3B Herhaling hoofdstuk 4, 5 en 7

Herhaling hoofdstuk 4,5 en 7
Meedoen met je Laptop!
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Herhaling hoofdstuk 4,5 en 7
Meedoen met je Laptop!

Slide 1 - Tekstslide

wiskunde

- Laptop om mee te doen

- Leren door oefenen

- Goed opletten

Slide 2 - Tekstslide

Bij het loon per dag van Simon hoort de formule:
loon in euro’s = 2,50 + 6,50 × aantal uren.
Welk getal is het begingetal en welke is het stijggetal?

Slide 3 - Open vraag

Als je een grafiek zou maken bij de volgende tabel dan...
A
Stijgt de grafiek steeds sneller
B
Stijgt de grafiek steeds langzamer
C
Daalt de grafiek lineair (in een rechte lijn)
D
Daalt de grafiek steeds sneller

Slide 4 - Quizvraag

Welk soort grafiek zie je in deze afbeelding?
A
Lineaire grafiek
B
Parabool
C
Periodieke grafiek
D
Vloeiende kromme

Slide 5 - Quizvraag

Twee formules:
A hoogte = 7,75 + 1,4 × tijd
B hoogte = 2,5 × tijd
Welke grafiek loopt het steilst?
A
Formule A
B
Formule B
C
Beide even stijl
D
Geen idee

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het snijpunt van een grafiek
A
het punt waar de grafieken elkaar kruisen
B
de 0 in de grafiek
C
de verticale as
D
horizontale as

Slide 7 - Quizvraag

5. Kies de formule die bij de tabel hoort.
A
lengte = 20 + 30 x tijd
B
tijd = 20 + 30 x lengte
C
lengte = 50 + 30 x tijd
D
tijd = 50 + 30 x lengte

Slide 8 - Quizvraag

Ik wil bij een grafiek een formule schrijven. Waarmee begint de formule?
A
Staat bij de horizontale as
B
Staat bij de verticale as
C
Begingetal
D
Stijg- of daalgetal

Slide 9 - Quizvraag

Lisa wil de volgende som uitreken:
2 x (5 + 3) +4 : 2 =
Welk antwoord is juist?
A
12
B
8,5
C
10
D
24

Slide 10 - Quizvraag

Golda is een jonge hond
Haar gewicht kun je berekenen met de formule:
500 + 1500 x tijd in maanden.
Hoeveel gram weegt ze na 2 maanden?

Slide 11 - Open vraag

Welke formule hoort bij deze tabel?

Slide 12 - Open vraag

Gebogen grafiek
periodieke grafiek
Lineaire grafiek

Slide 13 - Sleepvraag

Twee formules:
A hoogte = 7,75 + 1,4 × tijd
B hoogte = 2,5 × tijd
Welke grafiek loopt het steilst?
A
Formule A
B
Formule B
C
Beide even stijl
D
Geen idee

Slide 14 - Quizvraag

Simon werk 9 uur. Hoeveel verdient hij dan?
Formule : Loon in euro’s = 2 + 5 × aantal uren.

Slide 15 - Open vraag

Om de prijs te berekenen hoe duur het is om een tent te huren is er een formule.
Bedrag in euro's = 24,50 + 34 x tijd in dagen.
Uiteindelijk betaal je 534,50. Welke vergelijking hoort erbij?

Slide 16 - Open vraag

Om de prijs te berekenen hoe duur het is om een boot te huren is er een formule.
Bedrag in euro's = 35 + 85 x tijd in uren.
Uiteindelijk betaal je 1055. Welke vergelijking hoort erbij?

Slide 17 - Open vraag

Frans wil zijn vakantiefoto's afdrukken. Hij kan terecht bij 2 fotografen.
Shoot = kosten in euro = 50 + 5 x (aantal foto's - 3)
KLIK = kosten in euro = 70 + 2 x (aantal foto's - 4)
Frans wil 6 foto's. Bij welke zijn de kosten het laagst?
A
Shoot
B
KLIK

Slide 18 - Quizvraag

Vragen?

Slide 19 - Tekstslide

Afsluiting







Slide 20 - Tekstslide