1. Milieu

Milieu
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
VDMMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Milieu

Slide 1 - Tekstslide

In deze les komen de volgende onderwerpen aan bod
  • Natuur en milieu
  • Milieufactoren
  • Ecosystemen
  • Kringlopen weergeven
  • Andere kringlopen
  • Draagkracht van het milieu

Slide 2 - Tekstslide

Natuur en Milieu
Dit hoofdstuk gaat over milieu ofwel over onze leefomgeving. Natuur is het onderdeel van ons milieu dat zonder invloed van mensen is ontstaan, zoals een oceaan. We hebben het milieu nodig om te kunnen leven en de natuur als bron van bijvoorbeeld voedsel. Als mens heb je invloed op het milieu, maar het omgekeerde is ook waar. De verschillende milieufactoren die er zijn, hebben ook invloed op jou.
Er zijn ook stukken natuur waar mensen niet in voorkomen. Dat zijn de zogeheten ecosystemen. Hierbij kun je bijvoorbeeld denken aan een koraalrif. Daarnaast leer je in deze les meer over verschillende kringlopen, zoals de voedselkringloop, de kringloop van water en de kringloop van koolstof. Deze kringlopen hebben een bepaalde productiecapaciteit. Deze productiecapaciteit van kringlopen wordt ook wel de draagkracht van het milieu genoemd.

Slide 3 - Tekstslide

Noem twee positieve invloeden en twee negatieve invloeden van de mens op het milieu?

Slide 4 - Open vraag

Er zijn drie factoren factoren in het milieu die invloed hebben op mensen

Slide 5 - Open vraag

Ecosystemen
Een ecosysteem is een stukje natuur dat een duidelijke onderlinge samenhang heeft. In een ecosysteem zijn planten en dieren en hun directe omgeving (water, land, en lucht) opgenomen. De mens komt niet voor in
een ecosysteem. Door de onderlinge samenhang beïnvloeden ze niet alleen elkaar. Ook het ecosysteem wordt beïnvloed, namelijk door verschillende milieufactoren en door andere ecosystemen.

Slide 6 - Tekstslide

Kun je een voorbeeld geven van een ecosysteem?

Slide 7 - Woordweb

Slide 8 - Video

Kringlopen

Slide 9 - Tekstslide

Kun je drie soorten kringlopen opnoemen?

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Video

Waterkringloop
Een heel belangrijke kringloop in ons milieu is de kringloop van water. Water is één van de elementen die producenten (planten en bomen) nodig hebben om voedingsstoffen te maken. Planten en bomen zuigen het water uit de bodem. De bomen maken samen met kooldioxide uit de lucht suikers van dit water. Planten en bomen gebruiken echter niet al het water dat ze opzuigen. Een deel verdampt en komt als waterdamp in de lucht. Maar niet alleen hier komt waterdamp vandaan. Ook oppervlaktewater verdampt en in de adem van mensen en dieren zit waterdamp. Dit komt dus ook in de lucht terecht. De waterdamp in de lucht stijgt op. Bovenin de atmosfeer is de temperatuur laag en condenseert het water (wolken). Uit de wolken valt het water weer naar beneden als regen, hagel of sneeuw. Het komt dan weer in
de bodem of in het oppervlaktewater terecht.

Slide 12 - Tekstslide

Voedselkringloop
Een belangrijke kringloop is de voedselkringloop. In het ideale
geval gaat het proces in een voedselkringloop vanzelf. Mensen en bedrijven kunnen voedselkringlopen op allerlei manieren vervuilen. Bijvoorbeeld door afval dat giftig kan zijn voor producenten of consumenten in de kringloop. Om die vervuiling te voorkomen of de gevolgen ervan te beperken, moet je kijken naar het deel van de voedselkringloop waar de vervuiling
optreedt. Dit is altijd bij de producenten of bij de consumenten.

Slide 13 - Tekstslide

Koolstofkringloop
Koolstof is een belangrijk element in voedingstoffen en fossiele brandstoffen. Deze koolstof zit in koolstofdioxide (CO2). CO2 ontstaat doordat mensen en dieren hun voedsel verbranden en doordat de
industrie fossiele brandstoffen verbrandt.
Producenten halen de koolstof uit deze CO2. Dit doen ze op verschillende manieren:
- planten halen de CO2 uit de lucht
- plankton en algen halen de CO2 uit het water waarin ze leven.
De koolstofkringloop kunnen we opdelen in twee soorten, namelijk:
- De korte koolstofkringloop
- De lange koolstofkringloop.

Slide 14 - Tekstslide

De korte en de lange koolstofkringloop
Korte kringloop
Je noemt deze kringloop de korte kringloop van koolstof, omdat de CO2 weer binnen een vrij korte tijd wordt omgezet in voedingstof of brandstof. Als je bijvoorbeeld hout gebruikt als brandstof, komt er CO2 vrij. Van deze vrijkomende CO2 groeit er binnen 20 tot 100 jaar weer een nieuwe boom. Daardoor is de kans klein dat er een tekort aan brandstof ontstaat. Bij voedsel is de tijd van de kringloop nog korter, namelijk een half tot één jaar.

Slide 15 - Tekstslide

Lange kringloop
In de lange kringloop komen de organische afvalstoffen in de grond of op de bodem van rivieren of zeeën. Daar is weinig zuurstof, waardoor de reducenten in de bodem de afvalstoffen niet kunnen omzetten in koolstof. Het organisch afval zakt steeds dieper in de aardbodem en wordt in de loop van miljoenen jaren omgezet in
fossiele brandstoffen, zoals steenkool, aardolie en aardgas. Deze omzetting gebeurt door allerlei biologische en scheikundige processen, onder invloed van temperatuur en druk.

Slide 16 - Tekstslide

Op welke manier kan de mens de voedsel-, water- of koolstofketen verstoren?

Slide 17 - Woordweb

Draagkracht van het milieu
Kringlopen hebben een bepaalde productiecapaciteit. Dit betekent dat een voedselkringloop een bepaalde hoeveelheid voedsel kan produceren. Hoeveel dit is, is afhankelijk van allerlei omstandigheden. Voorbeelden van omstandigheden zijn de beschikbare hoeveelheid water, de temperatuur en de mineralen in de bodem op een bepaalde plek. Je noemt de productiecapaciteit van de kringlopen ook wel de draagkracht van het milieu op die plek.
Een woestijn is bijvoorbeeld een plek met weinig draagkracht. In kringlopen bestaat dus een soort evenwicht. Als er van belangrijke stoffen te veel of te weinig in de kringloop terechtkomt, werkt de kringloop niet goed meer. Hetzelfde geldt als er stoffen in terechtkomen die
de omzettingsprocessen in de kringloop verstoren. Denk bijvoorbeeld aan een giftige stof, waardoor planten afsterven. De giftige stof verstoort dan de omzetting van CO2 in zuurstof en suikers.

Slide 18 - Tekstslide

Draagkracht van het milieu
De draagkracht van het milieu kan kleine en korte verstoringen vaak nog wel opvangen. Denk bijvoorbeeld aan een heet en droog seizoen. De voedselopbrengst zal dan tijdelijk lager zijn, maar dit zal zich in het volgende seizoen weer kunnen herstellen. We overschrijden de draagkracht van het milieu als we het milieu steeds blijven belasten:
- met te veel afvalstoffen
- met giftige stoffen die de processen in kringlopen ernstig verstoren
- door meer te consumeren dan het milieu produceert

Slide 19 - Tekstslide

Maatregelen om milieu en draagkracht te vergroten

Maatregelen die de milieubelasting beperken:
- vangstquota voor bepaalde vissoorten
- milieuvergunningen met daarin beperkingen voor de uitstoot van gassen en het lozen van water
- snelheidsbeperkingen voor het verkeer om de uitstoot te beperken

Maatregelen om de draagkracht te vergroten:
- een watertekort aanvullen door irrigatie
- voedsel van een andere plek halen
- akkers bemesten
- energie opwekken uit duurzame bronnen
- nieuwe bossen aanplanten


Slide 20 - Tekstslide

Wat hebben we geleerd?
Natuur en milieu, wat is dat eigenlijk
Milieufactoren, wat zijn milieufactoren
Ecosystemen, wat is een ecosysteem
Kringlopen weergeven, wat is een kringloop
Andere kringlopen, welke kringlopen zijn er
Draagkracht van het milieu, wat is dit en wat beïnvloed dit

Slide 21 - Tekstslide