Welzijn les 1, deel 2: communicatie met de zorgvrager en in het team, niveau 4

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Module 1: communicatie in de zorg
Hoofdstuk 2 en 3:
Communicatie met de zorgvrager 
Communicatie in het team


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
De student kan na deze les in eigen woorden vertellen;
  • Welke 4 communicatiestijlen er zijn
  • Wat deze 4 communicatiestijlen inhouden
  • Wat de kenmerken van een ongelijkwaardige relatie zijn
  • Wat wordt bedoeld met doelgericht communiceren

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communicatie met de zorgvrager

                 4 communicatiestijlen
De analyser:
Nauwkeurig, perfectionistisch, bewaakt kwaliteit
Valkuilen: bang om fouten te maken, star, besluitloos

De promotor
Duidelijk en luid aanwezig, gangmaker
Valkuilen: Moeite met deadlines, overdrijven, maakt zaken zelden af
De supporter:
Rustig, belangstellend en zorgzaam
Valkuilen: Kan niet tegen conflicten, cijfert zichzelf weg, kan moeilijk mening geven
De controller:
Neemt leiding, zakelijk, doelgericht, harde werker
Valkuilen: Bazig en autoritair, ongeduldig, weinig oog voor emoties

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke communicatiestijl heb jij?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Relatie tussen professional en zorgvrager =
'ongelijkwaardige relatie'
Waarom?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Functionele relatie=
Bepaald doel
Rollen zijn onomkeerbaar=
Vaste rollen in deze relatie
Vrijheid tegenover gebondenheid=
Jij gaat naar huis, zv blijft in ZH, zorginstelling..
Deskundigheid tegenover ondeskundigheid=
Jij hebt kennis en kunde, zv vaak niet.
Geslotenheid tegenover openheid=
zv. noodgedwongen vaak heel open naar professional.
Onafhankelijkheid/afhankelijkheid=
zv. zit in afhankelijkheidsrelatie
Macht tegenover onmacht=
Jij hebt gezag, kennis, kunt belonen/straffen
Kenmerken ongelijkwaardige relatie:

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelgericht communiceren:
Je verleent zorg met een bepaald doel
=Om zorgvrager zijn doel te laten bereiken is het soms nodig dat jij als professional het gedrag van zorgvrager beinvloedt 

Wat is gedrag?
  • Geheel aan acties en reacties die een mens heeft op zijn omgeving, is vaak onbewust, maar gedrag kan ook bewust ingezet worden. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gedragsverandering:
Motivatie heeft grote invloed op gedrag, gedrag kan pas veranderen als een persoon gemotiveerd is.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een veelgebruikte gesprekstechniek om de zorgvrager te motiveren en hem te helpen zijn gedrag te veranderen is motiverende gespreksvoering. 

Je wakkert het verlangen van de zorgvrager aan om te veranderen d.m.v. het stellen van vragen en het geven van informatie.

Je legt de verantwoordelijkheid over de eventuele gedragsverandering bij de zorgvrager neer. Je stimuleert zijn eigen regie en zelfredzaamheid.


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zijn onderstaande lesdoelen behaald?
De student kan na deze les in eigen woorden vertellen;
Welke 4 communicatiestijlen er zijn
Wat deze 4 communicatiestijlen inhouden
Wat de kenmerken van een ongelijkwaardige relatie zijn
Wat wordt bedoeld met doelgericht communiceren

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communicatie binnen een team

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
De student kan na deze les in eigen woorden vertellen;
  • Wat wordt bedoeld met een team
  • wat de kenmerken zijn van een team
  • welke rollen er zijn binnen een team
  • wat er wordt bedoeld met het herkennen van kwaliteiten
  • Wat wordt bedoeld met allergien

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenwerken in een team

Wat is een team?

Een team heeft dus de volgende kenmerken:
  • Een team bestaat meestal uit zo'n twee tot twintig personen.
  • Een team heeft een bepaald doel.
  • De leden van het team moeten direct met elkaar communiceren om dat doel te behalen.
  • De leden van het team hebben elkaar nodig om het doel te behalen.
  • In een team is er altijd een bepaalde structuur en gelden er bepaalde afspraken.





Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rollen in een team

In een team heeft elk teamlid een bepaalde rol. 
  • Verzameling taken die een teamlid op zich neemt. 
  • In veel teams zijn bepaalde rollen heel duidelijk. bv. de rol van teamleider of verpleegkundige. Bij deze rollen horen bepaalde taken. Deze rollen zijn formeel en vastgelegd in de functieomschrijving. 
  • Je hebt binnen team ook rollen die minder duidelijk of zichtbaar zijn, informele rollen. 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Goed functionerend team?
=Herkennen van kwaliteiten van je collega's!

Hoe kun je kwaliteiten van je collega's herkennen?
Sommige kwaliteiten zijn niet erg goed zichtbaar, soms overheersen (in jouw ogen) negatieve kwaliteiten bij een collega. 

Hoe ga je hiermee om en hoe stimuleer je collega om goede kwaliteiten in te zetten? 
Handig hulpmiddel hiervoor zijn de teamrollen van Belbin. 

Deze teamrollen helpen je de kwaliteiten zien van een collega. 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Kwaliteiten en allergieën

Kwaliteiten
Wat is een kwaliteit nu precies? 
Een kwaliteit is iets waar je goed in bent of een eigenschap die er op positieve wijze uitspringt. Hier een paar voorbeelden:

  • afspraken nakomen;
  • belangstellend;
  • creatief;
  • eerlijk;
  • kritisch;
  • nieuwsgierig;
  • gevoelig;
  • zorgzaam.








Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Allergieën

          Soms lastig om kwaliteiten van een ander te zien. 
Zeker als die ander heel anders is dan jij. 
Je gaat sommige collega's liever uit de weg. Ze zitten in je allergie.

Het kernkwadrant van Daniël Ofman maakt duidelijk wat er gebeurt als iemand een allergische reactie bij jou oproept.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Iedereen heeft kwaliteiten, 
Soms lastig om jouw kwaliteiten in een team te laten zien..
Je voelt je ondergesneeuwd, niet gehoord..

Hoe zorg je dat jouw mening gehoord wordt? 
Hoe zorg je dat jij ook invloed hebt

Kunst is om je communicatie zodanig aan te passen dat je de ander meekrijgt. Hoe?              Roos van Leary. 

Roos van Leary geeft inzicht hoe je invloed kunt uitoefenen binnen team zonder dat je buiten het team valt.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Manieren van reageren:


                  Voorbeelden?

Slide 25 - Tekstslide

Als je sub-assertief reageert, kom je zelden voor jezelf op. Het is voor anderen onduidelijk wat jouw mening is of wat jij wilt. Sub-assertief gedrag komt vaak voor bij mensen die altijd aardig gevonden willen worden, onzeker of verlegen zijn of zich niet op hun gemak voelen in een team. 

Mensen die agressief reageren komen wel voor zichzelf op, maar op zo'n manier dat ze veel vijanden maken. Ze krijgen wel vaak hun zin, maar betalen daar uiteindelijk een hoge prijs voor. De onderlinge relaties in een team worden verstoord en de sfeer wordt slechter.

Bij assertieve communicatie bewaak je je eigen grenzen, maar je houdt ook rekening met de ander. Je bent respectvol naar de ander, maar ook naar jezelf. Kenmerken van assertieve communicatie zijn:

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies