Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Formuleren H4 - Verwijswoorden
Met welke verwijswoorden wijs je naar
de-woorden?
A
die - dat
B
die - deze
C
dit - deze
D
dat - dit
1 / 15
volgende
Slide 1:
Quizvraag
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2,3
In deze les zitten
15 slides
, met
interactieve quizzen
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Met welke verwijswoorden wijs je naar
de-woorden?
A
die - dat
B
die - deze
C
dit - deze
D
dat - dit
Slide 1 - Quizvraag
Met welke verwijswoorden wijs je naar
het-woorden?
A
die - dat
B
die - deze
C
dit - deze
D
dat - dit
Slide 2 - Quizvraag
Kies de juiste verwijswoorden.
Deze / Dit
familie woont op een schip
dat / die
helemaal is opgeknapt.
A
Deze - dat
B
Deze - die
C
Dit - dat
D
Dit - die
Slide 3 - Quizvraag
Kies de juiste verwijswoorden.
De gevaarlijkste stunt
dat / die
Almin doet, is van
dat / die
brug af duiken.
A
dat - dat
B
dat - die
C
die - dat
D
die - die
Slide 4 - Quizvraag
Kies de juiste verwijswoorden.
Deze / Dit
mantelzorger zorgt voor mijn 80-jarige buurvrouw,
dat / die
blind is.
A
Deze - dat
B
Deze - die
C
Dit - dat
D
Dit - die
Slide 5 - Quizvraag
Kies de juiste verwijswoorden.
De man
met wie / waarmee
ik een kroket at, kende
deze / dit
snack niet.
A
met wie - deze
B
met wie - dit
C
waarmee - deze
D
waarmee - dit
Slide 6 - Quizvraag
Kies de juiste verwijswoorden.
De trein
met wie / waarmee
Joy reist,
stopt ook bij
deze / dit
station.
A
met wie - deze
B
met wie - dit
C
waarmee - deze
D
waarmee - dit
Slide 7 - Quizvraag
Welke verwijswoorden horen in deze zin?
Sleep de verwijswoorden naar de goede plaats.
Het drumstel is van Davids vader,
maar ________ gebruikt ________ niet meer.
deze
die
dit
dat
hij
zij
het
ze
Slide 8 - Sleepvraag
Welke verwijswoorden horen in deze zin?
Sleep de verwijswoorden naar de goede plaats.
‘Wil je ________ naar de glasbak brengen?’, vraagt Ryan,
terwijl ________ de lege flessen aan Luuk geeft.
deze
die
dit
dat
hij
zij
het
ze
Slide 9 - Sleepvraag
Welke verwijswoorden horen in deze zin?
Sleep de verwijswoorden naar de goede plaats.
Twan heeft een bijbaantje voor twee uurtjes,
________ vind
________ erg leuk.
deze
die
dit
dat
hij
zij
het
ze
Slide 10 - Sleepvraag
Welke verwijswoorden horen in deze zin?
Sleep de verwijswoorden naar de goede plaats.
Vera doet het trucje voor.
________ zegt:
‘Zo moet je
________ doen.’
deze
die
dit
dat
hij
zij
het
ze
Slide 11 - Sleepvraag
Welke verwijswoorden horen in deze zin?
Sleep de verwijswoorden naar de goede plaats.
Onno krijgt een vreemd mailtje binnen.
_________ denkt dat
________ spam is.
deze
die
dit
dat
hij
zij
het
ze
Slide 12 - Sleepvraag
De jongen ..... met Ilona zit te kletsen, heet Leonardo.
A
dat
B
die
Slide 13 - Quizvraag
Waar is mijn fiets? ..... staat buiten.
A
die
B
dat
Slide 14 - Quizvraag
Mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
de man
de gevangenis
Danielle
wetenschap
Maurice
de stier
het huis
Slide 15 - Sleepvraag
Meer lessen zoals deze
Verwijswoorden oefenen
Maart 2021
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
Herhalen lidwoord en zelfstandig naamwoord
Februari 2021
- Les met
44 slides
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Verwijswoorden
Mei 2024
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1
BK: Cursus 6 Formuleren Verwijswoorden
Maart 2023
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1
Verwijswoorden
Mei 2024
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1
Verwijswoorden
Juli 2024
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1
KERN les 53 vmbo-t2 verwijswoorden
Maart 2023
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Verwijswoorden
Juli 2024
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1