Herleiden en machten

Herleiden en machten
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Herleiden en machten

Slide 1 - Tekstslide

na dit hoofdstuk kan je....
....rekenen met letters
....haakjes wegwerken
....rekenen met machten
....werken met de wetenschappelijke notatie
....rekenen met machten en letters 

Slide 2 - Tekstslide

Herleiden
Herleiden: korter en eenvoudiger schrijven


87a=87a=56a
7p+8p=15p

Slide 3 - Tekstslide


52b=
A
7b
B
10b

Slide 4 - Quizvraag


8a3=
A
-5a
B
-24a

Slide 5 - Quizvraag


52b+103b=
A
10b+30b
B
50+10b
C
40b
D
60b

Slide 6 - Quizvraag


42x86=
A
-8x-48
B
-40x
C
-56x
D
60b

Slide 7 - Quizvraag


8xy=2xy+....
A
6
B
6x
C
6y
D
6xy

Slide 8 - Quizvraag


14xy=2x2y+5y....

Slide 9 - Open vraag

Haakjes wegwerken

425=4(20+5)=420+45
879=8(801)=88081

Slide 10 - Tekstslide

Haakjes wegwerken

4(a+b)=4a+4b
4(x+2y)=4x8y

Slide 11 - Tekstslide


4(x3)=

Slide 12 - Open vraag


2a(5+2a)

Slide 13 - Open vraag


2a(5+2a)

Slide 14 - Open vraag

Machten

43
Grondtal
👉🏼
Exponent
👈🏼
Macht
👆🏼

Slide 15 - Tekstslide

Machten

43=444=64
74=7777=2401

Slide 16 - Tekstslide

Machten
Rekenvolgorde
Hoe moeten wij van die onvoldoendes afkomen
Haakjes
👆🏼
machten
👆🏼
wortels
👆🏼
vermenigvuldigen
👆🏼
delen
👆🏼
optellen
👆🏼
aftrekken
👆🏼

Slide 17 - Tekstslide

Machten vermenigvuldigen

3a2aa2=32aaaa=6a4
p3p4=ppppppp=p7
6a35a2=65aaaaa=6a5

Slide 18 - Tekstslide


5b32b2=
A
10b5
B
10b6

Slide 19 - Quizvraag


3q24p2=12pq4
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quizvraag


3q24p2=12p2q2
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Machten optellen

3a2+a2=a2+a2+a2+a2=4a2
3r32r3=r3+r3+r3r3r3=r3
3b2+5a2=3b2+5a2

Slide 22 - Tekstslide


5b3+2b3=
A
7b6
B
7b3
C
10b9
D
7b9

Slide 23 - Quizvraag


3q2+4p2=7pq2
A
waar
B
niet waar

Slide 24 - Quizvraag


3q2+4p2=3q2+4p2
A
waar
B
niet waar

Slide 25 - Quizvraag

Let op:
je mag alleen gelijksoortige machten bij elkaar optellen, dus machten met een gelijk exponent.
f3+f3=2f3
f2+f7=f2+f7

Slide 26 - Tekstslide