Industrialisatie: economische en technologische ontwikkelingen en verstedelijking
Ontstaan landen: nationalisme en verheerlijking eigen verleden en cultuur
Verandering opdrachtgevers: kerk en staat verdwijnt, galerieën en rijke industriëlen bepalen smaak, Salon, vermaak voor bourgeoisie
Vlucht uit realiteit = Romantiek: gevoel belangrijk, reactie rationalisme 18e eeuw
Weergeven harde werkelijkheid = Realisme: arbeiders als nieuwe helden, spiegel voorhouden
Weergave goede leven = Impressionisme: onderzoek naar moment weergeven in licht en kleur
Voorlopers moderne kunst = Postimpressionisten: Van Gogh (expressionisme), Cézanne (kubisme), Gauguin (symbolisme, expressionisme en abstractie)
Belangrijk voor ontwikkeling kunst: uitvinding fotografie