KD ICH - Hoofdstuk 3 en 4 - Trainingsstructuur en WU/CD

Keuzedeel ICH



Hoofdstuk 3 en 4
Trainingsstructuur
Warming-up en Cooling-down
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
KD ICHMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Keuzedeel ICH



Hoofdstuk 3 en 4
Trainingsstructuur
Warming-up en Cooling-down

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling vorige week

Bespreken onderstaande vragen (les 1):​
  1. Wat is sporttraining?​
  2. Leg uit wat supercompensatie inhoudt.​
  3. Leg uit wat overload inhoudt.​
  4. Leg het begrip verminderde meeropbrengst uit.​

Controleer je antwoorden met behulp van je boek. 



Slide 2 - Tekstslide



Hoofdstuk 3: Trainingsstructuur

Slide 3 - Tekstslide

Training
Het verstoren van de homeostase (evenwicht) door het uitvoeren van fysieke oefeningen met een progressie in omvang en/of intensiteit met als doel de fysieke prestatie te verbeteren.


Gevolg: Adaptatie! 

Slide 4 - Tekstslide

Trainingsopbouw
Meest globale structuur:​
  • Warming-up/inleiding​
  • Kern​
  • Cooling-down/afsluiting

Opbouw van een training = afhankelijk van:​

  • Tak van sport​
  • Doelgroep​
  • Trainingsfase en daarmee doelstelling


Slide 5 - Tekstslide

Trainingsopbouw
Trainen is gebonden aan een aantal wetmatigheden:
  • Dosering en effect: ​Trainingsomvang en resultaat hangen nauw samen​
  • Frequentie​: Repeteren​/Herhalen
  • Variatie​: Diversiteit van de oefening​
  • Correctie​: Fouten voorkomen







Slide 6 - Tekstslide

Wanneer moet je trainen?
Supercompensatie treedt na een training na een bepaalde en gedurende een beperkte tijd op. 
Wil je effect van je training hebben dan moet je het lichaam op het juiste moment, dus het moment van de supercompensatie, weer een nieuwe prikkel geven. 
Train je niet op het moment van de supercompensatie dan heeft de training geen effect of zelfs een negatief effect!

Slide 7 - Tekstslide

Te laat trainen
De trainingsprikkels volgen elkaar op nadat het effect van de supercompensatie is verdwenen. Er is geen stijging van het prestatieniveau.

Slide 8 - Tekstslide

Te vroeg trainen
De trainingsprikkels volgen elkaar op bij een onvolledig herstel. Het prestatieniveau zal dalen. Overbelasting en zelfs overtraining zullen op langere termijn volgen.

Slide 9 - Tekstslide

Trainen op het juiste moment
De progressieve trainingsprikkels vallen in de fase van de supercompensatie. Het prestatieniveau zal stijgen.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video



Hoofdstuk 4:
Warming-up
&
Cooling-down

Slide 12 - Tekstslide

Warming-up

  • Psychologische voorbereiding​
  1. In de sfeer komen;​
  2. Wennen aan de trainer;​
  3. Concentreren, alert zijn.​

  • Fysieke/Fysiologische voorbereiding




Slide 13 - Tekstslide

Warming-up

Voorafgaand aan de W-U, rekening houden met:​
  • Leeftijd​
  • Trainingstoestand​
  • Psychische instelling​
  • Tijd van de dag​
  • Temperatuur​
  • Soort sport










Slide 14 - Tekstslide

Warming-up
Het grootste fysiologische aspect van de W-U is dat circulatie door aantal relatief eenvoudige oefeningen wordt versneld​.


Lichaamstemperatuur in rust → 37°​
Lichaamstemperatuur bij/tijdens arbeid → 38° - 39° ​
Wat houdt dit in? ​
nb. Als het koud is → duurt langer om setpoint te bereiken.




Slide 15 - Tekstslide

Warming-up
Hogere lichaamstemperatuur heeft gunstige invloed op:​
 

  • Elasticiteit van spiervezels​
  • Viscositeit in spiervezels ​
 (Spiervezels die minder stroperig zijn geven ook minder weerstand bij het op lengte brengen van de spier)​
  • Gladheid van gewrichtsvlakken​
        Interne weerstand bewegingsapparaat ↓​
        Mogelijkheid coördinatie ↑​
                      Leidt tot minder energieverbruik bij dezelfde hoeveelheid arbeid





Slide 16 - Tekstslide

Warming-up
Warmte heeft ook invloed op:​
 

  • Geleidingssnelheid zenuwen wordt beter → reactiesnelheid ↑, 
       bewegingen verlopen sneller → gunstig effect op coördinatie en snelheid​
  • Afgifte O2 efficiënter​
  • O2 komt beter ter plaatse​
       vanuit milt en lever wordt er meer bloed in de circulatie gepompt → meer 02 transport​
  • Bloed wordt meer naar de werkende organen gestuurd




Slide 17 - Tekstslide

Warming-up
Indeling W-U​
  1. Warm lopen​
  2. Rekken (dynamisch, statisch)​
  3. Specifieke W-U


Slide 18 - Tekstslide

Cooling-Down
C-D → circulatie blijft hierdoor gestimuleerd.​

10 - 15 minuten c-d → meeste regelsystemen weer tot rust en worden in gunstige positie gebracht om te herstellen​

Temperatuur zakt weer.​

Naarmate dit rustig verloopt → kans op herstel groter.​

Licht statisch rekken → spieren kunnen zich ontspannen → doorbloeding verbetert en spier kan beter herstellen







Slide 19 - Tekstslide

Test je kennis!?

Slide 20 - Tekstslide

Leg uit wanneer je traint op het juiste moment:

Slide 21 - Open vraag

Wat is er aan de hand op de
afbeelding hiernaast:

(Klik om te vergroten)
A
Er is niet zwaar genoeg getraind
B
Er wordt te vroeg getraind
C
Er wordt te laat getraind
D
Er is te zwaar getraind

Slide 22 - Quizvraag

Waar heeft warmte invloed op?
Noem minimaal 2 effecten.

Slide 23 - Open vraag

LESOPDRACHT
  1. Vorm een tweetal.​
  2. Per tweetal krijg je een casus, deze casus ga je voorbereiden. ​
  3. In de praktijk komt elke casus één keer aan bod, niet iedereen zal deze casus dus uitvoeren. 

Slide 24 - Tekstslide