In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.
Onderdelen in deze les
Oefenen met argumenteren
Slide 1 - Tekstslide
0
Slide 2 - Video
"Vindicat moet verboden worden." Eens of oneens? Leg uit waarom.
Slide 3 - Open vraag
Feitelijk en waarderend
feitelijk argument --> feitelijke uitspraak, objectief, waar of onwaar, heeft geen ondersteuning nodig
waarderend argument --> niet-feitelijk uitspraak, subjectief, in meer of mindere mate aannemelijk , moet ondersteund worden met ander argument
Slide 4 - Tekstslide
Feitelijk of waarderend?
De kans is erg klein dat je iets wint bij de Postcodeloterij. Je kunt er beter niet aan deelnemen.
timer
0:15
A
feitelijk
B
waarderend
Slide 5 - Quizvraag
"Ik vind dat studentenverenigingen verboden moeten worden, want niemand zou zich bloot moeten stellen aan de beschamende activiteiten van een ontgroening."
A
feitelijk argument
B
waarderend argument
Slide 6 - Quizvraag
Gaf je eerder een feitelijk of waarderend argument voor het (niet) verbieden van Vindicat?
Slide 7 - Open vraag
Argumentatieschema's
Argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
Argumentatie op basis van voor- en nadelen
Argumentatie op basis van een kenmerk of eigenschap
Argumentatie op basis van voorbeelden
Argumentatie op basis van vergelijking
Argumentatie op basis van autoriteit
Slide 8 - Tekstslide
Welk type argument herken je?
De instelling van het team is bijzonder goed. Dat merk je wel aan de sfeer in de groep.
timer
0:30
A
voorbeeld
B
autoriteit
C
oorzaak en gevolg
D
vergelijking
Slide 9 - Quizvraag
Welk type argument herken je?
Ik geloof niet dat de VS en hun bondgenoten de oorlog tegen IS alleen met bombardementen kunnen winnen. Heb je dat commentaar van die Amerikaanse generaal in Nieuwsuur niet gehoord?
timer
0:30
A
voorbeeld
B
autoriteit
C
kenmerk of eigenschap
D
vergelijking
Slide 10 - Quizvraag
Welk type argument herken je?
Door veel te lezen vergroot je je tekstbegrip. Het is net zoiets als schrijven: dat leer je ook alleen goed door het vaak te doen.
timer
0:30
A
voorbeeld
B
autoriteit
C
kenmerk of eigenschap
D
vergelijking
Slide 11 - Quizvraag
Welke drogreden herken je?
Die verslaggever van Nieuwsuur is altijd slordig gekleed en heeft een afstotelijke boksersneus. Naar zo iemand luister je toch niet graag?
timer
0:30
A
ontduiken van de bewijslast
B
persoonlijke aanval
C
bespelen van het publiek
D
vals dilemma
Slide 12 - Quizvraag
Wat zijn drogredenen?
A
redenen die door een droge manier tot stand
B
tegenargumenten
C
een reden die niet klopt, maar wel waarschijnlijk lijkt
D
argumenten om je standpunt te onderbouwen
Slide 13 - Quizvraag
Drogredenen
Het overtreden van discussieregels:
persoonlijke aanval
ontduiken van bewijslast
cirkelredenering
vertekenen van het standpunt
bespelen van het publiek
Slide 14 - Tekstslide
Drogredenen
Onjuist gebruik van argumentatieschema's:
onjuist beroep op oorzaak-gevolgschema
onjuist beroep op kenmerk- of eigenschapschema
onjuist beroep op voor- en nadelenschema:
overdrijven van voor- en nadelen
vals dilemma
onjuist beroep op voorbeeldschema: overhaaste generalisatie
onjuist beroep op vergelijkingsschema: verkeerde vergelijking
onjuist beroep op autoriteitsschema
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Video
Welke drogreden werd door Prem gebruikt?
A
Verkeerde vergelijking
B
Bespelen van het publiek
C
Persoonlijke aanval
D
Onjuist beroep op autoriteit
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Video
Welke drogreden gebruikt Gordon hier, naast de persoonlijke aanval?
A
Bespelen van het publiek
B
Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
C
Overhaaste generalisatie
D
Cirkelredenering
Slide 19 - Quizvraag
Slide 20 - Video
Welke drogreden gebruikt Arjen Lubach hier?
A
Persoonlijke aanval
B
Ontduiken van bewijslast
C
Vertekenen van het standpunt
D
Overhaaste generalisatie
Slide 21 - Quizvraag
Slide 22 - Video
Welke drogreden gebruikt Johan Derksen hier?
A
Verkeerde vergelijking
B
Vertekenen van het standpunt
C
Persoonlijke aanval
D
Cirkelredenering
Slide 23 - Quizvraag
Welke drogreden herken je?
Wie het niet met mij eens is, beschouw ik als mijn tegenstander.
timer
0:30
A
overdrijven van de nadelen
B
cirkelredenering
C
bespelen van het publiek
D
vals dilemma
Slide 24 - Quizvraag
Welke drogreden herken je?
Als de examenklassen studieverlof hebben, hebben wij daar ook recht op.
timer
0:30
A
verkeerde vergelijking
B
cirkelredenering
C
vals dilemma
D
vertekenen van het standpunt
Slide 25 - Quizvraag
Welke drogreden herken je?
Ga toch niet skiën! Op alle skipistes ligt kunstsneeuw, zo'n vakantie is peperduur en de kans dat je op krukken terugkomt is levensgroot.