4.1 t/m 4.4 spellingsregels

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 2

9 februari  FT

• Herhalen 3.3 en 3.4 taalverzorging. 
• Theorie taalverzorging 3.5 aan elkaar of los? 
• Theorie taalverzorging 3.6 Einde op e of en?

3.3 Meervoud

1. niveau's
2. niveaus

3.3 meervoud

1. cafees
2. café's
3. cafe's
4. cafés

3.3 meervoud

1. perzikken
2. perziken
3. perziks

3.3 meervoud

1. studioos
2. studios
3. studio's

1. pannekoek
2. pannenkoek

1. beregoed
2. berengoed

1. giraffennek
2. giraffenek

1. koninginnesoep
2. koninginnensoep

1. werknemerverklaring
2. werknemersverklaring

1. snottebel
2. snottenbel

1. nonverbaal
2. non-verbaal

1. er over heen
2. erover heen
3. er overheen
4. eroverheen

1. korte termijngeheugen
2. korte termijn geheugen
3. kortetermijngeheugen

1. politie academie
2. politie-academie
3. politieacademie

1. vier sterrenhotel
2. viersterrenhotel
3. viersterren hotel
4. vier-sterren-hotel

1. drie kamerappartement
2. driekamer appartement
3. driekamerappartement

Mijn auto is beter dan die van....

1. andere
2. anderen

De directeur zei: "Dit geldt voor jullie....

1. beide
2. beiden

.......die het huiswerk af hebben, mogen gaan.

1. Degene
2. Degenen

Niet alle studenten haalden de toets.
............. haalden zelf een 1!

1. Sommige
2. Sommigen

Dit mobieltje is goedkoper dan....

1. andere
2. anderen

Zelfstandig werken

Je maakt zelfstandig opdracht 1 en 2 van 3.4 Tussenletters, opdracht 1 en 2 van 3.5 Aan elkaar of los en opdracht 1 en 2 van 

Einde op -e of -en