Les 1- Introductie en uitleg voedingsanamnese

Cursus begeleiden en coachen

1 / 20

Slide 1: Tekstslide

Begeleiden en coachenMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Cursus begeleiden en coachen

Slide 1 - Tekstslide

Planning

Week 1 Introductie en uitleg voedingsanamnese
Week 2 Uitleg adviesgesprek, motivational interviewing
Week 3 Gedrag leren beïnvloeden
Week 4 Omgaan met weerstand
Week 5 Voeren motivatiegesprek
Week 6 Evalueren kun je leren, evaluatiegesprek
Week 7 Casusopdracht als eindbeoordeling
Week 8 Terugkoppeling

Slide 2 - Tekstslide

Doelen van de cursus

De student kan een voedingsanamnese uitvoeren;
De student beheerst het stellen van diverse vragen om correcte en volledige informatie in te winnen;
De student houdt rekening met de situatie en gevoelens van de gesprekspartner;
De student kan een vast format voor voedingsanamnese hanteren en volledig invullen;
De student kan een adviesgesprek voeren;
De student weet hoe een gedragsverandering bereikt kan worden;
De student (her)kent de de fasen van gedragsverandering;
De student kan onderzoeken in welke fase van gedragsverandering iemand zich bevindt;
De student kan iemand begeleiden naar de volgende fase(n) door de juiste interventie toe te passen;
De student kan diverse motivatietechnieken inzetten (motivational interviewing);
De student kan een motivatiegesprek voeren;
De student kent diverse evaluatietechnieken;
De student kan een evaluatiegesprek voeren.

Slide 3 - Tekstslide

Doelen van deze les

De student kan een voedingsanamnese uitvoeren;
De student beheerst het stellen van diverse vragen om correcte en volledige informatie in te winnen;
De student houdt rekening met de situatie en gevoelens van de gesprekspartner;
De student kan een vast format voor voedingsanamnese hanteren en volledig invullen.

Slide 4 - Tekstslide

Fasen in een diëtistisch consult

Slide 5 - Tekstslide

Voedingsanamnese

‘De kwaliteit van een anamnese wordt niet alleen bepaald door de mate waarin je in staat bent de juiste vragen te stellen, maar veel meer nog door de wijze waarop je de patiënt tegemoet treedt, op zijn gemak stelt en steeds weer opnieuw in staat bent in te voelen in, en oprechte belangstelling te tonen voor, de mens achter de cliënt’ .

Slide 6 - Tekstslide

Succesfactoren anamnese

een patiënt ontvangen en op zijn gemak stellen;
diverse soorten vragen bewust toepassen;
actief luisteren;
lichaamstaal lezen, interpreteren en toepassen;
een gesprek openen en afsluiten;
de lijn in het gesprek bewaken;
verbale ruimte geven en ruimte afbakenen;
omgaan met emoties of spanningen;
benodigde gegevens boven tafel halen;

Slide 7 - Tekstslide

Hoe stel je iemand op het gemak?

Stel een vraag: Hoe was je reis? Wil je iets drinken? Zal ik je jas aannemen?
Merk op: je bent mooi op tijd, dat is fijn. Leuk om je te ontmoeten.
Geef aan: ga lekker zitten, maak het jezelf gemakkelijk, ik haal een watertje voor je.
Doen: meelopen naar de gespreksruimte, wijs de toiletruimte aan, stel jezelf voor.
Het belangrijkste is: kijk de persoon aan en glimlach. Dat geeft een welkom gevoel en is een goede start van het gesprek.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Non-verbaal

Slide 10 - Tekstslide

Verbaal: De juiste vragen

Waarom stel je vragen?
...omdat je iets wilt weten
...een gesprek wilt beginnen
...omdat je een gesprek wilt sturen
..omdat je informatie helder wilt krijgen
...een ander aan het denken wilt zetten

Slide 11 - Tekstslide

Wat is er niet juist aan de volgende vragen?

Slide 12 - Tekstslide

"Wat is er niet goed aan ons bedrijf?"

Slide 13 - Open vraag

"Ik wil eigenlijk graag de notulen snel hebben. Gaat dat jou eventueel lukken?"

Slide 14 - Open vraag

"O ja, dat heb ik ook wel eens gehad. Vond jij ook niet dat ... ."

Slide 15 - Open vraag

"Wil je dat overleg verzetten naar morgen, of zullen we Jan er toch maar bij vragen en het dan volgende week doen?"

Slide 16 - Open vraag

Gevolgen van slechte vragen

Irritatie en snelle gesprekbeëindiging
Gesprekspartner voelt zich niet begrepen
Geen eerlijke mening als jij jouw waardeoordeel al in de vraag legt.
Onzekerheid als je een vraag stelt waarop hij het antwoord niet kán weten.
Als je drie vragen tegelijk stelt, krijg je antwoord op de makkelijkste vraag en de andere twee worden vergeten.
De ander volgt voor het gemak maar de suggestie die je in je vraag legt, zodat je nog niet weet wat hij denkt.
Je krijgt niet de juiste informatie. Of vage antwoorden waar je toch weer op door moet vragen. Het gesprek duurt zo eindeloos lang omdat je via allerlei omwegen pas bij het antwoord komt.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Opdracht

Bepaal aan de hand van de succesfactoren voor een anamnese de kwaliteit van dit gesprek. (of van deze)

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide