In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
De inkomsten van een vakkenvuller kun je berekenen met de volgende formule:
Dit noem je een woordformule (er staan woorden in)
Hierin zijn de woorden de variabelen.
Hier zijn de variabelen dus Inkomsten en tijd.
Daarbij horen eenheden. In dit geval euro en uren.
De woordformule kun je ook korter schrijven.
Je gebruikt dat letters.
Inkomsten in euro = 4,50 x tijd in uren
wordt dan
I = 4,50t
Vaak staat er onder de formule meer info:
K = 4,50 + 5,20a
K = kosten in euro de variabelen hier zijn K en a
a = aantal kilo de gebruikte eenheden euro en kilo
Huiswerk
Maak in de digitale leeromgeving
van Getal & Ruimte:
Opgave 9 t/m opgave 24
Succes!
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.