3.2 waarvoor zou je sparen?/3.3 Geld lenen kost geld

Hoofdstuk 3
De bank en jouw geld
3.3 geld lenen kost geld
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 34 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 3
De bank en jouw geld
3.3 geld lenen kost geld

Slide 1 - Tekstslide

3.2 waarvoor zou je sparen?
Huiswerk bespreken: 8 t/m 13, blz 76 en 77
8a. 

Slide 2 - Tekstslide

3.2 waarvoor zou je sparen?
Huiswerk bespreken: 8 t/m 13, blz 76 en 77
8a. 0,9% : 100 x €1476,22 = €13,29


Slide 3 - Tekstslide

3.2 waarvoor zou je sparen?
Huiswerk bespreken: 8 t/m 13, blz 76 en 77
8a. 0,9% : 100 x €1476,22 = €13,29
8b. €1476,22 + €13,29 = €1489,51

9.


Slide 4 - Tekstslide

3.2 waarvoor zou je sparen?
Huiswerk bespreken: 8 t/m 13, blz 76 en 77
8a. 0,9% : 100 x €1476,22 = €13,29
8b. €1476,22 + €13,29 = €1489,51

9. Jaar 1 0,7% : 100 x €15.800 = €110,60




Slide 5 - Tekstslide

3.2 waarvoor zou je sparen?
Huiswerk bespreken: 8 t/m 13, blz 76 en 77
8a. 0,9% : 100 x €1476,22 = €13,29
8b. €1476,22 + €13,29 = €1489,51

9. Jaar 1 0,7% : 100 x €15.800 = €110,60
€15.800 + €110,60 = €15.910,60 




Slide 6 - Tekstslide

3.2 waarvoor zou je sparen?
Huiswerk bespreken: 8 t/m 13, blz 76 en 77
8a. 0,9% : 100 x €1476,22 = €13,29
8b. €1476,22 + €13,29 = €1489,51

9. Jaar 1 0,7% : 100 x €15.800 = €110,60
€15.800 + €110,60 = €15.910,60 
Jaar 2 0,7% : 100 x €15.910,60 = €111,37





Slide 7 - Tekstslide

3.2 waarvoor zou je sparen?
Huiswerk bespreken: 8 t/m 13, blz 76 en 77
8a. 0,9% : 100 x €1476,22 = €13,29
8b. €1476,22 + €13,29 = €1489,51

9. Jaar 1 0,7% : 100 x €15.800 = €110,60
€15.800 + €110,60 = €15.910,60 
Jaar 2 0,7% : 100 x €15.910,60 = €111,37
€15.910,60 + €111,37 = 16.021,97






Slide 8 - Tekstslide

3.2 waarvoor zou je sparen?
Huiswerk bespreken: 8 t/m 13, blz 76 en 77
9. Jaar 1 0,7% : 100 x €15.800 = €110,60
€15.800 + €110,60 = €15.910,60 
Jaar 2 0,7% : 100 x €15.910,60 = €111,37
€15.910,60 + €111,37 = €16.021,97
Jaar 3 0,7% : 100 x €16.021,97 = €112,15








Slide 9 - Tekstslide

3.2 waarvoor zou je sparen?
Huiswerk bespreken: 8 t/m 13, blz 76 en 77
9. Jaar 1 0,7% : 100 x €15.800 = €110,60
€15.800 + €110,60 = €15.910,60 
Jaar 2 0,7% : 100 x €15.910,60 = €111,37
€15.910,60 + €111,37 = €16.021,97
Jaar 3 0,7% : 100 x €16.021,97 = €112,15
€16.021,97 + €112,15 = €16.134,12








Slide 10 - Tekstslide

3.2 waarvoor zou je sparen?
Huiswerk bespreken: 8 t/m 13, blz 76 en 77
10. 


Slide 11 - Tekstslide

3.2 waarvoor zou je sparen?
Huiswerk bespreken: 8 t/m 13, blz 76 en 77
10. 
Na 1 jaar: €1200 x 1,005 = €1206

Slide 12 - Tekstslide

3.2 waarvoor zou je sparen?
Huiswerk bespreken: 8 t/m 13, blz 76 en 77
10. 
Na 1 jaar: €1200 x 1,005 = €1206
Na 2 jaar: €1200 x 1,005 x 1,005 = €1212,03




Slide 13 - Tekstslide

3.2 waarvoor zou je sparen?
Huiswerk bespreken: 8 t/m 13, blz 76 en 77
11a. 







Slide 14 - Tekstslide

3.2 waarvoor zou je sparen?
Huiswerk bespreken: 8 t/m 13, blz 76 en 77
11a. 
Stap 1: 0,4 : 100 = 0,004
Stap 2: 0,004 + 1 = 1,004
Stap 3: €8120 x 1,004 x 1,004 x 1,004 = €8217,83

11b. 






Slide 15 - Tekstslide

3.2 waarvoor zou je sparen?
Huiswerk bespreken: 8 t/m 13, blz 76 en 77
11a. 
Stap 1: 0,4 : 100 = 0,004
Stap 2: 0,004 + 1 = 1,004
Stap 3: €8120 x 1,004 x 1,004 x 1,004 = €8217,83

11b. €8219,83 - €8120 = €97,83






Slide 16 - Tekstslide

3.2 waarvoor zou je sparen?
Huiswerk bespreken: 8 t/m 13, blz 76 en 77
12. 

Slide 17 - Tekstslide

3.2 waarvoor zou je sparen?
Huiswerk bespreken: 8 t/m 13, blz 76 en 77
12.  Neemt toe
0,5% - 0,3% = 0,2%


Slide 18 - Tekstslide

3.2 waarvoor zou je sparen?
Huiswerk bespreken: 8 t/m 13, blz 76 en 77
13a. 


13b. 

Slide 19 - Tekstslide

3.2 waarvoor zou je sparen?
Huiswerk bespreken: 8 t/m 13, blz 76 en 77
13a. 2013, 2017, 2018, 2019

13b. 

Slide 20 - Tekstslide

3.2 waarvoor zou je sparen?
Huiswerk bespreken: 8 t/m 13, blz 76 en 77
13a. 2013, 2017, 2018, 2019

13b. 
2015: 1,5%- 0,6% = 0,9%

Slide 21 - Tekstslide

3.2 waarvoor zou je sparen?
Aan de slag!

Maak vraag 9 op blz 92 
timer
5:00
We gaan het straks bespreken, iedereen kan de beurt krijgen!

Slide 22 - Tekstslide

3.2 waarvoor zou je sparen?
Bespreken


9a. 

Slide 23 - Tekstslide

3.2 waarvoor zou je sparen?
Bespreken


9a. 0,6% : 100 x €5000 = €30 per jaar
€30 x 3 = €90

9b. 
 9

Slide 24 - Tekstslide

3.2 waarvoor zou je sparen?
Bespreken


9a. 0,6% : 100 x €5000 = €30 per jaar
€30 x 3 = €90

9b. Stap 1: 0,6 : 100 = 0,006
Stap 2: 0,006 + 1 = 1,006
Stap 3: €5000 x 1,006 x 1,006 x 1,006 = €5090,54




 

Slide 25 - Tekstslide

3.2 waarvoor zou je sparen?
Bespreken


9a. 0,6% : 100 x €5000 = €30 per jaar
€30 x 3 = €90

9b. Stap 1: 0,6 : 100 = 0,006
Stap 2: 0,006 + 1 = 1,006
Stap 3: €5000 x 1,006 x 1,006 x 1,006 = €5090,54
€5090,54 - €5000 = €90,54




 

Slide 26 - Tekstslide

3.2 waarvoor zou je sparen?
Bespreken


9c. 




 

Slide 27 - Tekstslide

3.2 waarvoor zou je sparen?
Bespreken


9c. €90,54 - €90 = €0,54




 

Slide 28 - Tekstslide

Vandaag leer je:

  • welke redenen je kunt hebben om te lenen
  • hoe je de kosten van een lening berekent
3.3 geld lenen kost geld

Slide 29 - Tekstslide

De 4 belangrijkste redenen om te lenen:
  • opvangen tijdelijk geldtekort
  • dure aankoop niet uitstellen
  • dringend geld nodig en niets achter de hand
  • aankoop woning (hypothecaire lening)

3.3 geld lenen kost geld

Slide 30 - Tekstslide

3.3 geld lenen kost geld
Kredietkosten berekenen
Lening = krediet of kredietsom

- Aflossen: terugbetalen lening
- Kredietkosten: alles wat je méér terugbetaalt dan de lening (rente + o.a. administratiekosten)


Slide 31 - Tekstslide

3.3 geld lenen kost geld
Kredietkosten berekenen
p. 79 van je boek

Slide 32 - Tekstslide

3.3 geld lenen kost geld!
Aan de slag!

Maak opdracht 1 t/m 7 op p. 78 t/m 79
We kijken de volgende les na.

Slide 33 - Tekstslide

3.3 geld lenen kost geld!
Huiswerk

De rest van paragraaf 3.3 lezen
Rekenvragen 6, 7, 8 en 11 op blz 92 en 93 
Re


Slide 34 - Tekstslide