In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Welkom allemaal
Paragraaf 56
Slide 1 - Tekstslide
Heb jij ooit iets besteld, geboekt of gekocht... En het bleek niet goed/kapot te zijn?
A
Ja
B
Nee
Slide 2 - Quizvraag
Het lesdoel
Aan het einde van de les kan ik uitleggen hoe een klachtenmail is opgebouwd.
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Je begint een klachtenmail met het onderwerp.
A
waar
B
niet waar
Slide 12 - Quizvraag
Je taalgebruik in een klachtenmail is informeel.
A
waar
B
niet waar
Slide 13 - Quizvraag
Na het onderwerp beschrijf je wat de klacht is.
A
waar
B
niet waar
Slide 14 - Quizvraag
Geef een voorbeeld van formeel taalgebruik.
Slide 15 - Woordweb
Lees de bovenstaande klachtenmail: bedenk 2 punten die jij zou verbeteren aan deze mail (in je hoofd).
Slide 16 - Tekstslide
Wat is de volgorde als je een klachtenmail moet schrijven? Kies uit: beschrijving situatie, aanhef, vraag of voorstel, beschrijving klacht, afsluiting, onderwerp
Slide 17 - Open vraag
Lees deze klachtenmail: schrijf 2 punten op die jij zou verbeteren aan deze mail.
Slide 18 - Tekstslide
In een klachtenmail schrijf je in de jij-vorm.
A
waar
B
niet waar
Slide 19 - Quizvraag
Instructie
Je maakt les 56 opdracht: 6, 7, 8, 9 en 12 Je mag elkaar helpen (fluisteren). Als je een vraag hebt, steek je hand op. Je hebt 15 minuten. Aan het einde gaan we nakijken.
Slide 20 - Tekstslide
Nakijken
Slide 21 - Tekstslide
Nakijken
Slide 22 - Tekstslide
Nakijken
Slide 23 - Tekstslide
Het lesdoel
Aan het einde van de les kan ik uitleggen hoe een klachtenmail is opgebouwd.