Les 6: WG en NG (herhalen)

WG en NG


1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

WG en NG


Slide 1 - Tekstslide

Doel van de les
Ik weet wat een WG en een NG is en kan dit herkennen in een zin.

Slide 2 - Tekstslide

Werkwoordelijk gezegde
Het onderwerp DOET iets.
Het onderwerp voert een HANDELING uit.

Jan bakt brood.
Jan heeft brood gebakken.
Jan zou brood willen bakken.

Slide 3 - Tekstslide

Werkwoordelijk gezegde
Alle werkwoorden in de zin!
Er is een werkwoord dat het belangrijkste is in de zin, dit noemen we de handeling.

Jan bakt brood.
Jan heeft brood gebakken.
Jan zou brood willen bakken.

Slide 4 - Tekstslide

Heeft oom Kees jouw fiets gerepareerd?
Handeling = ?
A
Hebben (van heeft)
B
Repareren (van gerepareerd)

Slide 5 - Quizvraag

Mijn broer zou mijn huiswerk maken.
Handeling = ?
A
zullen (van zou)
B
maken (van maken)

Slide 6 - Quizvraag

Ik zou hem maar niet teveel beloven.
Handeling = ?
A
zullen (van zou)
B
beloven (van beloven)

Slide 7 - Quizvraag

Hoe noteren we dit?
Heeft om Kees jouw fiets gerepareerd?
Handeling: hele werkwoord! --> Repareren
WG: alle werkwoorden! --> heeft gerepareerd

Slide 8 - Tekstslide

Nu jullie!
Gisteren heb ik mijn zusje naar voetbal gebracht.
Handeling:
WG:

Slide 9 - Tekstslide

Naamwoordelijk gezegde
Onderwerp wordt gekoppeld aan een NAAMWOORD.
Neïm is docent.
Neïm is cool.

Wat zou dan in zijn totaal het naamwoordelijk gezegde zijn?

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag!
Wat? Maken opdracht 12 en 13.
Hoe? Grammaticaboekje (blz. 22/23) en pen.
Tijd? 20 minuten.
Hulp? Je mag samenwerken.
Klaar? Lezen in leesboek.

Slide 11 - Tekstslide

Noteer een van de zelfgemaakte zinnen van opdracht 11 (NG).

Slide 12 - Open vraag

Noteer een van de zelfgemaakte zinnen van opdracht 11 (WG).

Slide 13 - Open vraag