Module Arm en Rijk | Week 4 LS1 - Debat: Arm en Rijk in Amsterdam

Het grote arm en rijkdebat
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Het grote arm en rijkdebat

Slide 1 - Tekstslide

De conservatieven
De progeressieven
Uitgangspunten:
  • Armoede is een persoonlijk falen
  • De staat moet geen rol spelen in het bestrijden van ongelijkheid in de samenleving
Uitgangspunten:
  • Armoede bestrijden is de verantwoordelijkheid van de staat
  • Armoede kunnen we oplossen door gelijke kansen te creëren.

Slide 2 - Tekstslide

Aandachtspunten voor toeschouwers
Wees eerlijk en onpartijdig in jouw observaties en geschreven op- en aanmerkingen.

Formuleer concrete zinnen zodat de debater die jij beoordeelt duidelijk heeft wat goed ging en wat beter kan.

Toon respect en neem je verantwoordelijkheid in het creëren van ruimte en rust tijdens het debat.


Slide 3 - Tekstslide

Aandachtspunten voor debaters
Om te bepalen wie het meest overtuigend is, kun je als jurylid kijken naar de volgende drie criteria:

Argumentatie: wie brengt de meest relevante argumenten? Wie onderbouwt deze argumenten het sterkst (feiten, voorbeelden)?

Presentatie: wie is het meest welbespraakt (taalgebruik, humor)? Wie is non-verbaal het sterkst (oogcontact, stem, houding)?

Strategie & teamwork: wie brengt argumenten op het beste moment in(timing)? Wie ondersteunt zijn teamgenoten het beste? Wie spreekt juist zijn teamgenoot tegen?


Slide 4 - Tekstslide

Stuur de powerpoints met feiten en cijfers naar de docent.

Slide 5 - Tekstslide

Jullie krijgen 10 minuten per stelling. De docent houdt de tijd bij.

Slide 6 - Tekstslide

Nu volgen drie stellingen over armoede en welvaart in Amsterdam

Slide 7 - Tekstslide

Citaat uit artikel over armoede in NL
Individuele armoede kan het gevolg zijn van langdurige werkloosheid, ziekte, of verslaving aan gokken, kopen, alcohol of drugs. Hierdoor kan iemand van welstand tot armoede vervallen. Een fenomeen van de laatste decennia in vooral westerse landen is het kopen op afbetaling (live now, pay later). Dit kan tot financiële schulden leiden, die de omgeving, gemeentelijke en/of overheidsinstanties dwingen de persoon onder financiële curatele te stellen.

Slide 8 - Tekstslide

Probleemstelling
Armoede wordt verergerd door het nieuwe fenomeen ' live-now-pay-later.

Slide 9 - Tekstslide

Stelling 1: Mensen die arm zijn moeten geen nieuwe computer kopen.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Citaat uit de krant
De moeder van Melissima vond het vroeger moeilijk om met geld om te gaan. Daarom kwamen er schulden en andere problemen. Die schulden moet ze nu terugbetalen en daarom is er weinig geld meer over voor andere dingen.


Melissima en haar moeder worden door veel mensen geholpen. Ze gaan soms bij de buren ontbijten en krijgen elke week van de voedselbank een tas vol eten. Bijna 100 bedrijven hebben gezegd dat ze arme gezinnen zoals dat van Melissima willen helpen. 

Slide 12 - Tekstslide

Probleemstelling

De bedrijven dragen hun steentje bij aan de armoedebestrijding, maar wat doet de overheid eigenlijk?

Slide 13 - Tekstslide

Stelling 2: Armoede bestrijden is de taak van de overheid

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Schud elkaar de hand

Slide 17 - Tekstslide

Wat gaat goed?
Wat kan beter?
Wat nemen de toeschouwers mee voor volgende week?
Waar gaan jullie op letten bij het volgend debat?

Slide 18 - Tekstslide