1.2 Kernbegrippen bij maatschappijleer

3BB Wat is maatschappijleer?
Introductie
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

3BB Wat is maatschappijleer?
Introductie

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Leerdoelen
  • Terugblik
  • Uitleg 
  • Reflectie
  • Huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen 
Aan het eind van deze les kan je:
De volgende begrippen uitleggen;
- Waarden
- Normen
- Belang
- Macht
- Burgerschap


    Slide 3 - Tekstslide

    Een voorbeeld van een groep uit je sociale omgeving is:
    A
    je ouders
    B
    de politie van je stad
    C
    je teamgenoten bij de voetbalclub
    D
    je broer en zus

    Slide 4 - Quizvraag

    Wat is een voorbeeld van een wetsregel?
    A
    Na toiletbezoek je handen wassen
    B
    Geen afval op straat gooien
    C
    Op de buitendeuren moeten goede sloten zitten
    D
    In restaurants geef je een fooi

    Slide 5 - Quizvraag

    Welke stelling is juist?

    1. Jouw sociale omgeving wordt gevormd door mensen die je kent en waarmee je dingen samen doet.

    2.Maatschappij is een ander woord voor sociale omgeving.
    A
    Alleen stelling 1 is juist
    B
    Alleen stelling 2 is juist
    C
    Beide stellingen zijn juist
    D
    Beide stellingen zijn onjuist

    Slide 6 - Quizvraag

    In dit hoofdstuk
    • Kernbegrippen.
    • Waarden en normen.
    • Belangen.
    • Macht.
    • Burgerschap

    Slide 7 - Tekstslide

    Kernbegrippen
    Het vak maatschappijleer gebruikt kernbegrippen om de verschillen in de samenleving te begrijpen.

    Het zijn:
    • Waarden en normen.
    • Belangen.
    • Macht.


    Slide 8 - Tekstslide

    Waarden en normen
    Waarden zijn principes die je belangrijk vindt in het leven.
    Voorbeelden van waarden zijn: eerlijkheid en vriendschap.
    Uit waarden volgen altijd bepaalde normen.

    Normen zijn regels over hoe jij en anderen zich moeten gedragen.




    Slide 9 - Tekstslide

    Waarden en normen
    Waarde
    Vriendschap
    Norm
    Een echte vriend laat je niet in de steek.
    Waarde
    Respect
    Norm
    Niet pesten




    Slide 10 - Tekstslide

    Waarden en normen
    Sommige normen zijn opgenomen in wetten.
    Bijvoorbeeld: je mag je telefoon niet gebruiken
    tijdens het fietsen.


    Andere normen zijn ongeschreven regels.

    Bijvoorbeeld: je laat geen boer tijdens het eten.


    Slide 11 - Tekstslide

    Slide 12 - Tekstslide

    Belangen
    Een belang is het voordeel dat je ergens bij hebt.
    Jouw belang is bijvoorbeeld een lesrooster zonder tussenuren, want dan ben je eerder uit.
    Soms is er sprake van een belangentegenstelling: het belang van de één botst met het belang van de ander.
    De één wil bijvoorbeeld graag goedkoop vliegen, de ander wil vliegen juist duurder maken omdat het milieuvervuilend is.



    Slide 13 - Tekstslide

    Macht
    Macht is de mogelijkheid om het gedrag van anderen te beïnvloeden.
    Je ouders hebben macht over jou: ze kunnen je verbieden om met vrienden op vakantie te gaan.
    Ook de overheid heeft macht: zij maakt wetten met regels waar jij je aan moet houden.









    Slide 14 - Tekstslide

    Wie heeft macht?

    Slide 15 - Woordweb

    Slide 16 - Video

    Welke machtsmiddelen hebben influencers?

    Slide 17 - Woordweb

    Wat zijn waarden en normen?
    A
    Waarden zijn overtuigingen over wat belangrijk is.
    B
    Normen zijn overtuigingen over wat belangrijk is.
    C
    Normen zijn regels over hoe je je hoort te gedragen.
    D
    Waarden zijn regels over gedrag.

    Slide 18 - Quizvraag

    Wat is een voorbeeld van een waarde?
    A
    Hardlopen
    B
    Koffie drinken
    C
    Eerlijkheid
    D
    Naar muziek luisteren

    Slide 19 - Quizvraag

    Welke van de volgende is een voorbeeld van een norm?
    A
    Een film kijken.
    B
    Niet voordringen in de rij.
    C
    Een boek lezen.
    D
    Een dieet volgen.

    Slide 20 - Quizvraag

    Wat houdt gelijkwaardigheid in binnen de Nederlandse samenleving?
    A
    Sommige mensen hebben meer rechten.
    B
    Alleen volwassenen hebben rechten.
    C
    Alle inwoners van Nederland hebben dezelfde rechten.
    D
    Iedereen verdient hetzelfde salaris.

    Slide 21 - Quizvraag

    Wat is een van de basiswaarden die centraal staan in de Nederlandse samenleving?
    A
    Veiligheid
    B
    Broederschap
    C
    Gelijkheid
    D
    Vrijheid

    Slide 22 - Quizvraag

    Huiswerk 

    Je hebt de opdrachten van 1.2 gemaakt in je werkboek 


    Slide 23 - Tekstslide