In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
3.4 Voedselrelaties
Slide 1 - Tekstslide
Welke stoffen zijn er nodig voor verbranding?
A
Koolstofdioxide en water
B
Glucose en water
C
Glucose en zuurstof
D
Koolstofdioxide en glucose
Slide 2 - Quizvraag
Wat is een ecosysteem?
Biotische en abiotische factoren
Slide 3 - Tekstslide
Voedselrelaties
Begint bij een producent
Andere stapjes zijn consumenten
Voedselketen
Slide 4 - Tekstslide
Welke van deze is GEEN abiotische factor?
A
Beschikbaarheid van voedsel
B
Temperatuur van het water
C
Ondergrond van klei
D
Neerslag
Slide 5 - Quizvraag
Voedselweb en voedselpiramide
Voedselweb bestaat uit verschillende voedselketens
Piramide van aantallen
Slide 6 - Tekstslide
Bekijk de afbeelding hiernaast. Wat zijn de producenten?
Slide 7 - Open vraag
Alle lieveheersbeestjes gaan dood door ziekte. Wayne: de bladluizen eten alle vlierbessen op Rafaël: de libelles hebben geen voedsel meer Wie heeft gelijk?
A
Wayne heeft gelijk, Rafaël heeft ongelijk
B
Rafaël heeft gelijk, Wayne heeft ongelijk
C
Ze hebben beide gelijk
D
Ze hebben geen van beide gelijk
Slide 8 - Quizvraag
Energieverlies
Piramide van biomassa
Biomassa = gewicht van stoffen in organismen
Slide 9 - Tekstslide
Zelfstandig werken
Ga aan de slag met opdracht 3 t/m 18 (7 en 13 niet) van 3.4
Slide 10 - Tekstslide
In de tuin leven de volgende organismen: 1 kat, 4 koolmezen, 100 rupsen, 10 000 grasplanten Wlke groep heeft de grootste biomassa?