Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Unit 2 listening Prefixes and Suffixes Quiz
Prefixes and Suffixes
(Voorvoegsels en Achtervoegsels)
1 / 28
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
In deze les zitten
28 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Prefixes and Suffixes
(Voorvoegsels en Achtervoegsels)
Slide 1 - Tekstslide
Today's goal
At the end of this lesson I can correctly form and use prefixes and suffixes
Slide 2 - Tekstslide
Prefixes + Suffixes
They
both
change
the meaning of the word.
Prefixes are letters you can place
before
a word.
Suffixes are letters that go at
the
end
of a word.
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Prefixes and suffixes
Slide 5 - Tekstslide
Part 1: Prefixes / Voorvoegsels
Komen
voor
het woord
Veranderen de betekenis
van het woord
Slide 6 - Tekstslide
These prefixes all mean 'not' (
niet
) or
'the opposite' (
tegenovergestelde
)
non- sense -> nonsense
un- used -> unused
im- possible -> impossible
il- legal -> illegal
in- compatible -> incompatible
ir- responsible -> irresponsible
dis- appear -> disappear
Slide 7 - Tekstslide
Re- means 'again' (
opnieuw
) or 'back' (
terug
)
act -> react
play -> replay
turn -> return
visit -> revisit
Slide 8 - Tekstslide
mis- means 'wrong' (
verkeerd
) or 'not' (
niet
)
place -> misplace
understand -> misunderstand
use -> misuse
behave -> misbehave
Slide 9 - Tekstslide
7 questions
Slide 10 - Tekstslide
3. Wat komt er voor "sense"
A
Non
B
Un
C
Ir
D
Dis
Slide 11 - Quizvraag
4. Wat komt er voor "possible"
A
Non
B
Dis
C
Im
D
Ir
Slide 12 - Quizvraag
5. Wat komt er voor "appear"
A
Un
B
Dis
C
Non
D
Ir
Slide 13 - Quizvraag
4. disbelief
dis =
A
unpolite
B
rude
C
tasty
D
not
Slide 14 - Quizvraag
7. Complete the sentence with the correct prefix.
I don't trust that boy anymore. He was ...honest about his age.
A
re
B
dis
C
mis
D
im
Slide 15 - Quizvraag
Part 2: Suffixes / Achtervoegsels
Komen
achter
het woord
Veranderen de betekenis van het woord
Examples: -er, -ing/ -ment, -ness
Slide 16 - Tekstslide
Suffixes / Achtervoegsels
Met -er: degene die de actie doet: Teach(
er
)
Werkwoord naar zelfstandig naamwoord:
Pay(ment) / Paint(ing)
Bijwoord of bijvoeglijk naamwoord naar zelfstandig naamwoord:
Kind(ness)
Slide 17 - Tekstslide
Suffixes
To talk about 'the person that does the action',
add
-er
teach -> teach
er
rap -> rapp
er
Slide 18 - Tekstslide
It's the tail of an elephant!
Slide 19 - Tekstslide
13 questions
Slide 20 - Tekstslide
1. Wat komt er achter "sad"
A
er
B
ing
C
ment
D
ness
Slide 21 - Quizvraag
2. Wat komt er achter "punish"
A
ment
B
ness
C
er
D
ing
Slide 22 - Quizvraag
3. Wat komt er achter "end"
A
ment
B
ness
C
ing
D
er
Slide 23 - Quizvraag
Choose the correct prefix/suffix
...proper
A
un-
B
im-
C
in-
D
dis-
Slide 24 - Quizvraag
Choose the correct prefix/suffix
respect...
A
-less
B
-ible
C
-full
D
-able
Slide 25 - Quizvraag
Choose the correct prefix/suffix
regular...
A
-ed
B
-ing
C
-al
D
-ly
Slide 26 - Quizvraag
Slide 27 - Tekstslide
How did it go?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 28 - Poll
Meer lessen zoals deze
2TL Grammar Prefixes - Suffixes
Mei 2022
- Les met
20 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
2TL Grammar Prefixes - Suffixes
Mei 2022
- Les met
21 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
T3: Prefixes and Suffixes Quiz
Mei 2023
- Les met
38 slides
Middelbare school
Klas 2 - H5 - Les E grammar deel 1 - Prefixes & Suffixes
April 2022
- Les met
26 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Feb 10 Prefixes and Suffixes
Februari 2023
- Les met
25 slides
Engels
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 2
T3: Prefixes and Suffixes Quiz
Maart 2022
- Les met
34 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
Grammar Prefixes - Suffixes
Maart 2024
- Les met
23 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b, k, g
Leerjaar 3,4
VTO 10022021
Augustus 2022
- Les met
12 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4