Nadenken over de verschillende soorten gesprekken die je voert op stage.
In jouw eigen woorden uitleggen waar je op moet letten bij het voeren van een gesprek op stage.
In jouw eigen woorden uitleggen wat het verschil is tussen informeel en formeel taalgebruik.
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Lessenserie Gesprekken voeren: Werk in de winkel
Oefenen!
Vorige week
Eindopdracht week 4 (toets)
In het praktijklokaal ga je in de winkel een gesprek voeren dat je ook tegenkomt op je stageplek. Er zijn 3 situaties. Je voert in totaal 2 gesprekken. Je mag zelf kiezen welke situatie je niet gaat doen.
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Op je stage voer je allemaal verschillende soorten gesprekken. In de online opdrachten heb je hier al kennis mee gemaakt.
Je gaat nu zelf twee soorten gesprekken bedenken die jij lastig vindt.
De docent geeft je twee kaartjes
Maak nu opdracht 2 op je werkblad
Opdracht 4: Soorten gesprekken op stage
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Ik weet wat voor soort gesprekken ik kan tegenkomen op stage.
Ja
Nog niet
Nee
Slide 9 - Poll
Ik kan informatie uitwisselen in een gesprek.
Ja
Nog niet
Nee
Slide 10 - Poll
Ik kan verbindingswoorden gebruiken in mijn eigen gesproken taal.