Paragraaf 3.2 Wat voor baan wil jij?

Agenda
Herhaling
Nieuwe leerdoelen
Aan de slag
Les afsluiten
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Agenda
Herhaling
Nieuwe leerdoelen
Aan de slag
Les afsluiten

Slide 1 - Tekstslide

Check
  • Wat is een vacature?
  • Wat is een verschil tussen een werkgever en werknemer?
  • Wat is een arbeidsovereenkomst?
  • Wat is een collectieve arbeidsovereenkomst (cao)?
  • Wat is het verschil tussen bruto loon en netto loon?

Slide 2 - Tekstslide

Vacature
Solliciteren

Slide 3 - Tekstslide

Werkgever
Werknemer
Werkgever & Werknemer
Arbeidsovereenkomst

Slide 4 - Tekstslide

CAO

Slide 5 - Tekstslide

Bruto- en Nettoloon
Nettoloon = brutoloon − (loonbelasting + sociale premies)
Belastingdienst
Loonheffing
Loonbelasting en sociale premies
Nettoloon

Slide 6 - Tekstslide

€ ............
€ 400,-
€ 600,-
€ 3000,-
Brutoloon
Nettoloon = brutoloon - (loonbelasting + sociale premies)

Slide 7 - Tekstslide

Fulltime
= voltijdbaan

36 uur of meer 


Parttime
= deeltijdbaan

minder dan een voltijdbaan

Slide 8 - Tekstslide

Vaste baan <-> Tijdelijke baan
  • Vaste baan: Baan waarbij geen einddatum is afgesproken.

  • Tijdelijke baan: Baan voor een bepaalde tijd die eindigt op een afgesproken datum. 


Slide 9 - Tekstslide

 3.2 deel 2
Wat voor baan wil jij?

Slide 10 - Tekstslide

Lesdoel van vandaag
Na deze les weet:
  • In welke productiesectoren je kunt werken
  • Wat het nut is van arbeidsverdeling







    Slide 11 - Tekstslide

    Leerdoel 1
    Wie doet wat?

    Slide 12 - Tekstslide

    Arbeidsverdeling
    Het werk bij bedrijven is verdeeld in verschillende banen.
    Elke werknemer heeft zijn eigen taken.

    Zo kan iedere werknemer doen waar hij of zij goed in is.

    Slide 13 - Tekstslide



    Voordeel voor de werkgever:
    - Werknemers doen het werk beter en sneller.

    Slide 14 - Tekstslide

    Leerdoel 2
    Verschillende sectoren

    Slide 15 - Tekstslide

    Productiesectoren

    Bedrijven kun je verdelen in 3 productiesectoren:

    Slide 16 - Tekstslide

    Bedrijven kun je indelen in 3 productiesectoren:

    Slide 17 - Tekstslide

    Aan de slag met 3.2
    Maak de volgende opdrachten op blz. 83
    10 t/m 17
    Klaar vraag een antwoordboekje
    Werk verder aan de rekenopdrachten




    Slide 18 - Tekstslide

    Herhaling
    Wat is een cirkeldiagram en wat is een staafdiagram

    Slide 19 - Tekstslide

    Staafdiagram
    Cirkeldiagram
    Extra uitleg
    In een staafdiagram zie je in één oogopslag de verschillen tussen groepen.

    Slide 20 - Tekstslide

    Slide 21 - Tekstslide

    Aantal witte auto's: 16
    Totaal aantal auto's: 63

    16
    ----- x 100= 25,4%
    63 


          deel
       ---------- x 100
       geheel

    Slide 22 - Tekstslide

    Aan de slag met 
    Maak de volgende opdrachten op blz. 83
    10 t/m 17
    Klaar vraag een antwoordboekje




    Slide 23 - Tekstslide

    Check
    • Wat is het verschil vaste en een tijdelijke baan?
    • Wat is het verschil is tussen een deeltijdbaan en een voltijdbaan
    • Welke productiesectoren zijn er?
    • Wat is arbeidsverdeling en wat zijn de voordelen?

    Slide 24 - Tekstslide