In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
In Duitsland wordt het moment waarop een kind van de kleuters naar de basisschool gaat groots gevierd.
Deze viering wordt de 'Einschulung' genoemd.
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Lees de tekst en beantwoord de vragen.
Slide 4 - Tekstslide
sich freuen = zich verheugen
Schulranzen = schooltas
basteln = knutselen
Süßigkeiten = snoep
Sachen = dingen
timer
2:30
Slide 5 - Tekstslide
Hoort dit in de Schultüte, of niet: Geld
A
Gehört der Schultüte
B
Gehört der Schultüte nicht
Slide 6 - Quizvraag
Hoort dit in de Schultüte, of niet: Bonbons
A
Gehört der Schultüte
B
Gehört der Schultüte nicht
Slide 7 - Quizvraag
Hoort dit in de Schultüte, of niet: Kugelschreiber (pen)
A
Gehört der Schultüte
B
Gehört der Schultüte nicht
Slide 8 - Quizvraag
Hoort dit in de Schultüte, of niet: Sneakers
A
Gehört der Schultüte
B
Gehört der Schultüte nicht
Slide 9 - Quizvraag
Hoort dit in de Schultüte, of niet: Gummibärchen
A
Gehört der Schultüte
B
Gehört der Schultüte nicht
Slide 10 - Quizvraag
Zusammenfassung
De leerlingen (die Schüler ) krijgen dus de Schultüte als ze ‚Erstklässler‘ worden. Dit zou je in het Nederlands leerlingen uit groep 3 kunnen noemen. In de Schultüte zit Potlood; Pen of vulpen; Gummetjes ; Kinderhorloge; Haarknipjes; Klein doosje LEGO; Klein doosje Playmobil; Snoepjes / spekjes; Popcorn zakje; Kinder Surprise ei;