stage krijg je bijvoorbeeld te maken met projectevaluaties of sprint-reviews
- Reflecteren op je eigen handelen is onderdeel van je leerproces
- Volgend schooljaar examens voor Nederlands  

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

STARR-reflectie
  1. Situatie -  Wat was de situatie
  2. Taak - Wat was je taak? 
  3. Actie - Hoe heb je het aangepakt? Waarom op die manier?
  4. Resultaat - Heeft het gewerkt? Waarom wel/niet?
  5. Reflectie - Wat heb je ervan geleerd? 

Slide 5 - Tekstslide

Korthagen-reflectie

Slide 6 - Tekstslide

Korthagen-reflectie 
  • Situatie ervaren - Je beschrijft kort wat er is gebeurd, de situatie.
  • Terugblikken -  Je beschrijft de situatie uitgebreider, waarbij je verder ingaat op jouw handelingen in de situatie en de gevolgen van jouw handelingen. Wat deed jij, wat gebeurde er daardoor? Wat deden anderen in deze situatie, wat gebeurde er daardoor? 
  • Belangrijke aspecten begrijpen (bewustwording) - Wat dacht je en wat voelde je in deze situatie? Wat gebeurde er daardoor? Klopten jouw gedachten/gevoelens achteraf gezien?
  • Alternatief (gedrag) ontwikkelen - Je beschrijft hoe je een volgende keer in een vergelijkbare situatie anders zou kunnen handelen. Je noemt hierbij de voordelen en nadelen van dit alternatieve gedrag. 
  • Uitproberen - In een vergelijkbare situatie ga je het alternatieve gedrag uitproberen. 
  • Cyclus begint opnieuw.

Slide 7 - Tekstslide

Onderwerp reflectie
De verschillende vaardigheden van het schoolvak Nederlands:
  • Lezen (CE)
  • Luisteren (CE)
  • Spreken (IE)
  • Gesprekken (IE)
  • Schrijven (IE)
Bespreek jouw voortgang voor het vak, waarbij je specifiek ingaat op de verschillende vaardigheden. 

Slide 8 - Tekstslide

Onderwerp reflectie (vervolg)
Beschrijf situaties die te maken hebben met de voortgang van jouw vaardigheden bij Nederlands. 
  • Welke taken/opdrachten heb je gehad om aan de ontwikkeling van de verschillende vaardigheden te werken? 
  • Hoe heb je deze taken/ opdrachten aangepakt? 
  • Hoe heeft dit gewerkt? Wat gaat al goed? Waaruit blijkt dat? Wat kan nog beter? Wat is er nodig om hier beter in te worden?
  • Wat heb je van de specifieke opdrachten geleerd?

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeeld
De vaardigheid spreken heb ik goed in de vingers. Aan het begin van deze periode heb ik een presentatie gegeven over een stagebedrijf. In deze presentatie moest ik de klas en de docent informatie geven over mijn stagebedrijf. Ik had deze presentatie goed voorbereid. Alle eisen uit de opdracht had ik in mijn PowerPointpresentatie verwerkt. Vervolgens heb ik met behulp van alleen een spiekbriefje een presentatie gegeven voor de klas. Tijdens de presentatie kon ik goed inspelen op reacties vanuit het publiek. Ook heb ik enkele vragen kunnen beantwoorden. Bij het houden van deze presentatie heb ik geleerd om te gaan met kritische vragen uit het publiek. Een klasgenoot die bij hetzelfde bedrijf stage heeft gelopen stelde een inhoudelijke vraag, dit had ik niet eerder meegemaakt, maar deze vraag kon ik na enige twijfel goed beantwoorden. De presentatie werd als excellent beoordeeld, daaruit blijkt dat mijn uitvoering en voorbereiding inderdaad erg goed waren.   

Slide 10 - Tekstslide

Huiswerkopdracht
  • Open IL → Bronnen → Generiek → NED → inleveropdrachten → Inleveropdrachten vanaf week 10 →  Reflectieverslag
  • Lees de opdracht goed. 
  • Lever de opdracht deze week in via Its Learning.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link

Slide 13 - Link

Betogen op basis van reflectie
Je sluit je schrijfopdracht af met een betoog. In dit betoog beargumenteer je op basis van je reflectieverslag hoe jouw examenplan voor Nederlands er komend schooljaar (wat jou betreft) gaat uitzien. Voor welke onderdelen doe je op welk moment volgend schooljaar examen? Met welke onderdelen wil je nog extra oefenen? 

Slide 14 - Tekstslide