,

JCL lesbrief kopen en werken 5

Begroting
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Begroting

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma


bespreken bouwsteen 1.1
Uitleg rijksbegroting
Opgaven maken 1.18 tot en met 1.24
SO 16 maart H1
Afsluiting: wat heb je geleerd? 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  • je weet wat Prinsjesdag is
  • je weet wat de miljoenennota is
  • je kunt de belangrijkste uitgaveposten van de overheid benoemen
  • je kunt uitleggen welke inkomsten de overheid heeft

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg
Pak pen & papier om aantekeningen te maken.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Regering
De regering bestuurt een land, de regering bestaat uit ministeries (afdelingen); ministers zijn verantwoordelijk voor hun ministerie.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prinsjesdag
  • 3e dinsdag van september
  • De rijksbegroting = een overzicht van de verwachte inkomsten en uitgaven van het Rijk
  • de miljoenennota = de toelichting op de rijksbegroting

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Miljoenennota
Een toelichting op de rijksbegroting. De Miljoenennota beantwoordt vragen zoals:
  • wat zijn de belangrijkste plannen?
  • wat gaan die plannen kosten?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ministers
  • krijgen elk een eigen budget
  • elk budget is bedoeld voor bepaalde uitgaven
  • elk minister verdedigt zijn of haar begroting in het parlement

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

parlement kan rijksbegroting afkeuren

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • CBS: Centraal bureau voor de Statistiek: verzamelt informatie ( kijkt terug)
  • CPB: Centraal Planbureau: bekijkt gevolgen van plannen ( kijkt vooruit)
  • SER: Sociaal Economische Raad: adviseert over zaken als werkgelegenheid, lonen en uitkeringen

Adviseurs van de overheid

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Staatsschuld
  • een begrotingstekort - toename staatsschuld
  • een begrotingsoverschot- afname staatschuld

Ministerie van Financiën gaat hierover

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Staatsschuldquote 
Staatsschuld / BBP x 100 

  • Norm EU: 60% Van de totale Nederlandse Productie
  • Begrotingstekort: Max. 3% van totale nederlandse productie

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Inkomsten overheid
Belastingen
1. directe belastingen= worden geheven over de inkomens van burgers en bedrijven.
bijvoorbeeld:
loon- en inkomstenbelastingen
vennootschapsbelasting: belasting op winst grote bedrijven
2. indirecte belastingen=Een kostprijsverhogende belasting.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inkomsten overheid
2. indirecte belastingen=Een kostprijsverhogende belasting.
a. belasting toegevoegde waarde (BTW) (omzetbelasting)
b. Accijns=Een indirecte belasting die wordt geheven op producten met als doel het gebruik van die producten af te remmen. Bijvoorbeeld: accijns op tabak, sigaretten, benzine
c. overige indirecte belastingen = bijvoorbeeld invoerrechten of BPM

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelf aan de slag!   
Iedereen:
Lezen: paragraaf 1.4 huishoudboekje overheid
Maken: de vragen 1.18 tot en met 1.24 

Versnellers:

Klaar?:
Nakijken: vraag 1.10. tm 1.18

rood = Iedereen is stil
  

oranje = Je de docent een vraag stellen


groen = Je mag met elkaar fluisterend 
overleggen
timer
10:00

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  • je weet wat Prinsjesdag is
  • je weet wat de miljoenennota is
  • je kunt de belangrijkste uitgaveposten van de overheid benoemen
  • je kunt uitleggen welke inkomsten de overheid heeft

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk: 
volgende les
doornemen paragraaf 1.3 en 1.4
maken opdracht 1.18 tot en met 1.24
Pak je agenda!!

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Wat staat er in de miljoenennota?
A
Hoeveel geld er dit jaar binnenkomt en hoeveel geld er wordt uitgegeven: de begroting.
B
Waaraan het geld wordt uitgegeven: een toelichting op de begroting.
C
Antwoord A en B zijn allebei goed.
D
Antwoord A en B zijn allebei niet goed.

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een rijksbegroting?
A
Overzicht van de verwachte inkomsten en uitgaven van de rijk
B
Het grote romeinse rijk
C
Toelichting op de inkomsten en uitgaven
D
Inkomsten en uitgaven van Dhr.Lyahyaoui

Slide 24 - Quizvraag

Rijksbegroting
Een overzicht van de verwachte inkomsten en uitgaven van het Rijk voor het komende jaar.
Wat is een begrotingstekort?
A
Als je meer uitgaven hebt dan inkomsten
B
Als je meer inkomsten hebt dan uitgaven

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

schoolgebouwen
leesboeken
schoolreisjes
Stel het ministerie van onderwijs krijgt geld om het onderwijs te verbeteren. Hoe zouden jullie het geld verdelen? 
Sleep de bedragen naar wat jullie belangrijk vinden.
speeltoestellen
schooltuin
gymles
theaterles
dansles
spelletjes
computers en tablets
2 miljoen
2 miljoen
3 miljoen
3 miljoen
4 miljoen
5 miljoen
5 miljoen
5 miljoen
5 miljoen

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies