MH1A 5.4 Sociale Media 5-03-25

05-03-'25
op de tafel: 
leesboek

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

05-03-'25
op de tafel: 
leesboek

Slide 1 - Tekstslide

Welkom 1A
Wat gaan we doen deze les?
  • 10 Minuten lezen.
  • E-mail komt nog terug voor cijfer.
  • Lesboek A > 5.4 = instructies.
leerdoel:
Je kunt een instructie herkennen en begrijpen.

timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Lesboek

5.4 - 15: Instructies (blz. 135)
      - 17: Instructie-tekst schrijven: alleen a & b!
      - 18: Praten met emoji

Klaar? Werk verder aan je fictiedossier.
Hulp nodig?
1) opdracht & theorie goed lezen
2) overleg met klasgenoot
3) vraag docent 


timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

1
2
3
4
timer
15:00
Wat is er gebeurd?
Wat wil je dat het platform doet?
Afsluiting
_________________________
Wat is de aanleiding voor je mail?

Slide 4 - Tekstslide

Instructies
Instructie-tekst = aanwijzing over hoe je iets moet doen; hoe iets werkt of gebruikt moet worden. Zoals: recept, tutorial, routebeschrijving. 

Wat zijn de belangrijkste kenmerken?
leerdoel:
Je kunt een instructie herkennen en begrijpen.


Slide 5 - Tekstslide

Afsluiting
  • Leerdoel? 
  • Fictiedossier compleet > donderdag 6 maart!
  • Voor elke opdracht die je niet inlevert, krijg je een 1,0. Herkansen mogelijk. Nieuw cijfer met 1 punt aftrek voor te laat inleveren.
  • Toets PTD6 - Sociale media = 13 maart.
leerdoel:
Je weet hoe je een instructie-tekst kan herkennen en begrijpen.

Slide 6 - Tekstslide

Hele werkwoorden
Werkwoorden (ww) werken. Ze doen iets. 
  • Lopen. Denken. Verdienen. 

Vindproef > Zet er ik / jij / wij voor. Klopt dat?
  • Ik loop. Jij denkt. Wij verdienden.
Let op ww over het weer: daar kan alleen het voor.
  • Onweren > het onweert. Sneeuwen > het sneeuwt.

leerdoel:
ww. herkennen

Slide 7 - Tekstslide

Werkwoordsvorm 1 = de pv
Persoonsvorm (pv) = enige ww. dat zich aanpast.
  • aan de persoon die het doet
  • aan de tijd: tegenwoordige tijd of verleden tijd.
Ik loop de trap af. 
  • andere persoon = Wij lopen de trap af. 
  • andere tijd = Ik liep de trap af.
Vindproef > Zet de zin in een andere tijd. Het woord dat verandert = pv. Tijdproef.

Samen oefenen: Learnbeat 4.1 F opdracht 3

leerdoel:
pv. herkennen

Slide 8 - Tekstslide

Werkwoordsvorm 2 = vdw
Voltooid deelwoord (vdw) = ww. dat aangeeft 
dat iets voltooid is = het is gebeurd. Staat altijd in 
een zin met de hulpww. hebben / worden / zijn.
  • Jan heeft het brood gebakken.
  • Bestellingen worden door hem bezorgd.
  • De broden zijn al snel allemaal verkocht.

Vindproef > Een vdw. begint vaak met ge... / be.../ ver...

Samen oefenen: Learnbeat 4.1 F opdracht 5

leerdoel:
vdw. herkennen

Slide 9 - Tekstslide

Alle werkwoorden samen
Werkwoordelijk gezegde (wwg) = alle ww. in 
een zin. Vormen samen de kern van de zin >
kort gezegd.
  • Jan heeft het brood gebakken.
Splitsbaar ww = ww staat in twee delen in de zin. 
  • De docent geeft het huiswerk op
Wwg met 'te' en 'aan te':
  • Zij zit een spannend boek te lezen.
Samen oefenen: Learnbeat 4.1 F opdracht 7

leerdoel:
wwg. herkennen

Slide 10 - Tekstslide

Mijn (huis)regels
1) Tijdens mijn instructie, luistert iedereen.
     Ik geef per onderdeel aan wat ik verwacht: 
  • zelf werken in stilte
  • samenwerken 

2) Blijf van elkaar en elkaars spullen af. 

3) Na 2 waarschuwingen neem ik maatregelen.

4) Water drinken en gebruik oortjes / koptelefoon = toegestaan. 
5) Laat je plek netjes achter = stoel aanschuiven; tafel en vloer leeg.
doel
verwachting duidelijk maken



Slide 11 - Tekstslide