Verkoopcijfers
1 / 18
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 5 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
De verkoopprijs inclusief btw noemen we ook wel de:
A
inkoopfactuurprijs
B
verkoopkosten
C
verkoopprijs
D
consumentenprijs
Slide 6 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
De prijs die de detaillist betaalt aan de groothandel noemen we de:
A
verkoopprijs
B
inkoopfactuurprijs
C
fabricagekosten
D
inkoopprijs
Slide 7 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
De nettowinst bereken je als volgt:
A
inkoopprijs + brutomarge
B
commerciele kostprijs + winstopslag
C
brutowinst - kosten
D
omzet - inkoopkosten
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
De verkoopprijs bereken je als volgt:
A
inkoopprijs + brutowinst
B
brutowinst - overige kosten
C
omzet - inkoop
D
inkoopprijs + btw
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 10 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Verkoopprijs is 100%
Inkoopprijs is 100%
Jan doet 15% brutowinst bovenop zijn inkoopprijs
15 % van de verkoopprijs is brutowinst
Jan heeft een winstopslag van 50%
50% van der verkoopprijs is brutowinst
Slide 11 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 12 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
De omzet van de kledingwinkel van Klaas is EUR 35.000, de inkoopwaarde is EUR 15.000 en de kosten zijn EUR 7.500. De brutowinst is:
A
20.000
B
12.500
C
2.500
D
75.000
Slide 13 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Brutowinst-
opslag
Brutowinst-
marge
28% van de inkoopprijs
10% van de verkoopprijs
Slide 14 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Een fiets heeft een verkoopprijs van EUR 895. De brutowinstopslag is 35%. Bereken de inkoopprijs:
Slide 15 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Een Loungeset heeft een consumentenprijs van EUR 499,
btw is 21%. De brutowinsmarge is 30%. Wat is de inkoopprijs:
btw is 21%. De brutowinsmarge is 30%. Wat is de inkoopprijs:
Slide 16 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Remy heeft een consumenten omzet van 350000,-(btw H). Zijn exploitatiekosten zijn 25000,-. Hij heeft een winstopslag 125%.
A: Wat is Remy z'n nettowinst?
A: Wat is Remy z'n nettowinst?
A
64220,2
B
321100,9
C
230000
D
135697,89
Slide 17 - Quizvraag
350000/121*100= 289256,19 / 225 * 125= 160697,88 (brutowinst) - 25000 (kosten)= 135697,88
Wat vind ik van deze manier van lesgeven?
😒🙁😐🙂😃
Slide 18 - Poll
Deze slide heeft geen instructies
