H5 Lezen opdr. 4
1 / 11
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Waar moet je ook alweer op letten als je een tekst kritisch leest?
Slide 2 - Open vraag
Slide 3 - Tekstslide
Opdracht 4
Vraag 1: Wat is het onderwerp van de tekst?
Vraag 1: Wat is het onderwerp van de tekst?
timer
0:30
Slide 4 - Open vraag
Opdracht 4
Vraag 2: Bekijk de bron van de tekst. Denk je dat de
auteur deskundig is? Licht je antwoord toe.
Vraag 2: Bekijk de bron van de tekst. Denk je dat de
auteur deskundig is? Licht je antwoord toe.
timer
0:30
Slide 5 - Open vraag
Opdracht 4
Vraag 3: Uit welke alinea(s) bestaat de inleiding?
Vraag 3: Uit welke alinea(s) bestaat de inleiding?
timer
0:30
A
Alinea 1
B
Alinea 1, 2 +3
C
Alinea 1+2
Slide 6 - Quizvraag
Opdracht 4
Vraag 5: Deze tekst is een betoog Wat is het standpunt van de auteur?
Vraag 5: Deze tekst is een betoog Wat is het standpunt van de auteur?
timer
0:30
Slide 7 - Open vraag
Opdracht 4
Vraag 12: "De euro is dus heel goed voor de positie van Europa in de wereldeconomie." Baseert de auteur deze uitspraak op een feit of op een verwachting?
Vraag 12: "De euro is dus heel goed voor de positie van Europa in de wereldeconomie." Baseert de auteur deze uitspraak op een feit of op een verwachting?
timer
0:30
A
Feit
B
Verwachting
Slide 8 - Quizvraag
Opdracht 4
Vraag 13: "Landen die de euro hebben ingevoerd, investeren onderling ook meer in elkaar." Baseert de auteur deze uitspraak op een feit of op een verwachting?
Vraag 13: "Landen die de euro hebben ingevoerd, investeren onderling ook meer in elkaar." Baseert de auteur deze uitspraak op een feit of op een verwachting?
timer
0:30
A
Feit
B
Verwachting
Slide 9 - Quizvraag
Opdracht 4
Vraag 15: Aan welke signaalwoorden herken je het tweede en het derde nadeel?
Vraag 15: Aan welke signaalwoorden herken je het tweede en het derde nadeel?
timer
0:30
A
Ook
B
Bovendien
C
Daarnaast
D
Verder
