Blaasspoelen
1 / 16
Lesduur is: 129 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Een ileostoma is
A
dikkedarmstoma
B
dunnedarmstoma
C
stoma van de urinewegen
D
stoma in de luchtpijp
Slide 4 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke consistentie heeft de ontlasting van een colonstoma
Slide 5 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Een eindstandige stoma is vaak
A
blijvend
B
tijdelijk
Slide 6 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke complicaties kunnen zich voordoen bij een stoma?
Slide 7 - Open vraag
prolaps- De binnenwand van de stoma puilt naar buiten.
verzonken stoma - darm is niet goed losgemaakt tijdens de stoma. geen strak littekenweefsel ontstaan post operatief
Breuk rond de stoma. door een zwakke plek in de buikwand
te nauwe stoma ...opening van de stoma heeft de neiging dicht te gaan.
necrotische stoma
Hoe werkt een continent urostoma?
Slide 8 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat weet jij al over blaasspoelen?
Slide 9 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Slide 10 - Tekstslide
Blaasspoelen vindt plaats om:
Vlokken, gruis en/of stolsels te verwijderen.
Met antibiotica ontstekingen te bestrijden. Dit is een medicinale spoeling.
Met BCG of cytostatica kwaadaardige ontaarding van blaaspoliepen te voorkomen of terug te dringen. Dit is een medicinale spoeling.
Spoelen van de katheter heeft als doel de katheter doorgankelijk te houden. Dit doe je door vorming van encrustratie (‘korstvorming’ of aanslag/verkalking) en debris (bezinksel) te voorkomen en te verwijderen. Katheterspoelen is zinvol bij cliënten die snel een verstopte blaaskatheter hebben. Katheterspoelen gebeurt altijd met een kleine hoeveelheid zure spoelvloeistof.Slide 11 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 12 - Tekstslide
Breng de spoelvloeistof op lichaamstemperatuur in om spasmen van de blaas zoveel mogelijk te voorkomen. Haal de spoelvloeistof tijdig uit de koelkast en verwarm de spoelvloeistof zo nodig, door het verpakte zakje in lauwwarm water te dompelen. Bewaar en gebruik 3000 ml-spoelzakken NaCl 0,9% voor continue
blaasspoeling op kamertemperatuur, om blaaskrampen te voorkomen.*
Er zijn blaasspoel zakjes met meerdere compartimenten. Het zakje hoeft niet afgekoppeld te worden terwijl er 2 keer gespoeld wordt. Hierdoor blijft het systeem gesloten.
Als een steriele spoelvloeistof wordt gebruikt, dan heeft een verpakking voor eenmalig gebruik de voorkeur. Als de verpakking van een steriele vloeistof is aangebroken, is de vloeistof niet langer dan 24 uur houdbaar. Noteer het tijdstip van opening op de verpakking.
Gaat het spoelen met een spuit bij hematurie (bloederige urine) niet? Probeer de ballon leeg te laten lopen, de katheter te 'melken' en vervolgens nogmaals te spoelen. Vul de ballon weer als de katheter doorgankelijk is.
Laat - bij het toedienen - de spoelvloeistof inlopen door het spoelzakje of de spuit boven het niveau van de blaas te houden. Loopt de spoelvloeistof niet spontaan in: knijp licht in het zakje of oefen met de stamper van de spuit lichte druk uit. Doe dit absoluut niet te hard.
Als je de spoelvloeistof met kracht inbrengt, kan de blaaswand geïrriteerd raken. Dit kan ook gebeuren door de prikkelende werking van de vloeistof. Overleg of je een nieuwe katheter moet inbrengen als het inbrengen van de spoelvloeistof moeilijk gaat.
Oudere cliënten en cliënten die in het verleden bestraling van de blaas of het bekken hebben ondergaan, lopen een verhoogd risico op blaasperforatie (scheuren urineblaas).
Vergelijk de hoeveelheid teruggelopen vloeistof met de ingebrachte hoeveelheid. Observeer de samenstelling van de teruggelopen vloeistof.
Slide 13 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 14 - Video
LAR syndroom is een verzamelnaam voor problemen . Het LAR-syndroom is een verzamelnaam voor klachten die kunnen ontstaan na een endeldarmoperatie of operatie van het sigmoïd (S-bocht van de dikke darm). Soms is hier ook bestraling en/of chemotherapie aan voorafgegaan.
Slide 15 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 16 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
