24/25 H4: Les 4 en 5

Introductieles Theater 20e eeuw
Een stukje theatergeschiedenis
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
Culturele en kunstzinnige vormingKunstMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Introductieles Theater 20e eeuw
Een stukje theatergeschiedenis

Slide 1 - Tekstslide

Doel van deze deeltaak:
  • Een stukje theatergeschiedenis.
  • Kennismaking met theater uit de 20e eeuw.
  • Maak kennis met de Grieken 
  • Waarom Klassiekers nog steeds inspiratie zijn voor hedendaags theater
  • Inspiratie voor een bewerking?
  • Start examenvoorstelling. Ensceneren of dramatiseren?

Slide 2 - Tekstslide

Les 4: de Grieken
We maken in deze deeltaak een sprong van de Grieken naar het theater uit de 20e eeuw.

Slide 3 - Tekstslide

Theater in de oudheid en Medea van Euripides ( 500 v. Chr.)
  • Theaterfestivals 3 dagen, ter ere van God Dyonisos. Tragedies werden afgewisseld met een komedie en (k) luchtige satyrspelen.
  • Aischylos (525-456 v Chr.) oudste toneelschrijver: Trilogie Oresteia. Religieus man, geen eigen wil, het lot bepaald en de bloedlijn overerft de zonde. 
  • Sophocles (496 v C- 406 v C) Koning Oidipus
  • Euripides (480-406 v. Chr) was de jongste en minst religieus. Goden spelen nauwelijks een rol. Aardse zaken des te meer. Psyche: Keuze en eigen wil nu van belang, niet het lot dat goden bepalen. Geëmancipeerd: Trojaanse Vrouwen/ Medea
  • Koor en Bode
  • Theater was voor iedereen. De mythes werden herkend, het toneelstuk was echter nieuw en speciaal voor dit festival geschreven. Een jury deed de beoordeling
  • grootse thema's zoals oorlogen wraak, maar ook identificatie mogelijk door herkenbare thema's.

Slide 4 - Tekstslide

Vragen om over na te denken...

  • Hoe zijn deze toneelstukken bewaard gebleven?
  • Wat zegt dat over de noodzaak en kwaliteit van de toneelstukken? 
  • Waarom worden de klassieke stukken nog steeds gespeeld?

Slide 5 - Tekstslide

Overige regels voor een goede tragedie
1. Eenheid van tijd: de handeling mag niet langer dan 24 uur duren, een etmaal
2. Eenheid van Plaats: Het geheel moet zich min of meer op dezelfde plaats of in de buurt daarvan afspelen
3. Eenheid van handeling:  geen nevenverhalen. Strak plot en verhaallijn. 
----------------------------------------

model voor opbouw en ontwikkeling--> draagt bij aan de beleving, inzicht neemt toe en daarmee ook spanning

1. Proloog
2. Expositie
3. Motorisch moment
4. Ontwikkeling--> climax  
5. Catastrofe (crisis) en ondergang hoofdpersonage         
6. Epiloog

Slide 6 - Tekstslide

Tragedie

Tragedie: toneelstuk met een intrige die een ernstige handeling betreft. Vaak leidt dit tot een noodlottige afloop.

Medea was in de Griekse mythologie een tovenares die haar man Jason hielp het Gulden vlies te veroveren. Ze gaan samen naar Griekenland maar Medea wordt daar verraden door Jason, hij gaat voor een andere vrouw.

Medea is erg verdrietig, wraakzuchtigheid en wil Jason diep treffen. 
Zo besluit ze om hun kinderen te doden. 


Slide 7 - Tekstslide

Medea
Het verhaal van Euripides: 
De prinses Medea ontvlucht met de held Jason haar thuisland, waar zij in hun vlucht haar broer heeft vermoord. Ze kan dus nooit meer terug. Jason en Medea trouwen en krijgen twee kinderen. Ze leven gelukkig, totdat Jason besluit dat er voor hem een betere huwelijkskandidaat is. Hij verlaat Medea en hun kinderen en trouwt met een andere prinses. Uit wraak vermoordt Medea zijn nieuwe vrouw én hun eigen kinderen. 



Slide 8 - Tekstslide


Al 24 eeuwen vertellen schrijvers en theatermakers het verhaal van koningsdochter Medea. Is Medea de populairste van alle Griekse tragedies? 
Ze is in elk geval de huiveringwekkendste. 

Simon Stone vermengt het stuk van Euripides met de waargebeurde geschiedenis van Debora Green, een Amerikaanse vrouw die in de jaren ’90 haar kinderen doodde.

Slide 9 - Tekstslide

Fragment: Medea - ITA
Het moderne verhaal van International Theater Amsterdam:
De succesvolle arts Anna probeert haar leven na een gedwongen opsluiting weer op de rails te krijgen. Na een mislukte poging haar echtgenoot Lucas te vergiftigen en haar herstel in de psychiatrie, is ze vastbesloten haar gezin weer bij elkaar te brengen. Ze is bereid Lucas zijn affaire met de jonge Clara te vergeven en wil er alles aan doen om samen aan een nieuwe toekomst te bouwen. Al snel blijken haar verwachtingen niet te sporen met die van de mensen om haar heen. Alles wat haar dierbaar is, dreigt ze te verliezen: haar man, haar kinderen, haar carrière. De gedroomde nieuwe start in haar leven wordt een afdaling in de duistere hoeken van haar geest.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Stromingen en speelstijlen
Bekijk de tijdsbalk in de volgende slide goed. Stel kritische vragen met elkaar en schrijf ze op, zodat we ze later samen kunnen bespreken.
  • Wat is nieuw? Welke begrippen zijn nieuw voor je?
  • Wat zijn de reacties binnen de (theater-) geschiedenis op elkaar?
  • Wat is het effect van een tijdsgeest, de geschiedenis, locatie op theater?
  • Welke kant van de geschiedenis krijg je hier vooral te zien?
  • Welke stromingen maken je nieuwsgierig en waarom?
  • Zouden alle stromingen, theaterstukken uit het verleden nog steeds gespeeld kunnen worden? Waarom wel/niet?

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Link

Stromingen en speelstijlen
De eerste helft van de 19de eeuw wordt gekenmerkt door de romantiek. In die periode was er geen vernieuwing op het podium. 

In de tweede helft van de 19de eeuw ontstaat echter een nieuwe stroming: het realisme. Later (vanaf 1880) vloeit daaruit het naturalisme voort. Beide stromingen bestaan vandaag nog. 

Slide 14 - Tekstslide

Hoe kijk je naar theater?
Theatrale middelen:
1.  Voorstelling: de inhoud van het theaterstuk  adhv de Spelgegevens.
2. Enscenering; 
oa. Mise-en-scène.
3 Theatervormgeving. ( theatrale vormgevingsmiddelen)
4. Lichaam: mimiek en fysiek (= houding en beweging)
5. Stemgebruik.
6. Speelstijl.


Slide 15 - Tekstslide

Theatrale middelen
Theatrale middelen geven het verhaal vorm:
  • Ondersteunen het spel van de acteurs
  • Hebben een symbolische functie: achterliggende betekenis

Slide 16 - Tekstslide

Theatrale middelen

- spelgegevens
-  theatrale vormgevingsmiddelen
- enscenering
Theatrale middelen

Slide 17 - Tekstslide

opdracht
Rol
Verhaal / Actie
Ruimte/ Plaats
Tijd
Motief
Waar
Wie
Wat
(Handeling / conflict)
Waarom
Wanneer

Slide 18 - Sleepvraag

Spelgegevens:
- Rol
- Actie/ verhaal
- Ruimte/plaats
- Tijd
- Motief

Slide 19 - Tekstslide


8
Vormgevingsmiddelen


Decor 
Rekwisieten / attributen
Kostuums 
Kap en grime
Licht
Muziek 
Geluid
Projecties (beeld)

Slide 20 - Tekstslide

Theatrale middelen:
Spelgegevens:



8 theatrale vormgevingsmiddelen:




Enscenering:
- 5 W's

- decor
- attributen
-kostumering
- kap en grime
- licht
- muziek
- geluid
- projecties

- mise-en-scène
- vormgeving (plaatsing)

Slide 21 - Tekstslide

Bertold
BRECHT 
Les 5

Slide 22 - Tekstslide

      BRECHT IS 


OVER BRECHT, EPISCH THEATER EN HET 
VERFREMDUNGSEFFEKT.

Slide 23 - Tekstslide

Bertold Brecht
Augsburg, 10 februari 1898 – Berlijn, 14 augustus 1956
- Was een Duits toneelschrijver, dichter, regisseur en literair criticus
- Ontwikkeld een techniek waarbij de kijker word gedwongen om zelfstandig, objectief en kritisch te kijken
- Hij was avant garde, hij geloofde dat de kunst voorop loopt en dat kunst moet zorgen voor veranderingen in de samenleving.

Slide 24 - Tekstslide

1. BERTOLD BRECHT

Slide 25 - Tekstslide

BERTOLD BRECHT
(1898 - 1956)


Eugen Berthold Friedrich (Bertolt) Brecht (Augsburg, 10 februari 1898 – Berlijn, 14 augustus 1956) was een Duits toneelschrijver, dichter, regisseur en literair criticus. Brecht heeft een grote invloed gehad op het theater in Duitsland en is de grondlegger van het episch theater. Bij episch theater wordt het publiek meer aangesproken op het verstand dan op de emotie en worden technieken gecreëerd om de afstand tussen het publiek en de personages te brengen. Voor zijn tijd was dit een heel vernieuwend begrip. Zijn bekendste werk is de Driestuiversopera.

Slide 26 - Tekstslide

BERTOLD BRECHT
(1898 - 1956)


Eugen Berthold Friedrich (Bertolt) Brecht (Augsburg, 10 februari 1898 – Berlijn, 14 augustus 1956) was een Duits toneelschrijver, dichter, regisseur en literair criticus. Brecht heeft een grote invloed gehad op het theater in Duitsland en is de grondlegger van het episch theater. Bij episch theater wordt het publiek meer aangesproken op het verstand dan op de emotie en worden technieken gecreëerd om de afstand tussen het publiek en de personages te brengen. Voor zijn tijd was dit een heel vernieuwend begrip. Zijn bekendste werk is de Driestuiversopera.

Slide 27 - Tekstslide

BERTOLD BRECHT
(1898 - 1956)


Eugen Berthold Friedrich (Bertolt) Brecht (Augsburg, 10 februari 1898 – Berlijn, 14 augustus 1956) was een Duits toneelschrijver, dichter, regisseur en literair criticus. Brecht heeft een grote invloed gehad op het theater in Duitsland en is de grondlegger van het episch theater. Bij episch theater wordt het publiek meer aangesproken op het verstand dan op de emotie en worden technieken gecreëerd om de afstand tussen het publiek en de personages te brengen. Voor zijn tijd was dit een heel vernieuwend begrip. Zijn bekendste werk is de Driestuiversopera.
vb Dreigrosseroper toen....

Slide 28 - Tekstslide

2. EPISCH THEATER

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Episch theater
 Kenmerken van het theater van Bertold Brecht zijn:
- Vaak maatschappijkritisch. 
-Luchtige zakelijke sfeer die het intellect aanspreekt
- Het publiek word met vervreemdingseffecten uit de voorstelling getrokken voorbeelden: spontaan beginnen met zingen, verklaringen voor acties (doorbreken vierde wand) en vooruit verwijzingen.
- Doorbreken 4de wand, de "muur" tussen het publiek doorbreken. Zo doorbreek je de "werkelijkheid op het toneel." 

Slide 31 - Tekstslide

BERTOLD BRECHT
(1898 - 1956)


Eugen Berthold Friedrich (Bertolt) Brecht (Augsburg, 10 februari 1898 – Berlijn, 14 augustus 1956) was een Duits toneelschrijver, dichter, regisseur en literair criticus. Brecht heeft een grote invloed gehad op het theater in Duitsland en is de grondlegger van het episch theater. Bij episch theater wordt het publiek meer aangesproken op het verstand dan op de emotie en worden technieken gecreëerd om de afstand tussen het publiek en de personages te brengen. Voor zijn tijd was dit een heel vernieuwend begrip. Zijn bekendste werk is de Driestuiversopera.
Episch theater is verhalend theater en wordt ook wel het theater van de vervreemding of politiek theater genoemd.
Volgens Brecht en andere toneelschrijvers moest het theater over meer gaan dan enkel vermaak. Theater moest volgens hem inzicht geven, vooral over de maatschappelijke en politieke situatie. Hierdoor kon theater de wereld veranderen. Net als Stanislavski heeft Brecht een hekel aan oppervlakkig theater – het melodrama. Maar in tegenstelling tot Stanislavski gaat Brecht richting de surrealisme.  

Slide 32 - Tekstslide

BERTOLD BRECHT
(1898 - 1956)


Eugen Berthold Friedrich (Bertolt) Brecht (Augsburg, 10 februari 1898 – Berlijn, 14 augustus 1956) was een Duits toneelschrijver, dichter, regisseur en literair criticus. Brecht heeft een grote invloed gehad op het theater in Duitsland en is de grondlegger van het episch theater. Bij episch theater wordt het publiek meer aangesproken op het verstand dan op de emotie en worden technieken gecreëerd om de afstand tussen het publiek en de personages te brengen. Voor zijn tijd was dit een heel vernieuwend begrip. Zijn bekendste werk is de Driestuiversopera.
vb Episch theater

Slide 33 - Tekstslide

Kenmerken van Episch Theater

  • Geen emotie maar ratio.
  • (Vertel) theater, eigen invulling.
  • Bewust maken menselijke en maatschappelijke verhoudingen.
  • De mens maakt de maatschappij en kan deze dus ook veranderen.
  • Maatschappelijke en menselijke relaties in ruwheid tonen.
  • Niet doen alsof (bv overmatige lichteffecten)
  • Vragen over de maatschappij
  • Vervreemdingseffect

Slide 34 - Tekstslide

3.VERFREMDUNGEFFEKT

Slide 35 - Tekstslide

Vervreemding (episch theater)
- Vervreemding werd in het theater gebruikt om de aandacht van de kijker bij de voorstelling te houden en de illusie telkens te doorbreken

-Voorbeelden zijn het opeens beginnen met zingen, het wisselen van rol op het podium. 

-Ook werkten de, voor het publiek nog nooit vertoonde, oosterse theater invloeden onder andere uit Japan vervreemdend.

Slide 36 - Tekstslide

Omdat Brecht niet wil dat zijn publiek te zeer emotioneel opgaat in zijn theater, creëert hij de theorie van de vervreemding (Verfremdungseffekt). Hij bereikt die vervreemding door allerlei technieken toe te passen. Zo ontdoet hij de opeenvolging van scènes van elke logica (de opeenvolging van scènes doet er niet toe) en laat hij decors veranderen voor de ogen van het publiek. Daarmee is het voortdurend duidelijk dat ze naar toneel kijken. Ook moeten de spelers bewust afstand houden van hun rol, ze mogen zich niet te zeer inleven. In tegenstelling tot method acting (bekend uit de VS en ontwikkeld door Lee Strasberg) stellen Brechts spelers zich afstandelijk op 


Omdat Brecht niet wil dat zijn publiek te zeer emotioneel opgaat in zijn theater, creëert hij de theorie van de vervreemding (Verfremdungseffekt). Hij bereikt die vervreemding door allerlei technieken toe te passen. Zo ontdoet hij de opeenvolging van scènes van elke logica (de opeenvolging van scènes doet er niet toe) en laat hij decors veranderen voor de ogen van het publiek. Daarmee is het voortdurend duidelijk dat ze naar toneel kijken. Ook moeten de spelers bewust afstand houden van hun rol, ze mogen zich niet te zeer inleven. In tegenstelling tot method acting (bekend uit de VS en ontwikkeld door Lee Strasberg) stellen Brechts spelers zich afstandelijk op en analyseren hun rol of de situatie zo nu en dan, waarbij ze het publiek direct aanspreken. Ook maakt hij regelmatig gebruik van een verteller die tussen scènes door de situatie op het toneel beschouwt, verduidelijkt en vragen opwerpt. Al deze technieken zijn op zich niet nieuw: de verteller is een moderne toepassing van het koor in de Griekse tragedies en Brecht haalde voor andere Verfremdungstechnieken zijn inspiratie uit de commedia dell'arte en het oosterse theater. Zijn grote verdienste is dat hij deze technieken met een revolutionair doel toepaste.
Wat is Vervreemding (verfremdungseffekt)?

Slide 37 - Tekstslide

VERVREEMDINGSTECHNIEKEN

  • Doorbreken vierde wand ( tegen publiek praten).
  • Decor en kostuum wissel op het toneel ( laten zien).
  • Gebruik van Muziek en Video
  • In de derde persoon praten.
  • Grime en kostuum zijn abstract.
  • Muziek en licht zijn contra de sfeer van het verhaal.
  • Lied en dans inzetten om de illusie te verstoren.
  • Verteller inbrengen.
  • Regieaanwijzingen tijdens de voorstelling.
  •  

Slide 38 - Tekstslide

KIJK DE VIDEO'S EN BESPREEK MET ELKAAR: 
WELKE VERVREEMDINGS TECHNIEKEN HEB JE GEZIEN?

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Video

0

Slide 42 - Video