Dag 3

• NT2
• ISK

Thema 14 - Overtuigen - DAG 3

DAG 3

de fout

gewoon - gewone

graag

hard

het hart

kiezen

de fout (znw)

• als iets niet goed is
• verkeerd
• onjuist
• fout <--> goed
• de fout - de fouten
  
  
• zin: Het antwoord is fout. 
• zin: Fouten maken mag :-)

12

gewoon - gewone (bnw)

• normaal
• niet bijzonder
  
  
• zin: Schoenen uitdoen in huis, is voor veel mensen heel gewoon.
• zin: Hij is een gewone jongen.

13

graag

• 1) goed, fijn
• zin: Wilt u koffie? Ja, graag!
  
  
• 2) met plezier
• zin: Hij gaat graag naar school.

14

hard(e) (bnw)

• 1) luid - hard <--> zacht
• zin: Wat staat het geluid van de televisie hard! Zet jij het even zachter?
  
• 2) hard <--> zacht


• zin: Een muur is hard.
  
  
• 3) snel - hard <--> langzaam
• zin: De auto rijdt heel hard, 100 km per uur!
  
  
• 4) veel, erg 
• zin: Het regent heel hard!

15

het hart (znw)

• het deel van je lichaam links achter je borst, waar het bloed doorheen beweegt
• het hart -  de harten
  
  
• zin: Mijn hart klopt heel snel als ik hem zie!

16

kiezen (ww)

• beslissen wat je wilt, als je verschillende dingen kunt doen
  
  
• TT - ik kies - jij kiest - wij kiezen
  
• VT - ik koos - wij kozen
• VTD - ik heb gekozen
  
  
• zin: Wil je pasta of aardappels eten? Jij mag kiezen! 

17

A - 'Ik maakt' is een .......
B - Hij komt om 10.00 uur op school. Dat is ..... te laat.
C - Hij kan ...... voetballen. Echt heel goed.

8, 10, 12

1. fout - duidelijk - duidelijk
2. fout - duidelijk - fantastich
3. fout - duidelijk - blijken
4. eind - fantastich - duidelijk

13

Wat is er héél gewoon?

Wil je koffie?
Ja, .................!

14

1. snel
2. liever
3. graag
4. mooi

Wat doe jij graag?

14

Wat staat het geluid .......!

15

1. snel
2. hard
3. zacht
4. hart

De auto's rijden hier......................

15

1. hard
2. hart
3. langzaam
4. snel

Wat is dit?
(lidwoord + woord)

16

15 + 16

hard(e)

het hart

Ik kan niet ..........
Ik ............ links!

17

1. kiezen, kies
2. kies, kiezen
3. kiesen, kiez
4. kiesen, kiezen

Maak een zin met
het werkwoord 'kiezen'.

17