In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Pedagogisch klimaat
Even herhalen
Boek onderwijsassistent
Thema 12 klassenmanagement
Slide 1 - Tekstslide
Opstarten opdrachten
Opdracht 1A & 1D
Bouwstenenboek
Blz. 12 & 14
Slide 2 - Tekstslide
''Een goed pedagogisch klimaat is de basis om tot leren te komen, volgens leraren. In een goed pedagogisch klimaat kan een leerling groeien, staat hij/zij dan open en heeft hij/zij ruimte in zijn/haar hoofd om te leren''.
Slide 3 - Tekstslide
Wat is de betekenis van het begrip klassenmanagement?
Slide 4 - Woordweb
Klassenmanagement
Je onderwijs zo organiseren en vormgeven dat de lessituatie en de omgeving zo ideaal mogelijk is.
Pedagogisch klimaat: gaat over alle omgevingsfactoren die bijdragen aan het leerproces.
Hierbij gaat het om factoren die al aanwezig zijn, maar ook om factoren die een leerkracht weloverwogen creëert.
Om tot een goed pedagogisch klimaat te komen kan men gebruik maken van omgangsregels.
Slide 7 - Tekstslide
Een goed pedagogisch klimaat
In een klas met een goed pedagogisch klimaat voelen leerlingen (en leraren en ouders) zich gezien en serieus genomen.
Heerst er een goede (werk)sfeer en voelen leerlingen zich veilig.
Kenmerkt zich door vaste regels en structuur en geeft daardoor voorspelbaarheid en rust.
Slide 8 - Tekstslide
Overgang
Een pedagogisch klimaat komt tot stond door middel van je pedagogisch handelen en je klassenmanagement. Samen vormen ze je pedagogische klimaat.
Slide 9 - Tekstslide
Wat is de betekenis van het begrip pedagogisch handelen
Slide 10 - Woordweb
Pedagogisch handelen
Als docent kies/heb je een bepaalde manier van handelen.
Hoe benader ik de leerlingen?
Hoe streng wil optreden wanneer regels niet worden nageleefd?
Geloof je niet in straffen, hoe pak je het dan aan?
Iedere docent/OA heeft een andere aanpak qua pedagogisch handelen, maar iedere leerling heeft ook een andere aanpak nodig.
Je kan je aanpak dus altijd aanpassen.
Slide 11 - Tekstslide
Opdracht stage
Je gaat op stage observeren hoe de vijf vaardigheden voor klassenmanagement van Kounin eruit zien in de praktijk.
We lopen nu die vijf vaardigheden langs
Slide 12 - Tekstslide
Alert zijn
De effectieve leraar is bewust van wat zich bij de leerlingen afspeelt in alle hoeken en op elk moment in de klas. Hij houdt continu de klas in het oog, zelfs wanneer in groep of individueel wordt gewerkt.
Je voorkomt:
Foute timing (het niet opmerken en wachten met een interventie totdat een bepaald incident werkelijk reeds storend is)
Foute inschatting van de bron (verwarring of vergissing over welke leerlingen voor welk probleem verantwoordelijk waren)
Slide 13 - Tekstslide
Spreiden van de aandacht
Hiermee wordt bedoeld dat de leerkracht meerdere zaken tegelijk verricht.
Bijvoorbeeld ingaan op de reactie van één leerling (door oogcontact of fysieke nabijheid), ook al is hij op dat moment met de hele klas bezig, of door tegelijk aandacht te schenken aan de instructie zelf en aan de mate waarin leerlingen tonen dat ze de instructie begrijpen.
Slide 14 - Tekstslide
''Erbij houden''
Ook wel het continu signaal
Continu signaal betekent dat de leerling er de hele les bij blijft. En jij moet dat signaal geven. Ook als leerling aan het werk zijn, heb jij het signaal gegeven dat er wat moet gebeuren.
Je creëert een continu signaal door: goede lesvoorbereiding, contact maken en regie te houden. Jij stuurt de leerlingen aan, bent de voorzitter van de vergadering.
Slide 15 - Tekstslide
Leerlingen verantwoordelijk voor eigen leren
Effectieve onderwijsgevenden geven aan de lerende de verantwoordelijkheid voor hun gedrag en hun leren.
Voorbeelden zijn: geen vaste volgorde van beurten aanhouden bij het stellen van vragen; het geven van een vlugge ronde in de klas om de meeste leerlingen kort op een vraag te laten antwoorden.
Slide 16 - Tekstslide
Vermijden van lesonderbreking
Het moeilijkst zijn wisselmomenten. De overgang van bijvoorbeeld instructie naar verwerking. Het helpt om het volgende op een rijtje te hebben voor de leerling: