Huiswerk blz. 21 opdr. 13
1 Fred
is huisarts. NG 2 Fred
behandelt zijn patiënten liefdevol. WG
3 Fred is huisarts geworden.
4 Mijn oom vertelde altijd prachtige verhalen over zijn tijd in Indië.
5 Je bent altijd al een rare jongen geweest.
6 Nooit zul je eens uit jezelf de afwasmachine in- of uitruimen!
7 De schaar ligt weer niet in de keukenla!
8 Deze kurkentrekker is een ongelooflijk onhandig ding.
9 De docent is vanmorgen naar school gegaan.
10 Bent u wel helemaal goed snik?
11 Word toch eens volwassen!
12 Eduard verbaast ons iedere keer weer met zijn malle fratsen.