Herhalen hoofdstuk 3
1 / 25
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Krediet is een ander woord voor??
timer
1:00
A
Lening
B
Salaris
C
Rente
D
Goederen
Slide 2 - Quizvraag
Welke redenen kun je hebben om geld te lenen?
A
tijdelijk geldtekort
B
aankoop van een gebruiksgoed
C
aankoop van een woning
D
alle 3 antwoorden zijn juist
Slide 3 - Quizvraag
Bij welke kredietvorm mag je het afgeloste bedrag steeds weer opnieuw lenen?
A
Hypotheek
B
Salariskrediet
C
Persoonlijke lening
D
Doorlopend krediet
Slide 4 - Quizvraag
Wat is geen vorm van inkomen?
A
Bezit
B
Loon
C
Lenen
D
Overdracht
Slide 5 - Quizvraag
Je kunt verschillende redenen hebben om te lenen. Dit noem je ...
A
Leenredenen
B
Leenmotivatie
C
Leenmotieven
D
Lening
Slide 6 - Quizvraag
Geld lenen kost geld!
Hoe noem je deze kosten?
Hoe noem je deze kosten?
A
Leenkosten
B
Kredietkosten
C
Rente
D
Aflossing
Slide 7 - Quizvraag
Wat is een hypothecaire lening?
A
Lening voor de koop van een huis
B
Lening voor de koop van een auto
C
Lening voor de koop van een nieuwe bank
D
Lening voor de koop van een nieuwe ps4
Slide 8 - Quizvraag
Een ander woord voor geld sparen is ...
A
Budgetteren
B
Inflatie
C
Reserveren
D
Koopkracht
Slide 9 - Quizvraag
Wat is geen reden om te sparen?
A
uit voorzorg
B
voor een doel
C
voor de rente
D
om geld te lenen
Slide 10 - Quizvraag
Hoe heet de beloning voor sparen bij een bank?
A
rente
B
gift
C
boete
D
opname
Slide 11 - Quizvraag
Het voordeel van beleggen in vergelijking met sparen is dat:
A
Je altijd iets geld krijgt: de rente.
B
Je al je geld kwijt kunt raken.
C
Je er meer geld mee kunt verdienen.
Slide 12 - Quizvraag
Je kunt verschillende redenen hebben om te sparen. Redenen om te sparen noem je ...
A
Spaarredenen
B
Spaarmotivatie
C
Spaarmotieven
D
Reserveer redenen
