In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 40 min
Onderdelen in deze les
Unit 1.2: California
Slide 1 - Tekstslide
To Do:
Grammatica uitleg 1 (herhaling)
Opdracht 7 samen
Grammatica uitleg 2 (herhaling)
Opdracht 12 samen
Zelfstandig werken
Slide 2 - Tekstslide
Doel van de les
Aan het einde van de les ken:
ik de 'meervouds -s'
De persoonlijke- en de bezittelijke voornaamwoorden & kan ik ze toepassen in opdrachten.
Slide 3 - Tekstslide
Meervoud
1. de meeste woorden: + -s
dog - dogs
radio - radios
2. woorden die eindigen op een sis-klank: + -es
box - boxes
match - matches
3. woorden die eindigen met een medeklinker + -o: + -es
potato - potatoes
tomato - tomatoes
4. woorden die eindigen met een medeklinker + -y: -> -ies
city - cities
hobby -hobbies
5. woorden die eindigen op een -f of -fe -> -ves
wolf - wolves
knife - knives
Slide 4 - Tekstslide
7a. dress - _____
Slide 5 - Open vraag
7b. house - _____
Slide 6 - Open vraag
7c. tomato - _____
Slide 7 - Open vraag
7d. cherry - _____
Slide 8 - Open vraag
7e. studio - _____
Slide 9 - Open vraag
7f. elf - _____
Slide 10 - Open vraag
7g. berry - _____
Slide 11 - Open vraag
Persoonlijk- & bezittelijke voornaamwoorden
Pers. vnw. (onderwerp)
Pers. vnw. (niet-onderwerp)
Bez. vnw. (bijvoeglijk)
Bez. vnw. (zelfstandig)
I
me
my
mine
you
you
your
yours
he / she / it
him / her / it
his / hers / its
his / hers / -
we
us
our
ours
you
you
your
yours
they
them
their
theirs
Slide 12 - Tekstslide
Persoonlijke- & bezittelijke voornaamwoorden
Pers. vnw. (onderwerp)
Pers. vnw. (niet-onderwerp)
Bez. vnw. (bijvoeglijk)
Bez. vnw. (zelfstandig)
I
me
my
you
you
your
he / she / it
him / her / it
his / hers / its
we
us
our
you
you
your
they
them
their
Slide 13 - Tekstslide
12a. _____ went to school yesterday. (Josh and Lydia)
Slide 14 - Open vraag
12b. _____ is the latest model. (The phone)
Slide 15 - Open vraag
12c. _____ is walking to school today. (Patty (girl))
Slide 16 - Open vraag
12d. Chris visited _____ two months ago (Sarah)
Slide 17 - Open vraag
12e. Can you take _____ to school? (My friend and I)
Slide 18 - Open vraag
12f. They are so cool. Look at _____! (they)
Slide 19 - Open vraag
Zelfstandig werken (= huiswerk):
LeRen bladzijde: 39 & 40
LeZen bladzijde: 41
Maken: 1.2 helemaal af -> IN JE BOEK, maar........
Luister/kijk naar de opdrachten online, schrijf de antwoorden in je boek.
Elke les mee:
Boek, opgeladen laptop, oortjes & schrift.
Slide 20 - Tekstslide
Ik heb het doel: "Aan het einde van de les ken ik de 'meervouds -s' en de persoonlijke- en de bezittelijke voornaamwoorden en kan ik ze toepassen in eenvoudige opdrachten" behaald.
Ja, ik ken het en kan het toepassen
Ja, ik ken het, maar kan het nog niet toepassen
Nee, ik ken het nog niet en kan het ook nog niet toepassen