H4: Verbes -re + parler

Chapitre 1: Verbes sur -re + parler
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Chapitre 1: Verbes sur -re + parler

Slide 1 - Tekstslide

Programme
1. Les objectifs d'apprentissage
2. La révision
3. Les verbes sur -re
4. Parler: Instruction
5. Les jeux

Slide 2 - Tekstslide

1. Les objectifs d'apprentissage
Après ce cours, tu es capable de:
1. Comprendre l'adjectif
2. Comprendre comment faire les verbes sur -re
3. Comprendre la différence entre le présent et le passé composé
4. Prononcer la partie 1 en français
5. Poser des questions

Slide 3 - Tekstslide

2. La révision
1. Les ... filles... (grand)
2. Le ... chat ... (intelligent)
3. Une ... mère ... (gentil)
4. Marie et Claire sont ... (sportif)
5. Jean est ... (italien)

Slide 4 - Tekstslide

3. Les verbes sur -re
1. Vind de stam van het werkwoord
Stam = hele werkwoord - re

2. Plak de juiste uitgang achter de stam.

Slide 5 - Tekstslide

3. Les verbes sur -re
Uitgang
Je
+s
Tu
+s
Il/elle/on
-
Nous
+ons
Vous
+ez
Ils/elles
+ent

Slide 6 - Tekstslide

3. Les verbes sur -re
Bijvoorbeeld:

Répondre (=antwoorden)

Je ...
Il ...
Nous ...

Slide 7 - Tekstslide

De uitgangen van de werkwoorden op -re in de présent:
A
s / s / - / ons / ez / ent
B
s / s / t / ons / ez /ent
C
s / es / s / ons / ez / ent
D
es / s / - / ons / ez / ent

Slide 8 - Quizvraag

Werkwoorden RE, présent:
A
Je vends des frites sur la plage.
B
Je vend des frites sur la plage.

Slide 9 - Quizvraag

werkwoorden op -re
Tu.............(vendre)
A
vends
B
vende
C
vend
D
vendes

Slide 10 - Quizvraag

werkwoorden op -RE
Paula.............(rendre)

A
rends
B
rende
C
rend
D
rendez

Slide 11 - Quizvraag

werkwoorden op -re
Ils .............(perdre)
A
perds
B
perdent
C
perd
D
perdez

Slide 12 - Quizvraag

3. Les verbes sur -re
Passé composé

1. Wat is een passé composé?
2. Uit welke onderdelen bestaat de passé composé?


Slide 13 - Tekstslide

3. Les verbes sur -re
Bij werkwoorden op -re maak de de passé composé zo:
1. Kies het juiste hulpwerkwoord (vorm van avoir/être)
2. Stam + u

Bijvoorbeeld:
Ik heb verkocht
Jij hebt genomen

Slide 14 - Tekstslide

werkwoorden op -re
wij hebben geantwoord
A
vous avez répondu
B
nous avons répondus
C
nous avons répondre
D
nous avons répondu

Slide 15 - Quizvraag

3. Les verbes sur -re
Maak nu opdracht

29 C
30 C

Klassikale bespreking 

timer
10:00

Slide 16 - Tekstslide

4. Parler: Instruction
  • Leeftijd
  • Au
  • Laatste letter
  • Liaison

--> oefenblad

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Link

Slide 20 - Link