BK1H 7.2 spelling 31-03-25

31-03-'25
op de tafel: 
Lesboek B
laptop dicht
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

31-03-'25
op de tafel: 
Lesboek B
laptop dicht

Slide 1 - Tekstslide

Welkom 1H
Wat gaan we doen deze les?
  • 10 Minuten voorlezen.
  • Toets > maar 4 voldoendes!
  • Blogs compleet?
  • Blok 7, Learnbeat. Boek B, bladzijde 148.
leerdoel:
Je kunt spellen
  • b/p en t/d
  • woorden met -heid & -teit & -ig & -lijk.
  • pv in vt
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Wat klopt?
A
Ik ga in bad.
B
Ik ga in bat.

Slide 3 - Quizvraag

Wat klopt?
A
De werkloosheit stijgd.
B
De werkloosheid stijgt.

Slide 4 - Quizvraag

Wat klopt?
A
De zomertijd is ingegaan.
B
De zomertijt is ingegaan.

Slide 5 - Quizvraag

Wat klopt?
A
De turnster is lenig.
B
De turnster is lenug.

Slide 6 - Quizvraag

Wat klopt?
A
De broek is leluk.
B
De broek is lelijk.

Slide 7 - Quizvraag

Wat klopt?
A
Wij starten vorige week.
B
Wij startten vorige week.

Slide 8 - Quizvraag

7.2 spelling
Lesboek B: bladzijde 148, 149.

  • 'B' of 'p', 'd' of 't'?
  • Woorden met -heid, -teit
  • Woorden met -ig
  • Woorden met -lijk
  • Persoonsvorm in de verleden tijd
Maken Learnbeat 7.2 - B en C. Klaar? Nakijken en verbeteren.
Houdt de theorie uit het lesboek erbij (bladzijde 148, 149)!
timer
15:00
regels
  • muziek aan mag 
  • overleggen mag
  • vragen > vinger
  • gebruik de theorie

Slide 9 - Tekstslide

Afsluiting
  • Leerdoelen?
  • Vrijdag maken we 7.2 af.
  • Vanmiddag: beginnen met tweede schrijfopdracht (uit Lesboek B)
leerdoel:
Je kunt spellen
  • b/p en t/d
  • woorden met -heid & -teit & -ig & -lijk.
  • pv in vt

Slide 10 - Tekstslide

Hele werkwoorden
Werkwoorden (ww) werken. Ze doen iets. 
  • Lopen. Denken. Verdienen. 

Vindproef > Zet er ik / jij / wij voor. Klopt dat?
  • Ik loop. Jij denkt. Wij verdienden.
Let op ww over het weer: daar kan alleen het voor.
  • Onweren > het onweert. Sneeuwen > het sneeuwt.

leerdoel:
ww. herkennen

Slide 11 - Tekstslide

Werkwoordsvorm 1 = de pv
Persoonsvorm (pv) = enige ww. dat zich aanpast.
  • aan de persoon die het doet
  • aan de tijd: tegenwoordige tijd of verleden tijd.
Ik loop de trap af. 
  • andere persoon = Wij lopen de trap af. 
  • andere tijd = Ik liep de trap af.
Vindproef > Zet de zin in een andere tijd. Het woord dat verandert = pv. Tijdproef.

Samen oefenen: Learnbeat 4.1 F opdracht 3

leerdoel:
pv. herkennen

Slide 12 - Tekstslide

Werkwoordsvorm 2 = vdw
Voltooid deelwoord (vdw) = ww. dat aangeeft 
dat iets voltooid is = het is gebeurd. Staat altijd in 
een zin met de hulpww. hebben / worden / zijn.
  • Jan heeft het brood gebakken.
  • Bestellingen worden door hem bezorgd.
  • De broden zijn al snel allemaal verkocht.

Vindproef > Een vdw. begint vaak met ge... / be.../ ver...

Samen oefenen: Learnbeat 4.1 F opdracht 5

leerdoel:
vdw. herkennen

Slide 13 - Tekstslide

Alle werkwoorden samen
Werkwoordelijk gezegde (wwg) = alle ww. in 
een zin. Vormen samen de kern van de zin >
kort gezegd.
  • Jan heeft het brood gebakken.
Splitsbaar ww = ww staat in twee delen in de zin. 
  • De docent geeft het huiswerk op
Wwg met 'te' en 'aan te':
  • Zij zit een spannend boek te lezen.
Samen oefenen: Learnbeat 4.1 F opdracht 7

leerdoel:
wwg. herkennen

Slide 14 - Tekstslide

Mijn (huis)regels
1) Tijdens mijn instructie, luistert iedereen.
     Ik geef per onderdeel aan wat ik verwacht: 
  • zelf werken in stilte
  • samenwerken 

2) Blijf van elkaar en elkaars spullen af. 

3) Na 2 waarschuwingen neem ik maatregelen.

4) Water drinken en gebruik oortjes / koptelefoon = toegestaan. 
5) Laat je plek netjes achter = stoel aanschuiven; tafel en vloer leeg.
doel
verwachting duidelijk maken



Slide 15 - Tekstslide