werkwoordspelling les 5: voltooid deelwoord

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

WERKWOORDSPELLING

LES 5: voltooid deelwoord

Nederlands

 VWO 1 P1 2022-2023

Vorige lessen heb je geleerd...

... hoe je de persoonsvorm in een zin kunt vinden.

.... hoe je de persoonsvorm in de verleden tijd en de tegenwoordige tijd vervoegt (= in de juiste vorm in een zin zet).

... hoe je het onderwerp in een zin kunt vinden.

Aan het einde van de les weet je...

... hoe je het voltooid deelwoord op de juiste manier vervoegt (= op de juiste manier in een zin zet).

Hoe vind je de persoonsvorm in een zin?

Hoe vind je het onderwerp in een zin?

Hoe weet je of je in de tegenwoordige tijd de ik-vorm of de ik-vorm+t moet schrijven?

Welke regel pas je toe bij de persoonsvorm van sterke werkwoorden in de verleden tijd?

Welke regel pas je toe bij de persoonsvorm van zwakke werkwoorden in de verleden tijd?

Sterke ww met vdw dat niet op -en eindigt

Persoonsvorm of voltooid deelwoord?

Soms heeft het voltooid deelwoord van een werkwoord dezelfde vorm als de persoonsvorm tegenwoordige tijd (mv).

1. Wij ontvangen een brief.
2. Wij hebben een brief ontvangen.

Hoe weet je met welke werkwoordsvorm je te maken hebt?

Door de kenmerken van de werkwoordsvormen erbij te halen.

Persoonsvorm of voltooid deelwoord?

Kenmerken persoonsvorm: verandert als de tijd/getal verandert.

Kenmerken voltooid deelwoord: heeft een hulpwerkwoord bij zich (hebben, zijn, worden).

1. Wij ontvangen een brief. - Wij ontvingen een brief. - Ik ontvang een brief.
2. Wij hebben een brief ontvangen. - Hebben = hulpwerkwoord

Ontvangen in zin 1 = persoonsvorm

Ontvangen in zin 2 = voltooid deelwoord

Oefenen met het vdw

Maak onderstaande opdrachten. 

Klik op de linkjes om bij de opdrachten te komen.

1. voltooid deelwoord 01
2. voltooid deelwoord 02
3. voltooid deelwoord 03
4. voltooid deelwoord 04
5. voltooid deelwoord 05
   
   

Persoonsvorm en voltooid deelwoord

Maak onderstaande opdrachten.

Klik op de linkjes om bij de opdrachten te komen.

1. Persoonsvorm en voltooid deelwoord 1
2. Persoonsvorm en voltooid deelwoord 2
   

Opdrachten

Op slide 18 t/m 34 vind je verschillende afbeeldingen met teksten waarin spelfouten worden gemaakt. 

Het gaat hierbij steeds om fouten in de persoonsvorm tegenwoordige tijd, de persoonsvorm verleden tijd en/of het voltooid deelwoord. 

Maak de opdrachten op de volgende slides.

Verbeter het verkeerd gespelde woord.

Hoeveel spelfouten haal je uit dit bericht?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Verbeter de spelfout(en).

Hoeveel fouten haal je uit dit bericht?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Verbeter de fout.

Hoeveel spelfouten vind je in dit bericht?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Verbeter de spelfout(en).

Verbeter het verkeerd gespelde woord.

Verbeter het verkeerd gespelde woord.

Verbeter het verkeerd gespelde woord.

Verbeter het verkeerd gespelde woord.

Ik snap de verschillende onderdelen van werkwoordspelling tot nu toe.

1. Ja
2. Nee