5H - Examentraining - Nulmeting

Stukje lezen / start examentraining
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Stukje lezen / start examentraining

Slide 1 - Tekstslide

Het moois dat we delen 
-
Ish Ait Hamou




leesniveau 2

Slide 2 - Tekstslide

Ish Ait Hamou
Het moois dat we delen is het vierde boek van de creatieve duizendpoot Ish Ait Hamou, een Belgische schrijver van Marokkaanse origine.
Naast auteur is hij ook televisiepresentator, danser en choreograaf, onder meer in So you think you can dance.


Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Het moois dat we delen 

De achterflap geeft als kern van het verhaal: “Heel soms komen twee verwoeste wegen samen op een hoopvol kruispunt.” In dit fragment maak je kennis met Soumia. Zij is net vrijgelaten uit de gevangenis en woont weer thuis bij haar vader en broertje, Karim. Het wordt voor de lezer pas later in het boek duidelijk waarom Soumia in de gevangenis heeft gezeten. Nog later in het boek verandert het perspectief naar de bejaarde Luc en lees je over de ontmoeting tussen hem en Soumia. 


Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Link








Brussel (2016)

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Onderwerp
Overal waar maatschappelijke verdeeldheid heerst, staan er aan beide kanten mensen die hun verhaal willen doen en gehoord willen worden. 

Verhalen over polarisatie en migratieproblematiek maken deel uit van onze tijd.
Het boekje gaat over vast willen houden aan wat je kent en je verzoenen met wat je vreemd is.

Slide 10 - Tekstslide

Motto
Celui qui a été mordu par le serpent a peur de la corde
Marokkaanse gezegde

Wie ooit gebeten is door een slang, is al bang voor een stukje touw

Slide 11 - Tekstslide

Verhaal
Op een voorjaarsochtend in 2016 werd België opgeschrikt door een reeks aanslagen op de Brusselse luchthaven Zaventem. In België tekenden de aanslagen de levens van nabestaanden, omstanders en medeplichtigen. Het verhaal speelt zich af in een fictieve Belgische volkswijk waar de al gespannen verhoudingen tussen groepen buurtbewoners nog meer op scherp komen te staan na het vrijkomen van een betrokkene bij een aanslag op een busstation vijf jaar eerder. De daders waren twee zelfmoordterroristen, zestien mensen kwamen om het leven.

Slide 12 - Tekstslide

Structuur
De eerste vijftig pagina’s van de roman worden gekenmerkt door gapende gaten in de informatievoorziening. Er zijn bijvoorbeeld enveloppen op tafels, met logo’s en afzenders die voor de verteller bekend zijn maar toch niet benoemd worden.

Het is een zoektocht naar informatie...De gaten worden geleidelijk opgevuld. Eerst is er een aanklacht, dan ‘taxi-terroriste’, vervolgens een naam: Soumia.

Slide 13 - Tekstslide

Structuur

De hoofdstukken in het heden worden afgewisseld met flashbacks waarin Soumia vertelt over een afspraakje met haar geliefde, over hoe gelukkig ze was geweest op de bewuste avond. Hoe ze in deze gelukkige waas een inschattingsfout maakte en ermee instemde om een ‘koppeltje’, vrienden van vroeger, een lift te geven naar een busstation, niet wetende dat hun koffers gevuld waren met explosieven.

Het nieuws van de explosie hoorde ze pas toen ze de volgende ochtend wakker werd. Ze weet de rechter niet te overtuigen van haar onschuld en krijgt een gevangenisstraf van vijf jaar.
Tegen de klippen op probeert Soumia haar leven na haar gevangenschap te hervatten.

Slide 14 - Tekstslide

Perspectief
Het perspectief is evenredig verdeeld over Soumia, een jonge Marokkaans-Belgische, en Luc, een Vlaming op leeftijd.
 
Het verhaal is verdeeld in de hoofdstukken ‘Zij’, ‘Hij’, ‘Hij & Zij’ en wordt afgesloten met een korte epiloog getiteld ‘Wij’.

Slide 15 - Tekstslide

Personage: Soumia
‘Ik ben hier en daar, ik ben goed en slecht. Ik ben niet half, ik ben dubbel.’
De laatste zin wijst op een centrale vraag in de roman: wie bepaalt er wie Belg is en wie niet? Soumia is, met haar dubbele nationaliteit, Belgische. Toch weet ze dat ze niet zo (door iedereen) gezien wordt, zoals blijkt uit de passages waarin ze fantaseert over hoe het zou zijn om te solliciteren onder de volgens haar ultiem Vlaamse naam Sarah De Witte.

Een baan vindt Soumia uiteindelijk bij kruidenier Hassan, voor wie ze boodschappen bij klanten bezorgt. En zo belandt ze dan eindelijk bij Luc voor de deur, terwijl ze zichzelf vertelt wat niemand haar wil laten geloven: ‘Ik ben een gewone vrouw, ik ben een gewone vrouw, ik ben een gewone vrouw.’

Slide 16 - Tekstslide

Personage: hij / Luc
In het hoofdstuk ‘Hij’ kruipt de lezer in het hoofd van Luc. Sinds het verlies van zijn vrouw is Luc hulpbehoevend. Hij is afhankelijk van de bezorgservice van Hassan en wordt door de thuiszorg geholpen met douchen.
Zijn wereld is klein. Het meeste contact heeft hij met zijn zwager Albert, die hij regelmatig treft op de voetbalclub waar Luc in een ver verleden de sterspeler was.
Net als Soumia heeft hij een scherp oor voor de geluiden van zijn stille huis: in het druppen van de lekkende kraan hoort hij een onvervulde belofte aan zijn vrouw.

Slide 17 - Tekstslide

Ruimte
‘Zij’: de lezer maakt kennis met een nog naamloze ik-verteller, die na een tijd van afwezigheid weer terug is in haar ouderlijk huis.
Alles klinkt, tikt en ruist. De ik-verteller hoort het allemaal: sleutels in het slot, voetstappen op de trap, borrelend water in het koffiezetapparaat. Ze leeft als een inbreker in haar eigen huis en probeert zich zo onopvallend mogelijk door het bestaan te bewegen. Haar voorzichtigheid wordt bijna fysiek voelbaar: ze houdt haar adem in. Bovendien is de stilte van haar vader en broertje door de geluiden van het dagelijks leven oorverdovend

Slide 18 - Tekstslide

Thematiek
De verhalen van Soumia en Luc spiegelen zich aan elkaar als het gaat om gevoelens van eenzaamheid en je verloren voelen in je eigen leefomgeving.

Slide 19 - Tekstslide

Thematiek
Het is een roman in tijden van verrechtsing, toenemend racisme en een steeds meer toenemende onverdraagzaamheid. Het doet ons inzien dat niet alles zwart en wit is, maar dat er daartussen nog een hele schakering aan grijs zit. Angst voedt ons echter en kan leiden tot onverdraagzaamheid.

Niet iedereen heeft slechte bedoelingen: iedereen heeft zijn eigen verhaal en we moeten openstaan om daarnaar te luisteren, want anders resulteert dit in een maatschappij waarin iedereen op zichzelf is gericht.

Slide 20 - Tekstslide

Vooroordelen en xenofobie
Wanneer Karim na een vechtpartij in het ziekenhuis belandt, legt een wildvreemde in de wachtkamer Soumia even uit waarom ‘mensen er weleens genoeg van krijgen’:
Ik heb niets met racisten maar soms hebben ze wel een punt. Als mensen het hier niet goed vinden, dan moeten ze gewoon terug naar waar ze vandaan komen. Soms vraag ik me af waarom jullie dat niet snappen. En trouwens, neem het niet verkeerd op, hé, ik heb ook vrienden onder jullie en die denken er ook zo over.

.

Slide 21 - Tekstslide

In deze les
  • introductie CE Nederlands;
  • lees je een tekst;
  • maak je een nulmeting.

Let op
Deze les maak je zelfstandig. Het is jouw nulmeting, dus doe het niet samen.

Slide 22 - Tekstslide

We gaan aan de slag!
  1. Alles over het examen Nederlands
  2. Start de nulmeting met een leestekst
  3. Beantwoord de vragen bij de tekst

Slide 23 - Tekstslide

Nederlands
Het vak Nederlands bestaat uit 6 domeinen (zie hiernaast). Op het centraal examen worden er twee getoetst:
A Leesvaardigheid
D Argumentatieve vaardigheden

Concreet betekent dit dat je een argumentatieve tekst moet analyseren. 

Daarnaast wordt jouw taalvaardigheid getest: spel- en taalfouten leveren aftrek op.

Slide 24 - Tekstslide

Meer weten?
We komen hier zeker in de les nog op terug! 

Wil je alvast wat meer weten? Lees dan:
  • de examenbundel:
    uitgebreide beschrijving van wat er wordt getoetst.
  • het examenprogramma:
    samengevatte versie van het examen.
  • de regels voor docenten over taalaftrek en nakijken (goed om te weten!).

Slide 25 - Tekstslide

Op naar deel 2!
  1. Alles over het examen Nederlands
  2. Start de nulmeting met een leestekst
  3. Beantwoord de vragen bij de tekst

Slide 26 - Tekstslide

Het CE: lezen!
Zoals gezegd lees je op het CE een aantal teksten. Meestal zijn dit er drie of vier. Twee van de teksten gaan vaak over hetzelfde onderwerp. Ze laten bijvoorbeeld  twee tegengestelde visies zien.

Hiernaast kun je wat lezen over de herkomst van de teksten en de aanpak

Lees deze stukjes door.

Slide 27 - Tekstslide

Uit welke van deze bronnen zou jij geen leestekst op het examen verwachten?
A
HP/De Tijd
B
De Correspondent
C
De Telegraaf
D
De Groene Amsterdammer

Slide 28 - Quizvraag

Herkomst van teksten
De teksten komen vaak uit kwaliteitskranten. Dat zijn kranten die gezien worden als objectieve kranten. De Telegraaf wordt hier vaak niet toe gerekend: veel krantenlezers, examenmakers en docenten zien dit als een subjectieve krant. De krant zou een sterk rechts- en conservatiefgekleurd tintje hebben. Daarom zal deze bron minder snel worden gebruikt voor het examen.

Slide 29 - Tekstslide

Een leestekst lees je - als je slim bent - in drie rondes. 
Per ronde heb je een doel en een aanpak

Sleep de doelen en aanpakken naar de juiste ronde. 
Ronde 1:
globaal lezen
Ronde 2:
nauwkeurig lezen
Ronde 3:
vragen beantwoorden
Doel
Aanpak
Je wilt een beeld krijgen van het onderwerp, je voorkennis activeren en het tekstdoel bepalen.
Je wilt alle belangrijke informatie uit de tekst tot je krijgen.
Je wilt alle vragen exact kunnen beantwoorden.
Je bekijkt de titel en de bron, je leest de inleiding en het slot en je bekijkt tussenkopjes.
Je onderstreept signaalwoorden en kernzinnen, je markeert woorden en je maakt aantekeningen.
Je leest de vraag nauwkeurig, onderstreept belangrijke woorden en formuleert zorgvuldig.

Slide 30 - Sleepvraag

Lezen in drie rondes

Hou bij het lezen van de tekst deze drie rondes in gedachte. 

Het voelt soms als tijdrovend, maar het blijkt juist dat je met deze methode sneller bent, dan als je alle vragen apart gaat opzoeken!

Slide 31 - Tekstslide

We gaan lezen!
Je krijgt zo de tekst te zien. De opdracht is als volgt:
  • Lees deze tekst in drie rondes. 
  • Beantwoord intussen de vragen per ronde.
  • Beantwoord daarna op volgorde de vragen.

Slide 32 - Tekstslide

Jarenlang zakken voor het examen
Ronde 1: lees de titel, inleiding, slot en de bron.
Let op!
Klik op de afbeelding om in te zoomen op de tekst. Leest het onhandig? Open dan het PDF-bestand in Teams (zie Bestanden - Examentraining).
!

Slide 33 - Tekstslide

Waar denk je dat deze tekst over gaat?
A
het eindexamen
B
faalangst
C
dromen over het examen
D
de staat van het onderwijs

Slide 34 - Quizvraag

Wat is de bron van de tekst?

Slide 35 - Open vraag

Door naar deel 3.
  1. Alles over het examen Nederlands
  2. Start de nulmeting met een leestekst
  3. Beantwoord de vragen bij de tekst

Slide 36 - Tekstslide

Jarenlang zakken voor het examen
Lees de tekst nu grondig door. Maak eventueel aantekeningen op een apart blad. Hierna volgen de 'echte' vragen.
Let op!
Klik op de afbeelding om in te zoomen op de tekst. Leest het onhandig? Open dan het PDF-bestand in Teams (zie Bestanden - Examentraining).
!

Slide 37 - Tekstslide

De eerste alinea van een tekst kan onder meer de volgende functies hebben:
1. het introduceren van het onderwerp
2. het trekken van de aandacht van de lezer
3. het vermelden van de aanleiding voor het schrijven

Welke functies heeft de eerste alinea van deze tekst?
A
1 en 2
B
1 en 3
C
2 en 3
D
1, 2 en 3

Slide 38 - Quizvraag

De tekst 'Jarenlang zakken voor het examen' kan onderverdeeld worden in drie opeenvolgende delen die van de volgende kopjes kunnen worden voorzien:
Deel 1 - Het verschijnsel van de droom
Deel 2 - Verklaringen van de droom
Deel 3 - Waarom het eindexamen?

Bij welke alinea begint deel 2? Typ het als volgt: "alinea ..." (vul het nummer in)

Slide 39 - Open vraag

De tekst 'Jarenlang zakken voor het examen' kan onderverdeeld worden in drie opeenvolgende delen die van de volgende kopjes kunnen worden voorzien:
Deel 1 - Het verschijnsel van de droom
Deel 2 - Verklaringen van de droom
Deel 3 - Waarom het eindexamen?

Bij welke alinea begint deel 3? Typ het als volgt: "alinea ..." (vul het nummer in)

Slide 40 - Open vraag

In de tekst komt een aantal deskundigen aan het woord over de betekenis van de examendroom.

Leg uit wat het verschil is tussen de opvattingen van Freud en Stroeken enerzijds en van Lancee anderzijds. Geef antwoord in volledige zinnen en gebruik niet meer dan 45 woorden.

Slide 41 - Open vraag

"Volgens de Utrechtse psychoanalyticus Harry Stroeken stelt de eindexamendroom ons gerust voor "een te verrichten taak waar men tegenop ziet", schrijft hij in zijn werk Dromen - brein & betekenis. (regels 70-74)

Met welk soort argument wordt de stelling van Stroeken onderbouwd?
A
een argument op basis van autoriteit
B
een argument op basis van vergelijking
C
een argument op basis van oorzaak / gevolg
D
een argument op basis van voorbeelden

Slide 42 - Quizvraag

Met welk begrip kan de functie van alinea 10 ten opzichte van alinea 9 het best aangeduid worden?

Kies uit: aanbeveling / constatering / nuancering / opsomming / stelling / vergelijking

Slide 43 - Open vraag

Draaisma beweert dat de examendroom voortkomt uit spanning. In hoeverre is Jaap Lancee dat met hem eens?

Slide 44 - Open vraag

"En die voeren we al dromend terug naar die ultieme vuurproef: het eindexamen." (regels 123-125)

Citeer het tekstgedeelte dat uitlegt waarom juist het eindexamen de ultieme vuurproef is.
Typ de eerste twee en laatste twee woorden met drie puntjes ertussen en een punt aan het eind.
Bijvoorbeeld:
De man...liep daar.

Slide 45 - Open vraag

Welke kritiek kun je geven op de titel 'Jarenlang zakken voor het examen' gezien de strekking van de hele tekst. Geef antwoord in een of meer volledige zinnen.

Slide 46 - Open vraag

Welke van de onderstaande beweringen moeten in ieder geval worden opgenomen in een samenvatting van de tekst?
A
De examendroom hoort in het rijtje van veelgenoemde droomthema's, zo blijkt herhaaldelijk uit onderzoek naar dromen.
B
Het eindexamen wiskunde van dit jaar zal in 2050 nog echoën in de nachten van de eindexamenkandidaten.
C
De examendroom heeft zowel een bestraffende als een troostende functie.
D
Draaisma noemt de examendroom de 'prijs voor het leven in een meritocratie': inlotingen, sollicitatiegesprekken, ze brengen alle spanningen met zich mee.

Slide 47 - Quizvraag

Hoe kan de tekst 'Jarenlang zakken voor het examen' het beste getypeerd worden?

Deze tekst is vooral...
A
een beschouwende tekst met betogende elementen
B
een beschouwende tekst met uiteenzettende elementen
C
een uiteenzettende tekst met beschouwende elementen
D
een uiteenzettende tekst met betogende elementen

Slide 48 - Quizvraag

Afsluiting van de les
Je hebt nu een tekst gelezen op het niveau van een eindexamentekst en je hebt hierover een aantal vragen beantwoord. 

Dit was je eerste taak deze week, goed bezig! Ga verder met taak 2, nadat je nog één vraag hebt beantwoord:

Slide 49 - Tekstslide

Op basis van deze nulmeting, hoe voel jij je over het centraal eindexamen Nederlands?
😒🙁😐🙂😃

Slide 50 - Poll