In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Bonjour !
- Zet je camera aan
- Leg je telefoon naast je, we gaan het gebruiken
Fijne les!
Slide 1 - Tekstslide
Aujourd'hui
- Herhaling van de theorie
- Zelfstandig werk
Leerdoel : Jullie hebben een herhaling van de grammatica gehad.
Slide 2 - Tekstslide
"Hij gaat een auto kopen"
In het Frans?
A
Il va acheter une voiture
B
Il vas acheter une voiture
C
Il vais acheter une voiture
D
Il allons acheter une voiture
Slide 3 - Quizvraag
Futur proche
Jullie moeten le futur proche gebruiken om te zeggen dat iets op korte termijn gaat gebeuren.
Futur proche =
aller + hele ww
Je vais acheter du pain. --> Ik ga brood kopen.
Slide 4 - Tekstslide
Futur proche
Aller
Je
vais
Tu
vas
Il / Elle / On
va
Nous
allons
Vous
allez
Ils
vont
Slide 5 - Tekstslide
"Hij zal een auto kopen"
In het Frans?
A
Il achètera une voiture
B
Il achèteras une voiture
C
Il achèterais une voiture
D
Il achèteront une voiture
Slide 6 - Quizvraag
Futur simple
Futur simple = Nederlands met zullen
Ik zal werken --> Je travaillerai
Hele ww + uitgangen van avoir met de tegenwoordige tijd
Slide 7 - Tekstslide
Futur simple
Hele ww
Uitgang
Futur simple
Je
manger
-ai
Je mangerai
Tu
manger
-as
Tu mangeras
Il / Elle / On
manger
-a
Il mangera
Nous
manger
-ons
Nous mangerons
Vous
manger
-ez
Vous mangerez
Ils / Elles
manger
-ont
Ils mangeront
Slide 8 - Tekstslide
"Ik zal een auto kopen"
In het Frans?
A
J'achèterais une voiture
B
J'achèterai une voiture
Slide 9 - Quizvraag
"We zullen een auto kopen"
In het Frans?
A
Nous achèterons une voiture
B
Nous achèteront une voiture
Slide 10 - Quizvraag
Futur simple
Let op!!
Je mangerais met een -s = conditionnel
Je mangerai zonder een -s = toekomst
Nous mangerons met een -s = nous vorm
Ils mangeront met een -t = ils / elles vorm
Slide 11 - Tekstslide
"We zullen de ww leren"
In het Frans?
A
Nous apprenderons
B
Nous apprendrons
Slide 12 - Quizvraag
Futur simple - Uitzonderingen
Met de ww in -re, moet de laatste -e weg.
apprendre --> apprendr --> j'apprendrai
Slide 13 - Tekstslide
"We zullen zijn"
In het Frans?
A
Nous serons
B
Nous êtrons
C
Nous étons
D
Nous saurons
Slide 14 - Quizvraag
Futur simple - Uitzonderingen
De stam van de volgende ww zijn onregelmatig
être --> je serai pouvoir --> je pourrai
avoir --> j'aurai vouloir --> je voudrai
faire --> je ferai venir --> je viendrai
aller --> j'irai devoir --> je devrais
Slide 15 - Tekstslide
'Mange Jean les pâtes?'
Is de zin correct?
A
Ja
B
Nee
Slide 16 - Quizvraag
Grammatica - Een vraag stellen
Let op bij inversie: Inversie is alleen mogelijk met een persoonlijk voornaamwoord (tu, il, elle enzovoort). Bij namen van personen voeg je een voornaamwoord toe.
Vous mangez les pâtes?
Parlez-vous français?
Jean mange les pâtes?
Jean, mange-t-il les pâtes?
Slide 17 - Tekstslide
'Est-ce qu'on parle français en Suisse?' Is de zin correct?
A
Ja
B
Nee
Slide 18 - Quizvraag
Grammatica - Een vraag stellen
Met est-ce-que
Est-ce-qu'on parle le français en Suisse?
Est-ce-que + voorwerp + onderwerp
Slide 19 - Tekstslide
Welke zin is correct?
A
Où vit-il?
B
Vit-il où?
Slide 20 - Quizvraag
Grammatica - Een vraag stellen
Met een vraagwoord :
Où vit-il ?
Où + ww + onderwerp
vraagwoord + est-ce que + gewone zin
Oùest-ce qu‘on parle français?
Slide 21 - Tekstslide
'Quel homme est petit?'
Is de zin correct?
A
Ja
B
Nee
Slide 22 - Quizvraag
'Quel femme est petite?'
Is de zin correct?
A
Ja
B
Nee
Slide 23 - Quizvraag
Grammatica - Een vraag stellen
Het vraagwoord quel
Quel (welke/wat) past zich aan het zelfstandig naamwoord aan waar het bij hoort
mannelijk
vrouwelijk
enkelvoud
quel
quelle
meervoud
quels
quelles
Slide 24 - Tekstslide
Oefeningen
Nu gaan jullie zelfstandig werken. In de studiewijzer kunnen jullie een opdracht vinden (onder opdrachten, het heet Opdracht Grammatica). Jullie hebben tot het einde van de les om het af te maken. Als jullie feedback willen, kunnen jullie mij een berichtje / email met de opdracht sturen zodat ik het kan checken.