In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 40 min
Onderdelen in deze les
Hi, 1B :)
Slide 1 - Tekstslide
To Do:
Grammatica uitleg 1
Samen maken: opdracht 6
Grammatica uitleg 2
Samen maken: opdracht 7
Zelfstandig werken
Slide 2 - Tekstslide
Doel van de les
Aan het einde van de les ken ik de persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden en week ik hoe ik ze moet toepassen in een eenvoudige opdracht.
Slide 3 - Tekstslide
Personal pronouns / persoonlijk voornaamwoord
I walk to school every day. You can walk with me.
We eat lunch together. Do you want to eat with us?
Enkelvoud
I
you
he / she / it
me
you
him / her / it
Meervoud
we
you
they
us
you
them
Slide 4 - Tekstslide
Personal pronouns / persoonlijk voornaamwoord
I walk to school every day. You can walk with me.
We eat lunch together. Do you want to eat with us?
Enkelvoud
...
...
...
me
you
him / her / it
Meervoud
...
...
...
us
you
them
Slide 5 - Tekstslide
Personal pronouns / persoonlijk voornaamwoord
I walk to school every day. You can walk with me.
We eat lunch together. Do you want to eat with us?
Enkelvoud
I
you
he / she / it
...
...
...
Meervoud
we
you
they
...
...
...
Slide 6 - Tekstslide
6a. How are _____ (jij)?
A
you
B
I
C
he
D
him
Slide 7 - Quizvraag
6b. _____ (Ik) really like your blog.
A
Us
B
She
C
I
D
It
Slide 8 - Quizvraag
6c. Jake is my best friend. I showed your blog to _____ (hem).
A
we
B
me
C
them
D
him
Slide 9 - Quizvraag
6d. _____ (Hij) really likes your post about your first day at secondary school.
A
He
B
You
C
She
D
They
Slide 10 - Quizvraag
6e. _____ (Wij) are in year 7 too!
Slide 11 - Open vraag
6f. _____ (Het) is really great.
Slide 12 - Open vraag
6g. Most of our teachers are really great. _____ (Zij) help us a lot.
Slide 13 - Open vraag
6h. Jake likes to play jokes on the teachers. Sometimes he goes too far, but he usually makes _____ (hen) laugh.
Slide 14 - Open vraag
Possessive pronouns / bezittelijk voornaamwoord
This is my pen. - No, it's not. It's mine!
Our school starts at 8 a.m. - Really? Ours starts at 8.30.
Met zelfstandig naamwoord
Zonder zelfstandig naamwoord
Enkelvoud
my
your
his / her / its
mine
yours
his / hers / -
Meervoud
our
your
their
ours
yours
theirs
Slide 15 - Tekstslide
7a. Can I borrow your textbook? I can't find _____ (die / dat van mij) anywhere.
A
my
B
mine
Slide 16 - Quizvraag
7b. Sure. But go and find _____ (die / dat van jou) after the lesson.
A
your
B
yours
Slide 17 - Quizvraag
7c. Where is Jane's backpack? Is this _____ (haar) backpack?
A
her
B
hers
Slide 18 - Quizvraag
7d. Yes, that is Jane's. This one is mine. See? _____ (Onze) names are on them.
A
Our
B
Ours
Slide 19 - Quizvraag
7e. Jen and Kate have lost their pencil cases. Are these _____ (hun) pencil cases?
A
their
B
theirs
Slide 20 - Quizvraag
7f. No, they're not. They are _____ (die / dat van ons).
A
our
B
ours
Slide 21 - Quizvraag
7g. This is _____ (mijn) Maths book.
A
my
B
mine
Slide 22 - Quizvraag
7h. Are you sure? Sheila says it's _____ (die / dat van haar).
A
her
B
hers
Slide 23 - Quizvraag
Zelfstandig werken (huiswerk)
Maken: lesson 1.2 - opdracht 5 t/m 11
Leren: lesson 1.2, woordjes (ENG-NED & NED-ENG)
lesson 1.2, grammatica
Klaar? Kijk op de planner voor de klaar-opdracht.
Slide 24 - Tekstslide
Ik heb het doel: "Aan het einde van de les ken ik de persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden en week ik hoe ik ze moet toepassen in een eenvoudige opdracht" behaald.
Ja, ik ken het, maar kan het nog niet toepassen
Nee, ik ken het nog niet en kan het ook nog niet toepassen