Film week 4






Nederland week 4 film
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeBasisschoolGroep 7,8

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les






Nederland week 4 film

Slide 1 - Tekstslide

Wat was het verschil tussen dijken, dammen en polders?

Slide 2 - Woordweb

In welke provincie ligt de Oosterschelde?
A
Noord-holland
B
Zuid-holland
C
Friesland
D
Zeeland

Slide 3 - Quizvraag

Wanneer was de watersnoodramp
A
1943
B
1953
C
1963
D
1973

Slide 4 - Quizvraag

Wat was de oorzaak van de watersnoodramp?
A
Noordwesterstorm en springtij
B
Dijken waren ingezakt
C
Er waren teveel huizen gebouwd
D
Het regende hard

Slide 5 - Quizvraag

Wat betekent springtij denk je?
A
Als het water bevriest op de noordpool, waardoor er minder water in Nederland komt
B
Als de zon en de maan niet op één rechte lijn staan. Hierdoor staat het water hoger dan normaal bij eb.
C
Als de zon en de maan met de aarde op één rechte lijn staan. Hierdoor staat het water hoger dan normaal bij vloed.
D
Als het water sneller ontdooit op de noordpool. Waardoor water sneller Nederland binnenstroomt.

Slide 6 - Quizvraag

Hoe heet het plan dat werd gemaakt om een nieuwe ramp te voorkomen?
A
Stromvloedkeringplan
B
Oosterscheldeplan
C
Westerscheldeplan
D
Deltaplan

Slide 7 - Quizvraag

Wat is een dam?
A
Een dam is een gebied waar water is weggepompt, waardoor je er nu kan wonen
B
Een dam scheidt land en water
C
Een dam scheidt een rivier met land
D
Een dam scheidt water en water

Slide 8 - Quizvraag

Waarom is de stormvloedkering afsluitbaar?
A
Eb en vloed moeten blijven bestaan voor de natuur
B
Zodat het landschap mooier bleef
C
Omdat mensen het minder mooi vonden als het afgesloten was
D
Zodat die alleen bij echt hoogwater dicht hoeft

Slide 9 - Quizvraag

Staat bij eb het water hoger of lager?
A
Hoger
B
Lager

Slide 10 - Quizvraag

Hoe wordt de scholekster ook wel genoemd?
A
Bot
B
Schor
C
Bonte piet
D
kluut

Slide 11 - Quizvraag

Sinds de stromvloedkering er is neemt de hoogte van de schelpenbank af
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Wat is het proces 'zandhonger'? Dit proces gebeurde na de aanleg van de stormvloedkering.
A
Er stroomt minder water de Oosterschelde in. De geulen zijn hierdoor eigenlijk te diep en dit wordt opgevuld door zand.
B
Er stroomt veel te veel water de Oosterschelde in. Hierdoor worden de geulen te diep en wordt er weinig zand aangespoeld.

Slide 13 - Quizvraag

Wat is het gevolg van zandhonger?
A
Water staat te hoog
B
Kustvogels hebben minder plek om eten te zoeken
C
Er liggen te veel schelpen op het land
D
Mensen vinden de hoeveelheid zand heel vervelend

Slide 14 - Quizvraag

Wat is een snotolf?
A
Een vogel
B
Een vis
C
Een dam
D
Een dijk

Slide 15 - Quizvraag

Wat is er bijzonder aan de snotolf?
A
Deze vis heeft geen schubben
B
Deze vis heeft een rij benige knobbels
C
Deze vis heeft een anker
D
Deze vis heeft maar één vin

Slide 16 - Quizvraag