Voorbeeld:
Koper en zwavel reageren met elkaar tot kopersulfide (CuS). Ze reageren in de verhouding 63,6 : 32,1. Stel je hebt 273 g koper en 141 g zwavel. Hoeveel kopersulfide ontstaat er dan?
Uitwerking volgens stappenplan:
1. Koper + zwavel --> kopersulfide
2. m.v. 63,6 u 32,1 u 95,7 u
X Y
3. 273 g 141 g
4. Groeifactor X = 273 : 63,6 = 4,29 --> ondermaat, deze bepaalt de gehele reactie
Groeifactor Y = 141 : 32,1 = 4,39 --> overmaat, van zwavel hou je dus wat over.
5. Er reageert dus 32,1 x 4,29 = 137,79 g zwavel tijdens de reactie. 141 - 137,79 = 3,21 gram zwavel blijft over (=overmaat).
Er zal dus 95,7 x 4,29 = 410,78 gram kopersulfide ontstaan.
Na de reactie heb je dus 410,79 gram kopersulfide en 3,21 gram zwavel in je 'potje' zitten.