Hoofdstuk 5

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
administratieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

0

Slide 2 - Video

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Omzet =
A
afzet x verkoopprijs
B
afzet x brutowinst
C
afzet x verkoopwaarde
D
afzet x inkoopprijs

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide


21% BTW?



9% BTW?

Slide 7 - Sleepvraag

Welk woord past in de onderstaande zin?
Op de bon is de BTW nog niet meegerekend.
Het is dus de prijs __________ omzetbelasting.
aanpassen
balans
centraal
desnoods
exclusief
inclusief

Slide 8 - Sleepvraag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Hoe berekenen je een prijs exclusief naar BTW inclusief BTW?

Slide 11 - Open vraag

BTW berekenen
bij de verkoopprijs moet nog BTW op om bij de consumentenprijs te komen.
de verkoopprijs is €25,00 en btw 21%

Slide 12 - Open vraag

Bereken de prijs exclusief btw. Btw percentage is 21%. Schrijf berekening op?
Prijs is € 242,-- inclusief 21%

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

De inkoopprijs van een broek is €19,50
de brutowinstmarge is 80% van de
inkoopprijs. Wat is de brutowinstmarge?
A
0,08 x 19,50
B
0,8 x 19,50
C
8 x 19,50

Slide 17 - Quizvraag

Willem koopt dezelfde schoenen in voor 50 euro. De brutowinstmarge is 40% hoeveel is de brutowinstmarge in in euro?
A
15 euro
B
25 euro
C
20 euro
D
10 euro

Slide 18 - Quizvraag

Afzet x Verkoopprijs
Omzet - Inkoopprijs

Inkoopwaarde + Brutowinstopslag
Omzet
Verkoop prijs
Bruto winst

Slide 19 - Sleepvraag

Willem koopt dezelfde schoenen in voor 50 euro. De brutowinstmarge is 40% hoeveel is de brutowinstmarge in in euro?
A
15 euro
B
25 euro
C
20 euro
D
10 euro

Slide 20 - Quizvraag

Het berekenen van de verkoopprijs
=
+
A
B
C
verkoopprijs
inkoopprijs
brutowinstmarge

Slide 21 - Sleepvraag

Inkoopwaarde: € 4,00. Brutowinstopslag: 20%.
BTW 21%. De consumentenprijs is
A
€ 5,80
B
€ 5,81
C
€ 5,85
D
€ 5,75

Slide 22 - Quizvraag

Een winkelier koopt een fiets in voor 100 euro, hij wil hem met 10% brutowinstopslag verkopen. Wat is de verkoopprijs van de fiets?
A
120 euro
B
100 euro
C
110 euro
D
90 euro

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Onderstaande getallen zijn afgerond op 2 decimalen. Match het getal met de juiste afronding
16, 28
16,25
16,23
16, 275831
16,247932
16,231276

Slide 27 - Sleepvraag

8,4597
Afronden op twee decimalen
Afronden op drie decimalen
Afronden op één decimaal
Afronden op gehelen
8,5
8
8,4
8,45
8,44
8,46
8,460
8,459

Slide 28 - Sleepvraag

Slide 29 - Tekstslide