Wondzorg

Wondverzorging
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2,3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wondverzorging

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke oorzaken voor
wonden ken jij?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Open of gesloten wonden
Gesloten wonden: verkleuring of zwelling huid

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huidlagen

Slide 8 - Tekstslide

Opperhuid: Kiemlaag en hoornlaag

Lederhuid (dermis): talgklieren, lymfevaten, zenuwen, bloedvaatjes en zweetklieren

Subcutis (onderhuids bindweefsel): vetcellen, zenuwcellen en bloedvaten


Slide 9 - Tekstslide

In de reactiefase stopt de bloeding en worden dode cellen en bacteriën opgeruimd. Bloedvaten vernauwen en korstvorming. De dode cellen en bacteriën worden opgeruimd door witte bloedcellen. Bij witte bloedcellen komt ook vocht en eiwitten erbij.
Standaard ontstekingsverschijnselen: roodheid, zwelling en pijn.


regeneratiefase vormt zich nieuw weefsel en sluit de wond. (nieuwe bloedvaatjes en granulatieweefsel)

Rijpingsfase: overmatige bloedvaatjes afgebroken. Littekenweefsel. 

Slide 10 - Video

https://www.youtube.com/watch?v=5r0UsBE9L4I

Slide 11 - Tekstslide

We spreken van primaire wondgenezing, wanneer geen problemen optreden tijdens het genezen van een wond. Bij primaire wondgenezing liggen de wondranden tegen elkaar aan. Hierdoor kunnen de wondranden tegelijk met het onderhuidse weefsel aan elkaar groeien. De wond is bij primaire wondgenezing niet geïnfecteerd.
Bij secundaire wondgenezing gaat de wondgenezing lastiger. De wondranden liggen bij secundaire wondgenezing niet tegen elkaar aan en kunnen niet gehecht worden. De wond moet bij secundaire wondgenezing herstellen door de vorming en groei van granulatieweefsel (nieuw weefsel) van onder uit de wond. Deze soort wondgenezing kost meer tijd en de kans op ontsteking is groter. Sommige zorgvragers hebben daarnaast last van een geïnfecteerde wond of een wond met necrose (afstervend weefsel)
Wat heeft een negatieve
invloed op wondgenezing?

Slide 12 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Van invloed op wondgenezing
de conditie ;
de leeftijd;
het medicijngebruik;
mogelijke andere aandoeningen: b.v. diabetes mellitus;
slechte doorbloeding (veneuze/arteriële insufficiëntie, lymfoedeem);
de plaats van de wond;
de oorzaak van de wond;
de voeding (of voldoende voedingsstoffen worden aangevoerd);
nicotine;
vasculitis of andere ontstekingen/infecties;
stress.

Slide 13 - Tekstslide

Medicatie: immuunsuppresiva (remmen werking van afweersysteem), cytostatica, ontstekingsremmers, bloedverdunners. 

Diabetes: bloedvaten aantasten door langdurig hoog bloedglucosegehalte.
Nicotine: vaatwanden trekken samen.
Wat kan de wondgenezing
bevorderen?

Slide 14 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Het model is niet toepasbaar op brandwonden en bij de oncologische wonden en ulcera.

Slide 18 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Rode wond
Doel: beschermen en vochtig houden. Verband mag niet aan de wond plakken.

Granulatieweefsel is korrelig en vaatrijk bindweefsel dat zich vormt op de bodem van een wond.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

                                 Skin Tears

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gele wond
Doel: 
  • schoonmaken wondbed (verwijderen debris/beslag)
  • zorgen voor vochtig milieu,
  • absorberen exsudaat.

B.v. in NACL gedrenkte gazen, hydrogel of alginaat.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zwarte wond
Necrose kan ook bruin/grijs/gelig zijn.

Harde necrose (korst) en natte necrose (gangreen).

Harde necrose: laten zitten, beschermen.
Natte necrose: verwijderen.

Door arts: scalpel/schaar.
Of met wondproduct: gazen gedrenkt in NACL, hydrogel, enzymatisch necrose oplossend product.


Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

In de praktijk zal een wond niet altijd helemaal zwart, geel of rood zijn, maar gelijktijdig meerdere kleuren vertonen. De behandeling is dan altijd gericht op de meest storende factor.
Waar let je op als
iemand een wond heeft?

Slide 24 - Woordweb

de grootte;
de diepte;
de kleur;
de geur;
de aanwezigheid van exsudaat (wondvocht);
ontstekingsverschijnselen;
wondranden en omliggende huid;
koorts;
pijn.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Link

Deze slide heeft geen instructies