Les 1 Saul

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GodsdienstMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Link

Een sportteam heeft een aanvoerder nodig. Waar moet een aanvoerder aan voldoen?
timer
1:00

Slide 3 - Open vraag

Lees een volk wil een koning
Blz. 71

Slide 4 - Tekstslide

Leg uit: waarom wil het volk een koning hebben?

Lees I Samuël 8, 5-9
timer
3:00

Slide 5 - Open vraag

Advertentie opdracht
Waar moet de koning aan voldoen?
Wie zou een geschikte kandidaat zijn? en waarom?
timer
8:00

Slide 6 - Tekstslide

Theocratie betekent letterlijk ‘godsregering’. In een theocratie wordt de koning gezien als een vertegenwoordiger van God. God geeft de wetten en het is de taak van de koning om ervoor te zorgen dat het volk zich aan deze wetten houdt.
In Nederland kennen we een democratie. Dat betekent letterlijk ‘volksregering’. Het volk bepaalt door verkiezingen wie er in de Eerste en Tweede Kamer komen en daar worden de wetten voor het land vastgesteld. De regering moet ervoor zorgen dat de mensen zich aan deze wetten houden.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Schrijf 3 punten op die in Nederland zouden veranderen als Nederland een theocratie zou worden
timer
3:00

Slide 12 - Open vraag

In Deut 17:14-20 worden de kenmerken van een goede koning genoemd. Wat mag een koning NIET doen?
timer
4:00

Slide 13 - Open vraag

Wat moet een koning juist wel doen?
timer
2:00

Slide 14 - Open vraag

Wat is volgens jou de bedoeling van deze regels? voor welke gevaren moeten deze regels de koning beschermen?
timer
2:00

Slide 15 - Open vraag

Wie is Saul?
Plaatsnaam waar hij vandaan komt
Kenmerken van uiterlijk
Karaktereigenschappen
Gezinssituatie
Zoek of maak een afbeelding als profielfoto van Saul.
Maak gebruik van de volgende bijbelteksten:

1 Samuel 9:1-2, 1 Samuel 10:26, 1 Samuel 10:26-27 en 1 Samuel 14:47-51

Slide 16 - Tekstslide

Verwerk hier de vragen over wie Saul is: Plaatsnaam waar hij vandaan komt
Kenmerken van uiterlijk
Karaktereigenschappen
Gezinssituatie
Maak gebruik van de volgende bijbelteksten:
1 Samuel 9:1-2, 1 Samuel 10:26, 1 Samuel 10:26-27 en 1 Samuel 14:47-51
timer
7:00

Slide 17 - Open vraag

Wat zijn verschillen en overeenkomsten tussen koning W.A en koning Saul?

Slide 18 - Open vraag

Sauls afwijzing
Twee jaar nadat Saul koning is geworden, wordt er een beslissende strijd geleverd met de Filistijnen. Met een groot leger trekken de Filistijnen naar de plaats Michmas. Saul wil deze strijd niet voeren zonder de zegen van Samuel en een offer voor God. Hij wacht op de profeet die beloofd had te komen. Maar terwijl hij wacht, worden de soldaten bang. Ze verstoppen zich in grotten en rotsholten. Er zijn er zelfs die wegvluchten. Saul kan niet meer wachten: straks heeft hij geen man meer over. Saul offert zelf. Als hij net klaar is, komt Samuel eraan. Saul begroet Samuel, maar Samuel is boos: ‘hoe heb je zo dom kunnen doen? Jij mocht niet offeren, dat moest ik doen. Waarom heb je je niet gehouden aan Gods regels?’ Dit komt Saul erg duur te staan. Het koningschap zal niet in zijn familie blijven. God zal een andere man zoeken en hem koning maken.

Slide 19 - Tekstslide

Waar gaat het mis bij Saul? en hoe had hij het beter kunnen doen?

Slide 20 - Open vraag

1

Slide 21 - Video

00:00
Kijk deze film ter voorbereiding op de volgende les. 

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide